Stikstof: van doelstellingen naar oplossingen
Vorige week lag daar dan het langverwachte rapport van stikstofbemiddelaar Johan Remkes. Vijfentwintig aanbevelingen voor een slepend conflict dat in mei 2019 begon toen de Raad van State het Programma Aanpak Stikstof (PAS) ongeldig verklaarde.
Column Paul de Krom | De reacties op het rapport liepen uiteen, ik had niet anders verwacht. Van de shredder tot doorbraak in een impasse. Hoe het ook zij, er moet iets gebeuren aan de stikstofproblematiek. De doelstellingen zijn helder, de tijd dringt en we moeten aan de slag met oplossingen. Daar speelt chemie een hele belangrijke rol.
Allereerst: stikstof op zichzelf zit in de lucht. Daar is niks mis mee. Het zijn de stikstofverbindingen die schadelijk zijn voor mens en milieu. Dan hebben we het over ammoniak (NH3) en stikstofoxiden (NOx). Ammoniak is een chemische verbinding tussen stikstof en waterstof die vooral vrijkomt in de veeteelt. Stikstofoxiden zijn een verbinding tussen stikstof en zuurstof. Ze komen vooral vrij bij het stoken met brandstof in de industrie en het verkeer.
Alle sectoren – ook de industrie – moeten een evenwichtige bijdrage leveren aan de reductiedoelen. De vraag is: wat kan de chemische industrie nog bijdragen aan die doelen? Volgens het KEV 2020 zijn de NOx-emissies van industriële bedrijven sinds 1990 afgenomen met een factor 3 tot 4. Het Compendium voor de Leefomgeving bevestigt dit beeld. Tussen 1990 en 2020 zijn de emissies van de meeste stoffen, waaronder stikstofoxide, door de industrie aanzienlijk gedaald. Specifiek voor de chemische industrie stelt het PBL dat onze sector verantwoordelijk is voor de uitstoot van 4,3 procent NOx en minder dan 1 procent ammoniak. Een goede ontwikkeling die we graag voortzetten.
Niet alleen in een blijvende verlaging van stikstof, maar juist ook door andere partijen te helpen met innovatieve oplossingen die de chemie kan bieden. Chemie staat aan het begin van heel veel waardeketens. Samen met die ketens zijn we kampioen in innoveren. Laten we de handen ineen slaan en met innovaties aan de slag gaan.
Ik noem als voorbeeld Nedmag. Een relatief nieuwe toepassing die het bedrijf uit Veendam bedacht, is het toevoegen van magnesiumzout aan drijfmest, om onder andere fosfaat en stikstof te binden. De stikstof komt daardoor in mindere mate vrij in de lucht. Lab resultaten tonen aan dat het toevoegen van magnesiumzout aan mest de stikstofuitstoot met wel vijfentwintig tot veertig procent kan verminderen. Of neem AdBlue® van Yara. AdBlue zet schadelijke NOx in de uitlaatgassen van een dieselvoertuig om in onschadelijke stikstof en waterdamp, en vermindert daardoor aanzienlijk de emissies van stikstofoxiden (NOx) die een belangrijke bron van luchtvervuiling zijn en smog veroorzaken.
Het zijn dit soort innovaties en nieuwe technologieën waar Nederland zo goed in is. Gaan we tijd verspillen met praten over doelstellingen of gaan we aan de slag met oplossingen? Wat mij betreft het laatste. De doelen zijn helder en de chemische industrie kan en wil bijdragen aan oplossingen.