Omgevingswet: van inrichting naar mba
Op 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. Dit wordt dan dé wet voor alle regels over de fysieke leefomgeving en daarmee gaat er veel veranderen. In een serie van vijf artikelen leggen we een aantal belangrijke wijzigingen uit. Deze week: van inrichting naar mba.
In het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) worden verschillende soorten activiteiten aangewezen, zoals een milieubelastende activiteit (mba), een lozingsactiviteit en een natura2000-activiteit. Een mba is een activiteit die nadelige gevolgen voor het milieu kan veroorzaken, niet zijnde een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam of zuiveringtechnisch werk, of een wateronttrekkingsactiviteit.
In hoofdstuk 3 van het Bal kun je de milieubelastende activiteiten vinden. Bij de aanwijzing van de activiteiten worden grofweg de volgende categorieën onderscheiden: bedrijfstak overstijgende activiteiten (afd. 3.2), complexe bedrijven (afd. 3.3) en activiteiten binnen verschillende sectoren, waaronder industrie, transport en afvalbeheer (afd. 3.4 t/m 3.11).
Complexe bedrijven zijn bedrijven die een dusdanige aard en omvang hebben, dat er grote gevolgen kunnen zijn voor de leefomgeving. Voorbeelden zijn de Seveso-inrichtingen en bepaalde ippc-installaties die door aard en omvang grote milieugevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving.
Een mba omvat naast de hoofdactiviteit vaak ook de functioneel ondersteunende activiteiten. Dit zijn activiteiten die op dezelfde locatie worden verricht en een milieuhygiënisch-technische of functionele samenhang hebben. Deze activiteiten worden samen als één mba aangewezen, de vergunning of meldingsplicht geldt dan in het geheel voor de kernactiviteit en de functioneel ondersteunende activiteiten.
De richtingaanwijzer
Per mba wordt eerst de activiteit omschreven, waarna aangegeven wordt of er een vergunningplicht geldt. Daarna volgt de richtingaanwijzer die aangeeft welke inhoudelijke regels uit hoofdstuk 4 en 5 van het Bal van toepassing zijn.
Voor complexe bedrijven is de vergunning het uitgangspunt. De algemene regels in afdeling 3.4 t/m 3.11 van het Bal gelden niet voor de complexe bedrijven (art 3.49 Bal).
Afwijken van de inhoudelijke regels met maatwerk is mogelijk, tenzij expliciet is aangegeven in de hoofdstukken 3, 4 en 5 dat het niet mogelijk is. Dit is bijvoorbeeld het geval bij bepalingen die een uitwerking van Europese richtlijnen zijn.
Geluids-en geurhinder
Naast de vergunning en de algemene inhoudelijke Rijksregels, is het mogelijk dat er in het omgevingsplan regels staan die relevant voor je zijn, zoals over geluids-en geurhinder. Indien de vergunning in strijd is met het omgevingsplan, is ook een vergunning voor een zogenaamde omgevingsplanactiviteit nodig.
Als je vragen hebt en/of behoefte aan voorlichting over specifieke onderwerpen, neem dan contact op met Marike Niemöller, adviseur Juridische Zaken, E niemoller@vnci.nl.
Omgevingswet: de veranderingen in op een rij: