Klimaat- en Energieverkenning 2023: klimaatdoel industrie binnen bereik
Het klimaatdoel voor 2030 is voor de industrie binnen bereik. Dat blijkt uit de donderdag gepubliceerde Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2023. Onder deze conclusie ligt echter nog veel onzekerheid. “Het creëren van de juiste randvoorwaarden is cruciaal voor het daadwerkelijk realiseren van de opgave”, zegt Martijn Broekhof (VNCI).
Anders dan een jaar geleden, beoordeelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de KEV 2023 dat de nationale klimaatdoelen voor het eerst in zicht zijn. De aanvullende maatregelen uit de Voorjaarsnota zijn doorgerekend en leveren zo’n 10 Mton additionele reductie op. Ook de industrie koerst volgens het PBL aan op een aanvullende emissiereductie van 5 Mton in 2030, met name via de maatwerkafspraken.
Onzekerheidsmarges
“Op papier is het resultaat van het kabinetsbeleid geweldig”, zegt Martijn Broekhof, hoofd Klimaat, Energie, Innovatie en Duurzaamheid bij de VNCI. “Maar tussen de regels door zie ik vooral een enorme uitdaging.” Broekhof doelt op de grote onzekerheidsmarges in de PBL-cijfers. Voor de sector industrie berekent de KEV een verwachte CO2-uitstoot tussen de 27 en 42 Mton in 2030. “Dat is een verschil van 15 Mton CO2, oftewel de uitstoot van vijftien kolencentrales. Terwijl we over zes jaar al de doelen moeten bereiken. Er is dus nog veel te veel onzekerheid over bijna alle investeringen die gerealiseerd moeten worden.”
De KEV 2023 onderschrijft deze conclusie. Hoewel het PBL positief is over het beleidskader om de doelen te halen, waarschuwt het voor vertraging in de implementatie en uitwerking: “Vertraging als gevolg van de verkiezingen en de kabinetsformatie […] vergroten het risico dat de 55 procent reductie niet wordt gehaald […].” PBL ziet de val van het kabinet als een groot risico in het realiseren van de 2030-doelen. Ook de Raad van State concludeert in zijn jaarlijkse Klimaatbeschouwing dat het behalen van het klimaatdoel in 2030 alleen gehaald kan worden als alle beleidsvoornemens van het kabinet volledig en op tijd worden uitgevoerd én maximaal effect hebben.
Infrastructuur en groene elektronen
Specifiek voor de industrie heeft PBL zorgen over de snelheid van uitbreiding van elektriciteitsinfrastructuur en groene elektronen. Een deel van de additionele CO2-reductie in 2030 komt uit elektrificatie van de industrie en dat betekent ook een additionele opgave voor de elektriciteitssector. “Dat is de grote uitdaging”, zegt Broekhof, “vooral omdat we nu al kampen met netcongestie waardoor bedrijven geen aansluiting op het net kunnen krijgen én de netwerktarieven enorm stijgen.”
Over schaduw heen stappen
De uitdaging is om binnen de nu vastgestelde ambitieuze beleidskaders voor 2030 te zorgen dat alle randvoorwaarden goed ingevuld worden. “De KEV laat zien dat het kan als we alle neuzen dezelfde kant op krijgen,” aldus Broekhof. “Dat vraagt van alle betrokken partijen om over hun schaduw heen te stappen: netbeheerders moeten helderheid geven over infrastructuur, bedrijven moeten transparant zijn over hun investeringen en vergunningen moeten met voorrang verleend worden. Tot slot - niet onbelangrijk - de overheid moet het vertrouwen geven dat er ook op lange termijn een belangrijke rol weggelegd is voor de basisindustrie in Nederland.”
Meer lezen over de KEV.