Mike Severens: "Een beperking hoeft niet beperkend te zijn"
Tekst: Ingeborg Abendanon
Mike (29) werkt sinds april 2022 als Risk Assessment Officer/Adviseur Externe Veiligheid bij Sitech Services op Chemelot. In zijn vrije tijd is hij actief in de toneel- en theaterwereld, hij houdt van fitness en is graag in de natuur. Maar Mike is ook ‘die jongen in een rolstoel’. Op LinkedIn schreef hij dat hij vroeger altijd bezig was met het compenseren van zijn lichamelijke handicap. Zo wilde hij als kind niet naar school gebracht worden en hij moest en zou de hoogst mogelijke opleiding doen. Dat laatste is hem gelukt, maar de weg ernaartoe was niet altijd makkelijk.
Zoals in elke sector gaat het ook in de chemie om de mensen. Zij bedenken de producten, bedienen de machines of sluiten de contracten. Sommigen hebben een bijzonder gevecht achter de rug. In de eerste aflevering las je het verhaal van Narges Meraj, die op haar tweede vluchtte uit Afhganistan.
Waarom die drive om de hoogst mogelijke opleiding te doen?
Na een paar jaar regulier basisonderwijs ging ik vanaf groep 7 toch naar het speciaal onderwijs. Normaal gesproken krijg je in groep 8 een Cito-toets, maar in het speciaal onderwijs heet dat een drempeltoets. Veel kinderen in het speciaal onderwijs hebben een leerachterstand, omdat ze bijvoorbeeld vaak naar het ziekenhuis moesten. Met de drempeltoets gaan ze in het speciaal onderwijs kijken of je na groep 8 door kunt naar het vmbo of dat je nog een schakeljaar moet volgen. Ik heb toen gelijk gezegd: ik hoef niet naar het vmbo, ik wil minstens havo. Uit de test bleek al snel dat ik geen schakeljaar hoefde te volgen, maar de toets gaf ook niet aan of ik naar de havo kon. De uitkomst was dus dat ik naar het vmbo ging waar ik alles met twee vingers in m’n neus deed. Mijn moeder zei tegen de school: ‘Die jongen verveelt zich hier.’ Samen met mijn ouders had ik uitgezocht dat je vanuit het vmbo kon doorstromen naar havo 2 en daar hebben we toen op ingezet. En dat lukte: ik ging naar de reguliere havo en deed daarna het atheneum.
Je koos daarna voor een chemiestudie. Misschien niet het meest voor de hand liggend als je in een rolstoel zit?
Het was mijn scheikundelerares die me inspireerde om chemische technologie te gaan studeren. Ik had een 6 voor scheikunde, maar mijn scheikundelerares zei: 'Ik begon ook met een 6 , Mike, ga ervoor!’ Maar ik ontdekte toen wel dat de wereld soms heel hard kan zijn. Iemand in een rolstoel die kiest voor chemie? Dat kennen we niet. Hoor jij hier wel thuis? Moet je niet iets anders gaan doen? Je merkt dat mensen je lager inschatten en dat je moet vechten voor je plek. Je begint wel 2-0 achter. Als je ‘afwijkt’ van de rest, word je anders bekeken. Pas als mensen zien dat er meer overeenkomsten dan verschillen zijn, valt dat afwijkende beeld weg.
Het Studenten Service Centrum van de TU Eindhoven zei op de open dag dat ze mogelijkheden voor me zouden creëren om de studie chemische technologie te kunnen volgen. Later bleek dat de studieadviseur van de faculteit wel was ingelicht, maar de docenten en professoren niet. Een paar schrokken echt toen ze mij zagen. Vooral op het lab werden er vragen gesteld. Hoe gaat dat als jij met hoog geconcentreerd zoutzuur moet werken? Kun je corrosieve, bijtende stoffen wel verplaatsen? Kun je een buret aflezen? Dat zijn basisvaardigheden voor een chemisch technoloog. Kun je dat waarmaken, was zo ongeveer de strekking. Ik heb dat teruggekoppeld aan de studieadviseur en die heeft dit snel bespreekbaar gemaakt met de docenten. Natuurlijk was er een gewenningsperiode, maar daarna was het geen punt meer.
Ook hier op het Chemelot-terrein waren er eerst twijfels. Kan die jongen wel op tijd de site verlaten als er een incident is? Ik snap die vraag, maar tegelijkertijd kun je als bedrijf de deur niet dichtdoen. Je moet samen kijken naar hoe je het wel voor elkaar kunt krijgen. Natuurlijk was het in het begin nieuw voor iedereen, maar na twee weken was men eraan gewend. Niemand kijkt er meer van op als ik in mijn rolstoel het fabrieksterrein op ga. Als je zelfvertrouwen uitstraalt, maakt je handicap niet meer uit.
De inclusieve samenleving is op de werkvloer niet altijd zichtbaar. Op de krappe arbeidsmarkt laten werkgevers daar misschien wel kansen liggen. Doen ze zich daarmee te kort?
Ja, dat is dom van die werkgevers. Gelukkig werkt het bij Sitech Services wel anders, maar ik hoor en zie genoeg voorbeelden om mij heen. Ik las laatst een artikel over een gehandicapte jongen in België die 17 sollicitatiebrieven gestuurd had, maar nergens uitgenodigd werd. Dan denk ik: inclusiviteit, dat loopt totaal nog niet. Het belangrijkste wat een werkgever moet doen is jou een kans geven. Onderaan de streep hoeft een beperking niet beperkend te zijn, maar je moet wel verder willen kijken. Als functie A lastig wordt, is functie B misschien wel mogelijk. En vergeet niet, jij bent de kennisexpert over jouw handicap. Dat is een werkgever niet, dus jij moet het uitleggen.

Ik heb zelf mijn handicap nooit in sollicitatiebrieven vermeld. Waarom zou ik? Jij zet toch ook niet jouw nadelen in een brief. Laat zien wat je in je mars hebt en welke meerwaarde jij hebt voor een bedrijf. Natuurlijk schrikken ze wel even als je binnenkomt, maar als je uitgenodigd wordt weet je tenminste zeker dat ze potentie in jou zien. En als je niet wordt uitgenodigd, weet je dat het aan jouw profiel lag en niet aan het feit dat je in een rolstoel zit.
Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Pas jij onder dat label?
Ik heb geen afstand! Ik kan werken. Als je op de werkvloer kijkt, dan hebben we allemaal wel iets waar je rekening mee moet houden. Bij mij is dat alleen wat prominenter zichtbaar dan bij anderen. Zolang het maar bespreekbaar is, kom je er samen wel uit. Bedrijven moeten luisteren, maar jij moet zelf laten zien wat je kunt betekenen voor je werkgever. Ik snap best dat het voor een werkgever lastig is als iemand op onvoorspelbare momenten uitvalt. Kan mijn bedrijf dan doordraaien, kan ik op jou rekenen? Dat is een spanningsveld.
Wat is het hardnekkigste vooroordeel waar jij mee te maken krijgt?
Dat mensen denken dat ik iets niet kan. Ik ben bijvoorbeeld veel mobieler dan mensen denken. Hoe kom jij hier, vragen ze. Nou, ik kan gewoon autorijden hoor. Ik heb het geluk dat ik niet op mijn mondje gevallen ben. Als ik begin te praten, zijn ze zo om.
Grootste compliment aan jouw werkgever Sitech Services?
Dat ze bereid waren om hun beeld om te vormen. Er waren in het begin best zorgen. Hoe moet dat met die jongen in een rolstoel op ons fabrieksterrein. Dat het gelukt is, komt omdat zij open stonden voor mij. Werken op kantoor is sowieso geen probleem, maar in het begin hadden ze toch liever niet dat ik het terrein op ging. Mijn manager zei toen: dat gaan we gewoon doen. Nu kijkt niemand meer gek op als ik een storingsanalyse op locatie ga doen.
Onbeperkt meedoen!
In Nederland hebben twee miljoen mensen een beperking. Ze zijn slechtziend, blind of doof, hebben psychische problemen, een lichamelijke of verstandelijke beperking. De Wet gelijke behandeling handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz) bepaalt dat zij het recht hebben om mee te doen in de samenleving
De overheid heeft in 2018 het programma Onbeperkt meedoen! gelanceerd waarmee zij een samenleving wil creëren waarin mensen kunnen leven zoals ze dat zelf willen. Een van de thema’s is werk. Mensen die willen werken moeten ook kunnen werken. Een van de doelen is dat er vóór 2026 125.000 extra banen beschikbaar komen voor mensen met een beperking. Tot en met 2021 zijn daarvan 72.809 gerealiseerd.
Eind 2022 is Guusje ter Horst benoemd als bestuurlijk aanjager. Zij gaat zich inzetten voor het toegankelijker maken van de samenleving voor mensen met een beperking. Onder meer door met bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties afspraken te maken in zogeheten inclusiepacten. Om werkgevers te stimuleren om mensen een kans te geven, zijn verschillende instrumenten beschikbaar: de jobcoach voor begeleiding op de werkvloer, loonkostensubsidie of loondispensatie voor het compenseren van verminderde loonwaarde en een no-riskpolis bij uitval door ziekte.