Vier miljoen subsidie voor drijvende windmolens

Teijin Aramid en Fibremax krijgen vier miljoen euro subsidie voor hun project Floating Wind. Daarmee gaan ze speciale ankerkabels ontwikkelen voor drijvende windmolens.

Vezelproducent Teijin Aramid uit Delfzijl en kabelfabrikant Fibremax uit Joure ontvangen vier miljoen euro subsidie voor hun gezamenlijke project Floating Wind. Het geld is afkomstig uit het Just Transition Fund Groningen-Emmen (JTF). De partners ontwikkelen binnen Floating Wind drijvende windmolens. Om deze molens aan de zeebodem te verankeren zijn specialistische ankerkabels, zogeheten tendons, nodig. De molens moeten het mogelijk maken om windenergie op te wekken in gebieden waar de zee dieper is dan zestig meter. 

De meest kritieke functie van een drijvende windmolen is de stabiliteit. De gehele installatie moet bestand zijn tegen golfbewegingen en hevige wind. De partners willen de nieuwe tendons ontwikkelen op basis van circulaire synthetische vezels. Volgens FibreMax hebben deze kabels hogere sterkte, stijfheid en weerstand tegen slijtage dan traditionele gevlochten kabels. 

Het project Floating Wind sluit aan bij het beleid van de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Economische Zaken en Klimaat. 1,6 miljoen euro van de vier miljoen euro JTF-subsidie komt van het ministerie van Economische Zaken. 

Teijin Aramid is lid van de VNCI. De aramideproducent heeft vier locaties in Nederland.