Maak energiebesparing niet tot absoluut doel

Energiebesparing is belangrijk in de energietransitie, maar moet geen doel op zich zijn. Het is belangrijk om het hogere doel – klimaatverandering tegengaan door CO2-uitstoot te reduceren – af te wegen tegen beschikbare schaarse middelen (arbeid en kapitaal) voor investeringen.

 

De chemische industrie opereert al zeer efficiënt in sterk geïntegreerde clusters. Chemische fabrieken delen stroom-, stoom- en gasaansluitingen, leveren elkaar producten en restgassen, en optimaliseren hun warmtegebruik. Steeds vaker wordt ook industriële restwarmte succesvol uitgekoppeld naar de omgeving.

In de periode van 2008 tot 2020 heeft de chemie meegedaan in de energiebesparingsconvenanten (MEE en MJA) waarin afspraken werden gemaakt over de uitvoering van energie-efficiencyplannen. Gedurende deze periode heeft de industrie energie bespaard én de output laten stijgen. Met het Klimaatakkoord van 2019 zien we een verschuiving van energiebesparing naar CO2-reductie, in lijn met de klimaatdoelstelling van Parijs.

De chemische industrie staat voor een grote transitie. Om te verduurzamen is het niet meer voldoende om “het huis” beter te isoleren, het moet ook grondig worden verbouwd. Energie-efficiency is daarmee een van de opties om de verduurzaming verder vorm te geven.

Pluspunten

  • Energie-efficiency is een belangrijk onderdeel van de transitie naar een CO2-neutrale chemie. Niet gebruikte energie levert klimaatwinst en economisch rendement op.
  • Europa legt lidstaten en bedrijven strenge richtlijnen op voor energiebesparing. Bedrijven moeten een energie-audit uitvoeren en besparingsmaatregelen nemen. Daarmee wordt een gelijk speelveld gecreëerd en blijft de industrie in Europa tot de meest efficiënte wereldwijd behoren.

Aandachtspunten

  • Energiebesparing zou geen doel op zich moeten zijn. Waar we op zoek zijn naar snelle CO2-reducties en grote slagen willen maken, levert energiebesparing vaak weinig op, terwijl dergelijke investeringen wel veel kapitaal en mankracht vragen. Er is dan behoefte aan een afwegingskader waarbij de juiste keuze voor verduurzaming gemaakt kan worden.
  • Nationale, aanvullende maatregelen staan soms in de weg. Het Europese kader is behoorlijk stringent. De neiging om nationaal extra eisen te stellen levert vooral administratieve lasten op bij bedrijven en veel complexiteit in de uitvoering, met beperkte klimaatwinst.

Inzet VNCI

  • De VNCI is een groot voorstander van verstandig beleid op energie-efficiency, gestuurd vanuit Europa via het CO2-emissiehandelsysteem (EU ETS) en de Energie-efficiëntie Richtlijn (EED).
  • De VNCI vindt dat Omgevingsdiensten in hun toezicht op energiebesparing een goede afweging moeten (kunnen) maken tussen energiebesparingsmaatregelen en investeringen in CO2-reductie.