VNCI: nationale plastic taks niet effectief
Een nationale heffing op fossiel plastic is niet het juiste middel om te komen tot snelle reductie van CO2-uitstoot en opbouw van een circulaire kunststofketen. De VNCI steunt de transitie naar duurzaam plastic, maar ziet een Europese bijmengverplichting voor recyclaat en biogrondstoffen als een meer gerichte en effectievere maatregel.
Dit is in lijn met de conclusie die CE Delft trekt in een onderzoek naar de mogelijke effecten die een nationale heffing op plastic heeft op milieu en economie. Het onderzoek wordt woensdag 2 november behandeld tijdens het Commissiedebat Circulaire Economie.
De onderzoekers rekenden uit dat een systeem van nationale heffing op fossiele plastics tot een beduidend concurrentienadeel leidt voor Nederlandse plasticproducenten en -converters vanwege weglekeffecten naar landen waar deze heffing niet bestaat. Dat kan fors negatief uitpakken voor de Nederlandse economie.
Internationaal
“Maatregelen om de grondstoffentransitie te stimuleren zijn urgent nodig. Ze moeten bijdragen aan de gewenste veranderingen in de gehele internationale waardeketen van kunststoffen”, zegt Mark Intven, Beleidsadviseur Materialentransitie bij de VNCI. “De Nederlandse chemie is sterk internationaal georiënteerd: zo’n zeventig procent van onze productie wordt geëxporteerd. De klimaatimpact van de ‘materialentransitie’ is dan ook vooral internationaal. Door in Nederland in te zetten op duurzame alternatieven voor fossiele grondstoffen, verlagen we de CO2-uitstoot niet alleen hier, maar ook wereldwijd.”
CE Delft concludeert dat een nationale heffing zeer veel onzekerheid kent en waarschijnlijk niet effectief is. De VNCI onderschrijft de conclusies van het rapport en verzoekt de Tweede Kamer om in te zetten op slim en stimulerend beleid dat een directe bijdrage levert aan de transitie naar circulaire producten en duurzame internationale ketens. Intven: “De VNCI gelooft meer in een verplicht bijmengpercentage recyclaat en biogrondstoffen op Europees niveau in combinatie met stimulerend beleid, in plaats van een systeem van nationale beprijzing.”
Meer prioriteit
Daarnaast herhaalt de VNCI haar oproep aan de Kamer om de grondstoffentransitie meer prioriteit te geven en met passend beleid en instrumentarium te komen om de transitie vorm te geven. “Maar daarbij moeten we wel goed aansluiten bij het internationale karakter van productie en gebruik van kunststoffen”, zegt Intven. “Ze moeten bijdragen aan de gewenste veranderingen in de gehele waardeketen.”