Aan welke consumentenproducten lever jij een bijdrage?

“De consument zal misschien niet meteen een product van ons kopen, maar we zitten in heel veel toepassingen die ze wel kennen. Wij maken hier in Heerlen verschillende Dyneema-garens en UniDirectional Composites (vezelversterkte materialen waarbij alle vezels in één richting liggen, -red.). UD maken we uit een deel van de garens die we hier zelf produceren. De garens worden bijvoorbeeld gebruikt in kogelwerende vesten voor politie en defensie, helmen voor militairen, snijbestendige veiligheidshandschoenen, lijnen voor zeilboten, lichtgewicht outdoor uitrustingen zoals rugzakken en tenten, maar je vindt onze vezels ook in sportkleding. Professionele wielrenners hebben beschermend textiel op de schouders en de heupen waardoor ze bij een val beter beschermd zijn tegen schaafwonden. En je zou als consument bij een bouwmarkt snijbestendige handschoenen kunnen kopen als je gaat klussen. Een meer business-to-business toepassing van onze vezels wordt gebruikt om er extreem sterke touwen van te maken waarmee schepen kunnen aanleggen en boordplatformen op hun plaats verankerd blijven.”

Wat vertel je aan je familie of vrienden als ze vragen wat voor werk je doet?

“Mijn man werkt ook in de chemie, dus die hoef ik niets uit te leggen. Hij kent de sector. Tegen de kinderen zeg ik dat ik de baas ben van een productielocatie. Dat vinden ze leuk: ‘Dus jij kunt alles doen wat je wil?’ Ik heb ze uitgelegd dat het zo natuurlijk niet werkt. Ik heb een voorbeeldfunctie voor de ruim tweehonderd mensen die bij Avient Protective Materials in Heerlen werken. Er wordt naar mij gekeken en daar moest ik in het begin wel even aan wennen. Ze zeggen het niet hardop, maar mijn kinderen vinden het geloof ik wel stoer dat ik verantwoordelijk ben voor zoveel mensen. In mijn vriendenkring werken sommigen ook in deze sector, maar als ik langs het voetbalveld sta en we hebben het over werk, dan leg ik al snel uit in welke producten en toepassingen onze vezels zitten. Daarmee wordt het voor mensen buiten de chemie concreter.”

Hoe ben je in deze baan terechtgekomen?

“Na mijn studie chemische technologie in Eindhoven ben ik in 1996 begonnen bij DSM, waar we toen nog onderdeel van waren. In 2022 is het bedrijf verkocht aan Avient. Binnen DSM heb ik ontzettend veel leuke dingen kunnen doen. Ik heb bij verschillende business units gewerkt in diverse functies. Ik ben technoloog geweest, was manager van een groep technologen, heb op corporate afdelingen gewerkt, ben parttime auditeur geweest voor interne processen en was als projectleider betrokken bij strategische projecten zoals nieuwe productontwikkelingen. Veel mensen die chemische technologie hebben gestudeerd, hebben allemaal een droom om ooit plant manager te worden. Ik ben er op een gegeven moment voor gevraagd. En moest er toch een nachtje over slapen. Je wordt verantwoordelijk voor tweehonderd medewerkers, ga ik daar niet van wakker liggen vroeg ik me af. Ik ben heel blij dat ik ja gezegd heb, want ik vind het een topbaan. Ik vind het leuk om een beetje op de grensvlakken van disciplines te werken. En dat is precies wat ik in deze baan vind. In mijn functie ben ik de spin in het web die ervoor zorgt dat mensen goed samenwerken.”

Wat zou jij je jongere zelf adviseren?

“Ik weet niet of ik dingen anders had gedaan met de kennis van nu. Maar een advies zou zijn om niet te veel te plannen. Wat je precies wil, komt misschien niet altijd op jouw pad. Als je daar op blijft staren, zie je andere mogelijkheden misschien niet. Dus sta vooral open voor nieuwe dingen en durf dan in het diepe te springen. Niets komt je zomaar aanwaaien, dus je moet soms wel gewoon je vinger opsteken als zich een kans voordoet. Het grappige is dat ik gevraagd ben voor deze functie, terwijl ik eerder op een andere baan had gesolliciteerd. Die baan kreeg ik toen niet, maar toen wisten ze wel dat ik openstond voor iets nieuws. Dus als iets een keer niet lukt, wees dan niet teleurgesteld. Een ander advies zou zijn dat je dingen niet altijd persoonlijk moet opvatten. Ik had toen ik jonger was weleens discussies waarbij ik dan dacht dat ik iets verkeerd had gedaan. Dat trok ik mij aan, maar later bleek dat het helemaal geen persoonlijke aanval was. Ik heb geleerd dat het prima is om het soms oneens te zijn met elkaar.”

Wat levert je werk je op?

“Ik vind mijn werk ontzettend leuk. Thuiszitten is niets voor mij en ik denk dat ik ook echt geen leuke moeder zou zijn geweest als ik mijn werk niet had gehad. In mijn huidige rol kan ik processen verbeteren en mensen helpen om zich te ontwikkelen. Ik kijk altijd naar mogelijkheden om mensen te koppelen aan een leuke opdracht of nieuwe uitdaging. Het gevoel dat je daarmee iets bijdraagt, geeft voldoening. Ik ben geen manager die de hele tijd over iemands schouder meekijkt. Je moet mensen vertrouwen geven, accepteren dat het soms ook fout gaat of dat zij het op een andere manier doen dan jij. Ik vind het enorm leuk om met mensen te werken en zie mezelf voorlopig nog lang niet stoppen. Ik was vorig jaar in China en hoorde dat vrouwen in de productie daar al op hun vijftigste met pensioen mogen en vrouwelijke kantoormedewerkers als ze 55 zijn. Ik moet er niet aan denken!”

Op welke prestatie ben je het meest trots?

“Een van de dingen waar ik heel erg trots op ben, is dat we op dit moment al ruim 650 dagen zonder recordable incidenten zijn doorgekomen. Dat vind ik echt een bijzondere prestatie die alleen mogelijk is omdat we het met z’n allen doen. Trots ben ik ook op de resultaten van de internationale engagement survey, Great Place to Work, waar we aan deelnemen. Het zijn een stuk of zestig vragen en 78 procent van de antwoorden is positief. Op de vraag of Avient een fijne plek is om te werken, geeft 86 procent ja als antwoord. Het bewijst voor mij dat we hier een sfeer creëren waar mensen graag onderdeel van zijn. Ze komen met plezier naar hun werk en blijven over het algemeen ook lang bij ons dienst. Er werken hier nog mensen die ik in de periode tussen 2000 en 2004 tegenkwam toen ik procestechnoloog was. In de DSM-tijd was er echt een familiesfeer en het is fijn om te zien dat we dat gevoel hebben kunnen vasthouden.”

Als je iets zou mogen veranderen aan je baan, wat zou dat dan zijn?

“Een van de voordelen uit de DSM-tijd was dat ik als parttime auditeur regelmatig op andere locaties in de wereld zat. Je kwam nog eens ergens, maar zo’n audit was natuurlijk ook bedoeld om te kijken bij andere bedrijven. Hoe doen ze het daar? Welke slimme ideeën kunnen we zelf ook toepassen? Je nam altijd wel iets mee voor je eigen organisatie. Het was leuk en leerzaam en dat mis ik nog weleens.”

Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet?

“Dat vind ik dus een hele moeilijke vraag. Als ik al iets zou weten wat ik leuker vind om te doen, dan was ik er allang achteraan gegaan. Hoewel ik het ontzettend naar mijn zin heb in deze rol bij dit bedrijf, denk ik niet dat ik dit tot aan mijn pensioen blijf doen. Wie weet ga ik nog voor een internationale functie. Maar ik moet ook eerlijk zeggen: Dyneema zit wel in mijn hart.”