Energie-efficiëntie en -besparing
Via de meerjarenafspraken over energie-efficiëntie (MEE en MJA) heeft de chemie bijgedragen aan efficiëntie zowel in de eigen processen als ook in de keten. Met ingang van 2021 zijn de convenanten afgelopen. Er wordt met de introductie van het Klimaatakkoord vooral gestuurd op CO2-reductie.
Vanaf 2023 wordt er daarnaast gestuurd op het nemen van energie-efficiënte maatregelen met een korte terugverdientijd (5 jaar). Hiertoe wordt de bestaande energiebesparingsplicht uitgebreid. De VNCI vindt het belangrijk dat deze regeling oog heeft voor de complexiteit van grote geïntegreerde installaties en de dynamiek van de transitie naar een klimaatneutrale toekomst.
De Europese Commissie zet in op een aanscherping van de Energy Efficiency Directive (EED) als onderdeel van de EU Green Deal en het Fit for 55 -pakket. Onder de EED moet de chemische industrie een verplichte energie-audit uitvoeren.
De chemische sector heeft al veel geïnvesteerd in het optimaliseren van processen en het maximaal integreren van verschillende proces- en productstromen. In de regionale industrieclusters werken bedrijven samen om optimaal gebruik te kunnen maken van elkaars proces- en reststromen, waarbij ook restwarmte maximaal benut wordt.
Energiebesparing is echter geen doel op zich. Investeringen in CO2-reductie hebben vaak een hogere energievraag. Denk bijvoorbeeld aan de extra energie die nodig is om biogrondstoffen op te werken naar nieuwe materialen, de inzet van CCS om CO2 af te vangen, en het chemisch recyclen van afval. Bovendien zullen we nieuwe waardeketens ontwikkelen, waardoor er nieuwe fabrieken gebouwd gaan worden die ook weer energie zullen vragen.
De VNCI vindt investeren in energie-efficiëntie een belangrijk instrument om de klimaatdoelen van Parijs te halen. De VNCI zet dan ook in op goede beleidsmatige ondersteuning via bijvoorbeeld de Energie Investerings Aftrek (EIA) en de Versnelde Klimaatinvestering Industrie (VEKI)-regelingen om zo verdere investeringen te kunnen versnellen.