13.10.2021

‘Zoom Uit!’ biedt volop stof tot nadenken

Tijdens ‘Zoom Uit!’ hielden diverse gespreksleiders de ongeveer zeventig aanwezige VNCI-leden een uitdagende spiegel voor die volop stof tot nadenken gaf. “Het mocht af en toe wat schuren”,  aldus VNCI-directeur Manon Bloemer.

 

‘Doe jij ook aan gelul over netto-nul?’ luidde de bijdrage van Hans Stegeman, chief investment strategist bij Triodos Investment Management (en lid van de MAR, de Maatschappelijke Adviesraad van de VNCI). Zijn betoog: “Er is namelijk nog een andere oplossing: minder groei en dus minder uitstoot. Maar in plaats van daar serieus over na te denken, kiezen we nu liever voor gelul over netto-nul.” Stof voor discussie dus, die zich uiteindelijk toespitste op de vragen of de consument bereid is voor duurzaamheid meer te betalen en of de klimaatdoelen bereikt kunnen worden zonder economische groei.

Ruben van Zwieten, predikant en ondernemer (eveneens lid van de MAR) stelde dat de industrie geregeld wordt weggezet als vervuiler en zakkenvuller, terwijl mensen die in de industrie werken dit anders zien. “Waarom lijkt het vaak dat de industrie en de maatschappij tegenover elkaar staan?” Of de aanwezigen even een salomonsoordeel konden vellen. Het werden er meerdere, waarbij “verbinding zoeken”, “bruggen bouwen“ en “naar elkaar luisteren” de boventoon voerden.

Dat was ook de boodschap van VNO-NCW-voorzitter Ingrid Thijssen, die de middag opende met een eerlijk en voor sommigen wellicht ontnuchterend betoog over hoe de maatschappij naar de chemische industrie kijkt. Haar devies: de industrie moet zichzelf meer laten zien. Dat betekent concrete projecten tonen aan de buitenwereld, dillema’s delen en het gesprek aangaan.

Verantwoordelijkheidscrisis

Ook de politiek was aanwezig, in de persoon van Reinier van Lanschot, co-president van Volt Europa. De partij wil dat we al in 2040 klimaatneutraal zijn. Hoewel de fysieke uitdaging (ombouw en vergunningen) groot is en er genoeg knelpunten zijn (zoals: “een buitenlands moederbedrijf kijkt soms kritisch naar Nederland” en “er zijn te weinig bèta’s in de politiek”), waren de aanwezigen toch positief. Iemand gaf aan dat onder druk alles fluïde wordt. “Kijk je naar corona, dan is opeens wel veel mogelijk en kan er een vaccin in de schappen liggen.” Met andere woorden: de sense of urgency moet naar voren gehaald worden.

Dat bepleitte ook Werner Schouten, voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging (en lid MAR). “We koersen af op drie graden opwarming en jullie zijn allemaal zo optimistisch”, zei hij. Het zou volgens hem helpen om de klimaatdoelen als crisis te behandelen, want dan komen investeringen sneller los en accepteren we dat we het geld ook wel eens verkeerd uitgeven. Hij stelde dat we te maken hebben met een verantwoordelijkheidscrisis. Politiek, industrie, burgers: iedereen wijst naar elkaar. Wat we nodig hebben zijn leiders met lef en visie, die lastige maar noodzakelijke duurzame keuzes durven te maken. De vraag aan de aanwezigen: ben jij zo'n leider en durf je lef te tonen en een stap in het onbekende te zetten?

In de sessie met Maarten de Hoog, zelfstandig adviseur, voorheen directielid bij DCMR Milieudienst Rijnmond, ging het over transparantie en delen als must om veiligheid naar een hoger niveau te brengen. Hij stelde de vraag: waarom vertrouwen we als individu elkaar vaak wel, maar is er bij instituties (overheid, bedrijf, wetenschap) wantrouwen? Met andere woorden: zorg voor balans en een duurzame relatie in de driehoek overheid-bedrijf-samenleving. Zijn devies voor de industrie: benoem dilemma’s en wees transparant en kwetsbaar. Het gevaar is wel dat het delen van informatie met de overheid kan leiden tot ‘afrekenen’. Deskundig en professioneel toezicht zou helpen.

Jong talent

Bij Tes Apeldoorn, process engineer bij Neste (en lid MAR), ging het over de jonge generatie, die volgens haar stoer genoeg is om te doen waar zij in gelooft en te kiezen voor bedrijven die verduurzamen én een plek bieden waar je ondersteuning en vrijheid krijgt. Als een bedrijf niet wil veranderen en geen ruimte biedt, zou dat de bloei van talent en de aanwas van nieuw talent kunnen remmen. Een tip van een deelnemer: zet een nieuwe, jonge collega eerst op een project waar hij/zij gemakkelijk kan ‘scoren’, dit geeft hem/haar vertrouwen in zichzelf en collega’s vertrouwen in hen. Een andere tip: maak niet de meest ‘senior’ persoon maar een ‘medior’ gedurende één jaar site manager. Zo krijgt een ‘jonge hond’ meer mogelijkheden in de organisatie om zich te ontwikkelen.

Volgens Bloemer is de opzet zonder meer geslaagd. “We hebben bewust gekozen voor uitdagende gesprekonderwerpen, met als doel onze gasten en onszelf te inspireren. En geweldig ook dat we eindelijk weer eens live bij elkaar konden zijn.” Het was de eerste fysieke VNCI-ledenbijeenkomst sinds het uitbreken van de coronapandemie.