Manon Bloemer in De Telegraaf: ‘We moeten echt uitkijken voor onze strategische onafhankelijkheid’
De vezels van VNCI-leden Teijin Aramid en Avient Protective materials zijn onmisbaar voor defensiemateriaal. Maar China bestookt de Europese markt met dezelfde vezels tegen dumpprijzen en dreigt die strijd te winnen, schrijft De Telegraaf.
In Nederland zijn twee bedrijven die supersterke vezels voor defensiemateriaal kunnen maken: Avient, de voormalige DSM-fabriek in Limburg die Dyneema maakt, en Teijin Aramid, dat productielocaties heeft in Delfzijl en Emmen, waar ze aramidevezels maken. Deze vezels wegen praktisch niets, maar zijn sterker dan staal. ‘Maar liefst 80 procent van dit soort sterke vezels komt in Europa uit Nederland’, zegt CEO van Teijin Aramid Peter ter Horst. ‘Erg bijzonder dat Nederland hier zo groot in is.’
Die vooraanstaande positie staat op het spel. Volgens Avient en Teijin kunnen fabrieken in China door staatssteun goedkoper produceren. Defensie werkt met aanbestedingen. Daarom roepen de twee bedrijven in aanloop naar het debat over de Nederlandse defensiebegroting op om ervoor te zorgen dat bij defensiematerieel ook het basismateriaal uit Europa moet komen. ‘Europa moet deze grondstof snel beschermen, anders kunnen we geen kogelwerend vest maken als er een keer een conflict is.’
De VNCI waarschuwt al langer dat Europa moet uitkijken voor het vertrek van zijn basischemie. De problemen waar Avient en Teijin Aramid mee kampen zijn hier bekend. ‘We moeten echt uitkijken voor onze strategische onafhankelijkheid’, zegt VNCI-directeur Manon Bloemer. ‘Van wat de chemische bedrijven in Nederland produceren is 20 procent bestemd voor de Nederlandse markt, 64 procent blijft binnen Europa en 16 procent is voor buiten Europa. We hebben in Europa strenge regelgeving en dat is goed, want dat houdt onze bedrijven ook innovatief. Maar we hebben de chemie overal voor nodig. Zo kan de energietransitie er niet zonder, denk aan grondstoffen voor batterijen of kunststof voor wieken van windmolens. Maar het gaat ook om spullen voor ons leger, onze veiligheid. Met de huidige geopolitieke onrust moet je daar toch zuinig mee zijn.’
Net als Teijin en Avient vindt de VNCI dat niet alleen eindproducten zoals kogelwerende vesten of legerhelmen bescherming moeten genieten en van Europese oorsprong moeten zijn, maar dat dit ook moet gelden voor basismaterialen waarmee de producten worden gemaakt. Bloemer pleit voor veel actievere industriepolitiek om de concurrentiekracht in Europa te versterken. ‘Onze energie is drie keer zo duur als in de Verenigde Staten en Azië’, zegt Bloemer. ‘Er zou één Europese energiemarkt moeten komen, waarbij landen binnen de EU een overschot aan duurzaam opgewekte energie veel makkelijker met elkaar kunnen delen.’
Lees het hele artikel in De Telegraaf.
Avient Protective Materials en Teijin Aramid zijn lid van de VNCI.