Klimaat- en Energieverkenning 2022: onrust en onzekerheid troef
Meer dan andere jaren laat de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) zien dat de toekomst onzeker is. Het kabinet heeft met het coalitieakkoord ingezet op een doel van minimaal 55 procent emissiereductie in 2030. Daar komen we volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) nog niet in de buurt, hoewel er wel vooruitgang is geboekt ten opzichte van een jaar geleden.
Martijn Broekhof, hoofd Klimaat bij de VNCI: “In deze KEV laat PBL vooral de grote onzekerheid zien waarin we ons op dit moment bevinden. De oorlog in Oekraïne, de energiecrisis die hierop volgde, onzekerheden in de uitvoering, en een groot pakket aan nieuw Europees en nationaal beleid: al die onrust maakt het lastig om een goede inschatting te maken van het doelbereik in 2030.”
PBL wijst op drie grote onzekerheden in de KEV.
- Onzekerheid over de energiemarkt in Europa | De Oekraïne-oorlog drukt zwaar op prijzen voor olie, gas, kolen en elektriciteit. Dit heeft gevolgen voor de industriële activiteit, met name in de raffinage en chemie, op korte termijn, maar een deel van de productievermindering zal, zo verwacht PBL, nog beklijven in 2030.
- Onzekerheid over de randvoorwaarden voor verduurzaming | PBL kent veel onzekerheid toe aan de beschikbaarheid van infrastructuur, mogelijke arbeidskrapte, gebrek aan materiaal en vertragingen in vergunningverlening. De uitspraak van de Raad van State in de Porthos-zaak, eerder vandaag, is daar een pregnant voorbeeld van.
- Onzekerheid over de effectiviteit van het beleid | PBL geeft aan dat een groot deel van het aangekondigde Europese en nationale beleid nog onvoldoende concreet is om mee te nemen in de KEV.
Dit levert een totaalplaatje op voor 2030 waarbij Nederland uit zou komen op maximaal 52 procent emissiereductie.
Industrie
De industrie komt redelijk goed uit de berekeningen van PBL, in vergelijking met andere sectoren. “Geen enkele sector, behalve de industrie, heeft zicht op het bereiken van het geambieerde doel in 2030”, stelt Broekhof. “De industrie is in deze KEV de positieve uitzondering. Als het beleid, de randvoorwaarden en de overige onzekerheden goed uitwerken, dan kan de industrie de geplande projecten tijdig en volledig uitvoeren en kan in 2030 het industriedoel gehaald worden.”
Focus op uitvoering
Broekhof pleit er dan ook voor om de focus te leggen op uitvoering van het huidige beleid. “De KEV laat zien dat extra beleid nodig is om het doel van 55 procent te halen. Ik maak me echter veel meer zorgen over de uitvoering van het bestaande beleid. De bandbreedtes in de KEV zijn zo groot, dat nog meer beleid dat niet gaat oplossen”, zegt Broekhof. Hij ziet meer heil in snelheid maken met de uitvoering. “Duidelijkheid over vergunningen, realisatie van infrastructuur, ruimhartige SDE++ subsidies zijn veel bepalender voor 2030, dan nieuw beleid dat nieuwe projecten zou moeten lostrekken in de industrie.”