Miljoenennota: Materialentransitie

Nationale circulaire plastic heffing leidt niet tot duurzame productieketens in Nederland

Het kabinet heeft het voornemen om per 2028 een heffing op plastic in te voeren en tegelijkertijd wordt gewerkt aan een Circulaire plastic-norm. De nationale heffing op plastic staat haaks op de beoogde invoering van de circulaire plastic norm. De plastic norm schrijft een minimum aandeel recyclaat en biogebaseerd plastic voor waarmee marktvraag gecreëerd wordt. In tegenstelling tot normering, is een heffing een indirecte manier om marktvraag te creëren. Het aanbod van recyclaat en biogebaseerde grondstoffen en daarmee handelingsperspectief van bedrijven is nog beperkt. Zowel de heffing als de norm leidt tot weglekeffecten, waarbij deze bij de heffing groter zijn dan bij de norm.

Komend najaar brengt het kabinet in kaart op welke manieren een plastic heffing kan worden vormgegeven en wat de beleidseffecten zijn. Ook wordt gekeken wat mogelijke alternatieve beprijzingsmaatregelen zijn voor het stimuleren van circulair plastic. Op basis hiervan vindt bij de Voorjaarsnota 2025 besluitvorming plaats.

Positief

  • Normering in aanloop naar Europees beleid en in samenhang met voldoende ondersteunende maatregelen voor opbouw van capaciteit, kan de marktvraag naar duurzame circulaire producten stimuleren. Voor een nationale uitwerking zijn dan ook aanvullende maatregelen nodig om weglekeffecten tegen te gaan.

Kritisch

  • De heffing op circulaire plastics is een nog geenszins uitgewerkte beleidsmaatregel die wel significante lastenverzwaring voor de keten vormt (547 miljoen euro vanaf 2028). Zonder zicht op beschikbaarheid van betaalbare alternatieven heeft deze maatregel een sterk negatieve impact op de kunststofketen in Nederland.
  • De coalitie lijkt zich onvoldoende bewust van de negatieve impact van de voorgestelde maatregelen. Het risico van weglek bij nationale normering is significant zonder mitigerende maatregelen. Deze ontbreken in de plannen van het kabinet.
  • Om de vraag naar circulaire producten op gang te brengen, is een Europese aanpak nodig. Die aanpak strookt niet met een nationale heffing, die vooral leidt tot lastenverzwaring zonder dat een duurzame keten wordt opgebouwd.

Ontwikkeling visie en transitiepad voor duurzame koolstof in de chemie

Als opvolging van het Nationale Plan Energiesystemen werken de ministeries van KGG en IenW samen aan een visie en een transitiepad voor Duurzame Koolstof. Hierbij wordt gekeken naar de opbouw van de inzet van alternatieve koolstofbronnen binnen de chemische industrie zoals afvalstoffen, biogrondstoffen en CO2. Het streven is om deze in het eerste kwartaal van 2025 in consultatie te brengen.

Positief

  • Met het ontwikkelen van een Koolstofvisie wordt er niet alleen gekeken naar een mogelijk streefdoel, maar worden ook de vraag, beschikbaarheid en betaalbaarheid van duurzame koolstof voor materiaaltoepassingen meegenomen.
  • Een transitiepad biedt de gelegenheid om te kijken wat over de gehele keten nodig is om deze te kunnen verduurzamen, inclusief het instrumentarium dat daarvoor nodig is.

Kritisch

  • In de aanpak is het uitgangspunt een fossielvrije samenleving, waardoor het realiseren van de doelen van de circulaire economie op de achtergrond dreigen te raken.
  • Vanwege het internationale karakter van de chemiemarkten ligt het voor de hand om in te zetten op een Europese aanpak voor duurzame koolstof zoals dit voorjaar is voorgesteld door Nederland samen met een aantal andere lidstaten. In de miljoenennota ligt de nadruk weer op een nationale aanpak.

Geen nieuw beleid circulaire economie

Het huidige regeerprogramma en Miljoenennota zijn een voortzetting van de aanpak uit het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) en bevatten nauwelijks nieuw beleid op het gebied van circulaire economie. Komend jaar zal het definitieve Circulaire Materialenplan worden vastgesteld als opvolger van het Landelijk Plan Afvalbeheer waarin ook nadrukkelijk aandacht is voor hogere circulariteitsstrategieën. Daarnaast start dit najaar het kennisplatform voor de omgevingsdiensten rondom einde-afval.

Positief

  • Het aanstellen van de Speciaal Regeringsvertegenwoordiger Circulaire Economie biedt de mogelijkheid om een structurele dialoog tussen overheid, industrie en andere stakeholders tot stand te brengen en een ketenbenadering centraal te stellen.

Kritisch

  • In de huidige aanpak ontbreken de urgentie en financiële middelen om de industriële agenda rondom circulaire economie en de materialentransitie vorm te kunnen geven.
  • De huidige aanpak rondom einde-afval legt de nadruk op kennisdeling en betere informatievoorziening, terwijl er veel meer nodig is om het aandeel recyclaat in producten te vergroten. De VNCI pleit voor een duidelijke visie op het gebruik van secundaire grondstoffen in producten vanuit circulair beleid.

Lees meer over de Materialentransitie

VNCI Prinsjesdag