VNCI over Nationaal Programma Circulaire Economie: “Geen tijd te verliezen”
In het vrijdag gepubliceerde Nationaal Programma Circulaire Economie 2023-2030 (NPCE) zet het kabinet nadrukkelijk in op versnelling van de aanpak om Nederland circulair te maken. “En dat is hard nodig”, zegt Mark Intven, beleidsadviseur Materialentransitie bij de VNCI. “We moeten niet nog langer tijd verliezen om over te gaan naar meer concretisering en uitvoering van de aanpak.”
In de afgelopen twee jaar is er nauwelijks voortgang geboekt bij het realiseren van de transitie naar een circulaire economie, concludeerde ook het Planbureau voor de Leefbaarheid (PBL) in haar tweejaarlijkse Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER 2023).
Versnelling van de concretisering en uitvoering van de circulaire economie vraagt volgens Intven om een ketenaanpak en een integrale benadering met de andere grote maatschappelijke opgaven. Intven: “Daarom is het goed te zien dat deze een meer centrale rol hebben gekregen binnen het NPCE.”
Belang materialentransitie
De VNCI is blij dat staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat het belang van de materialentransitie als geheel benadrukt. En oog heeft voor de positieve effecten van een aanpak gericht op substitutie van fossiele grondstoffen door recyclaat, duurzame biogrondstoffen en Carbon Capture and Utilisation (CCU). Intven: “Het instellen van een verplicht aandeel niet-fossiele koolstof zal meerdere partijen in de keten activeren. Hierdoor zal de markt voor secundaire grondstoffen zich naar verwachting sterk gaan ontwikkelen.” Dit mag van hem verder gaan dan alleen polymeren. “Je zou per productgroep moeten kijken wat mogelijk is, in lijn ook met de Europese aanpak in de Ecodesign for Sustainable Products Regulation.”
Het NPCE gaat ook in op het belang van het sturen op internationale productketens. Dat is een goede zaak, geeft Intven aan. In het huidige klimaatbeleid leidt het ontbreken van een ketenbenadering tot onvolledige verduurzaming van de (basis)industrie in Nederland. “In dit kader benoemt het NPCE terecht het expliciete belang van waardering en stimulering van de aanpak van ketenemissies voor de basischemie”, aldus Intven. Het is duidelijk dat hiervoor een internationale aanpak vereist is. Dat wordt ook bevestigd in de verkenning naar de ambitieuze bijdrage van circulaire economiemaatregelen aan het klimaatdoel, die tegelijkertijd is aangeboden aan de Tweede Kamer. De bereikte milieuwinst kent namelijk geen nationale begrenzing.
Beschikbaarheid alternatieve bronnen
Een afbouw van fossiele grondstoffen vereist dat alternatieve bronnen ruimschoots beschikbaar zijn. Intven verwacht dat de door Heijnen voorgestelde maatregelen op het gebied van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV), de uniformering van afvalstromen en ontmoediging van verbranden van recyclebaar afval hieraan bij zullen dragen. “De rol van de hoogwaardige inzet van biogrondstoffen en CCU voor materialen blijft echter nog onderbelicht”, zegt Intven. “Om te komen tot een circulaire economie is het noodzakelijk dat (langdurige) vastlegging van koolstof in materialen voorgaat op energetisch gebruik.”
De VNCI is tevreden met de getoonde ambitie die het NPCE neerzet, maar heeft ook nog een aantal zorgen over de uitvoering van het programma. Intven: “Het NPCE benoemt een overkoepelend doel, generieke doelen per grondstofcategorie én doelen per productgroep. Ik mis congruentie en samenhang tussen deze doelen. Bovendien wordt geen duidelijke claim gelegd op wat er nu daadwerkelijk nodig is aan beleid, middelen en financiering om de tussendoelen voor 2030 te kunnen behalen. Volop ambitie, maar zonder de benodigde budgetten.”
Samenhang
In het programma benoemt Heijnen de samenhang met de andere transities, maar dit vraagt nadere uitwerking, vindt Intven. “De energietransitie, digitalisering, de bouwopgave en groei van de bevolking leggen allemaal een groter beslag op onze toekomstige materiaalbehoeftes. Het is zaak om te kijken hoe de vier aangrijpingspunten - vermindering gebruik grondstoffen, substitutie, levensduurverlenging en hoogwaardige verwerking - ingrijpen op deze toekomstige materiaalbehoefte. En of we daarmee een voldoende dekkende en haalbare aanpak hebben voor een circulaire economie."
Lees ook | Essay Manon Bloemer 'Bouwstenen voor een circulaire toekomst'