29.09.2021

Algemene Politieke Beschouwingen (APB) kort samengevat: klimaat centraal

Het Klimaatakkoord en de doelen die daarvoor gesteld zijn, werden tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) uitvoering besproken. Er moet nog veel gebeuren en dat is voor zowel het demissionaire als het volgende kabinet een belangrijke opdracht. Een meerderheid  van de politieke partijen onderstreept het belang van een groene industriepolitiek.

 

De VVD wil dat het kabinet bedrijven gaat helpen met het verduurzamen van de industrie. Voorop staat dat de aanpak haalbaar en betaalbaar moet zijn. D66 vindt dat er in de klimaatdiscussie meer aandacht moet komen voor biodiversiteit en de gevolgen van de klimaatcrisis. Ook herhaalt de partij de oproep aan grote bedrijven om met concrete stappen te komen. De SP en de PvdA willen dat de "grote vervuilers" gaan betalen. De Partij voor de Dieren is kritisch over het klimaatgeld waarvan het grootste deel naar CCS gaat, “waardoor de burger onderaan de streep opdraait voor de kosten”. CCS (opslag van CO2) wordt niet gezien als een eindoplossing, maar wel als middel om de klimaatdoelen te bereiken. De moties van respectievelijk Groep Van Haga om met CCS te stoppen en Ouwehand (PvdD) en Simons (BIJ1) om CCS uit te sluiten van de SDE++, werden verworpen.

'Waterstofbackbone'

Ook het CDA ziet de klimaatverandering als een van de belangrijkste uitdagingen. De oplossing ligt niet in een doorgeslagen individualisering, maar juist in samenwerking. Voor de christendemocraten staat voorop dat de maakindustrie in ons land moet blijven. Hiervoor is een regionale strategische agenda nodig om te voorkomen dat de maakindustrie een speelbal wordt van mondiale crises, handelsoorlogen en geopolitieke belangen. De Partij van de Arbeid vindt dat er nu nog te vaak wordt gekozen voor de belangen van een multinational in plaats van het milieu, dat volgens de partij voorop zou moeten staan.

Over het algemeen zijn de partijen het erover eens dat om een groene industrie te bereiken, een goede ‘waterstofbackbone’ een voorwaarde is. Hier moet in geïnvesteerd worden. 

Urgentie klimaatdoelen

Op de tweede dag van de APB volgde een debat met demissionair minister-president Rutte over de Rijksbegroting waarbij onder andere gesproken werd over de hoogte van de energierekening, verduurzaming van de industrie en het stikstofdossier.

De Miljoenennota laat volgens Rutte de urgentie van de klimaatdoelen zien. Er wordt 6,8 miljard euro voor uitgetrokken, maar dat is nog niet genoeg. Later dit jaar wordt de begroting voor klimaat mogelijk nog verhoogd. Rutte gaf aan dat de ODE-lasten voor het bedrijfsleven fors verhoogd zijn. De internationale concurrentiepositie wordt wel meegewogen. De hogere tarieven in Nederland moeten geen weglekeffect veroorzaken. De elf grootste bedrijven, waaronder Shell, Yara, SABIC, Dow en Tata Steel, moeten in Nederland blijven én schoon produceren, aldus Rutte. CCS is volgens het demissionaire kabinet een overgangstechnologie. Om volledig over te gaan op groene productie, ziet Rutte CCS als noodzakelijke tussenstap. Het opbouwen van een groene waterstofeconomie kost tijd en geld, evenals de infrastructuur die daarvoor nodig is. D66 ziet hierin expliciet een rol voor de overheid weggelegd om te assisteren bij een ‘waterstofbackbone’. Overheid en bedrijfsleven moeten samen werken aan duurzaamheid.

Het demissionaire kabinet staat positief tegenover de meeste voorstellen uit het Europese Fit for 55-pakket. Wel moet er op gelet worden dat de maatregelen uit de ETS, ESR en het CSF zich niet opstapelen.

Aangenomen moties

  • Motie Hermans (VVD) om de begroting en het belastingplan voor 2022 aan te passen door onder andere de ODE op elektriciteit te verlagen en de belastingvermindering Energiebelasting te verhogen.
  • Motie Dassen (Volt) c.s. om de plannen voor de beschikbare 5,8 miljard euro voor Nederland voor te bereiden uit de RRF.
  • Motie Van der Staaij (SGP) en Eerdmans (JA21) om de gevolgen van de Fit for 55-voorstellen voor huishoudens, mkb-bedrijven en overheidsuitgaven in kaart te brengen.