VNCI kritisch op nieuwe stikstofdoelen kabinet
Het wetsvoorstel van minister Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, om de huidige stikstofdoelen te versoepelen, zorgt voor brede onrust, zo blijkt uit reacties op de internetconsultatie over dit onderwerp, die maandag van start ging. Ook de VNCI uitte grote zorgen.
De aanpassing van de doelen, die onderdeel is van een spoedwet, kan volgens de VNCI leiden tot verdere vertragingen in noodzakelijke natuurherstelmaatregelen en daarmee verdere stagnatie van vergunningverlening.
Van harde doelen naar 'aanzienlijke vermindering'
Het kabinet wil de huidige stikstofdoelen, die zijn gebaseerd op de Kritische Depositiewaarde (KDW), loslaten. Daarmee vervalt het tussendoel van 50 procent reductie in 2030, terwijl het doel voor 74 procent reductie in 2035 wordt vervangen door een streven naar een 'aanzienlijke vermindering' van de stikstofuitstoot.
Wetsvoorstel is juridisch risicovol
Dat de stikstofcrisis een urgent probleem is, is bekend. Het huidige wetsvoorstel biedt hiervoor echter geen oplossing, integendeel. “Wij vinden het schrappen van het oorspronkelijke doel en het vervangen daarvan door een vaag en niet gekwantificeerd doel, onverantwoord. Dit leidt namelijk tot een verdere vertraging in de uitvoering van noodzakelijke stikstofbeperkende maatregelen en brengt daarmee extra juridische risico’s met zich mee,” aldus de VNCI.
De vereniging benadrukt dat het loslaten van de KDW zonder een juridisch houdbaar alternatief grote gevolgen kan hebben, zoals meer procedures bij de rechter, sancties vanuit de EU en het verder vastlopen van vergunningverlening.
Onevenwichtige sectordoelen
In het wetsvoorstel worden nieuwe reductiepercentages per sector voorgesteld: 50 procent voor mobiliteit en bouw, 50 procent voor de industrie en 42 tot 46 procent voor landbouw. De VNCI stelt dat deze verdeling onvoldoende rekening houdt met het daadwerkelijke aandeel van de verschillende sectoren in de stikstofdepositie in stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. Zo is 50 procent van de stikstofdepositie afkomstig uit de landbouw, 5,6 procent van het wegverkeer en slechts 2,3 procent van de industrie. Ook het verschil in effecten tussen stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH₃) wordt volgens de VNCI onvoldoende meegenomen: reductie van een kiloton NOx uit de industrie is gemiddeld 10 tot 20 keer minder effectief voor natuurherstel dan reductie van een kiloton NH₃ in de landbouw.
Kritiek op spoedwetprocedure
De VNCI ziet niet in waarom voor dit wetsvoorstel een spoedwetprocedure is gekozen: "Het wetsvoorstel is niet vooraf getoetst door de Raad van State en er is geen overleg met betrokken partijen geweest, wat het voorstel onvoldragen en niet goed onderbouwd maakt”.
Oproep tot intrekking
De VNCI pleit ervoor om het voorstel in te trekken en roept het kabinet op om met een robuust, geloofwaardig en juridisch houdbaar pakket aan natuurherstelmaatregelen te komen. De vereniging ondersteunt in dat verband het eerdere plan van Bouwend Nederland, Natuurmonumenten, Natuur & Milieu en VNO-NCW voor een versnelde stikstofreductie van 40 procent in 2030.