Het Grote Industriegesprek: versnellen!
Wat betekent de maakindustrie voor ons land? Hoe draagt zij bij aan innovatie, export, werkgelegenheid, én met welke dilemma’s ziet zij zich geconfronteerd? Industrievertegenwoordigers legden die onderwerpen in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen voor aan zeven politici tijdens Het Grote Industriegesprek. Een gedeelde conclusie: het moet sneller.
Demissionair EZK-minister Micky Adriaansens ging in op het belang van de industrie in Nederland. Ze benadrukte dat de bedrijven in Nederland producten maken die we iedere dag gebruiken. Auto’s, huishoudelijke apparaten, medische instrumenten en bouwmaterialen. Maar ook oplossingen voor de energietransitie zoals windmolens, zonnepanelen en energiezuinige technologieën. Er werken ruim 800.000 mensen in de industrie en vele anderen zijn indirect met de sector verbonden.
Meer liefde
VNO-NCW-voorzitter Ingrid Thijssen sloot zich aan bij die woorden. Het is volgens haar hoog tijd dat we ons beter realiseren hoe belangrijk de maakindustrie is voor ons verdienvermogen, onze geopolitieke positie in de wereld en voor nieuwe oplossingen voor de vraagstukken van deze tijd. “Meer liefde voor de maakindustrie is broodnodig.”
Namens TNO gaf Tjark Tjin-A-Tsoi een presentatie over de cruciale rol van onze maakindustrie voor Nederland en de verduurzaming.
Lees ook | NRC Op de bres voor de maakindustrie in Nederland: ‘We lopen achter’
VNCI-directeur Manon Bloemer kreeg de vraag: stel je bent minister van Economische Zaken, wat doe je? Bloemer: “Ik zou elke dag een groen pak dragen, als symbool voor de groene industriepolitiek die van belang is voor Nederland. We willen hier innoveren, hier de banen behouden en nieuwe banen creëren, hier CO2 reduceren én als Nederland een rol spelen in de strategische onafhankelijkheid van Europa. Als minister zou ik een aantal programma’s van minister Adriaansens voortzetten. Het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie, het maatwerk, de Cluster 6-aanpak en ook het Nationaal Groeifonds zou ik behouden. Maar alle doelen uit die programma’s wil ik versnellen. We hebben vandaag al veel gehoord over netcongestie, stikstof en vergunningen. Thema’s die niet helpen bij die versnelling. Verder zou ik, naast de energietransitie, ook aandacht hebben voor de materialentransitie. De chemie is een industrie die fossiele grondstoffen gebruikt, daar moeten alternatieven voor komen maar daar is nog weinig beleid voor. Daar heb ik andere ministeries bij nodig. Samen beleid ontwikkelen zodat alternatieve grondstoffen als vervanging van fossiel een kans krijgen. Dat lost dan gelijk een deel van de fossiele subsidies op.”
Het Grote Industriegesprek werd georganiseerd in een samenwerkingsverband door FME, VNO-NCW, MetaalUnie, VNP, VNCI, TNO en FNLI.
- TNO | Innovatieve maakindustrie cruciaal voor de Nederlandse economie
- FD | Industrie dreigt concurrentiepositie te verliezen
- FD | Europese industriëlen waarschuwen: ‘Nog zo’n decennium en we zijn gezien’
Foto's: Martijn Beekman