Soapbox SDG-Challenge: ‘Voor duurzame oplossingen heb je verschillende disciplines nodig’
Tekst: Ingeborg Abendanon
Gepubliceerd: 18.06.2025
Joris van Santen is global partnerschip manager van de SDG-Challenge, een competitie die onder de vlag van Soapbox wordt georganiseerd. “Soapbox bestaat al een jaar of vijftien en heeft door heel Nederland educatieve projecten, programma’s en challenges ontwikkeld. Vanaf het begin stond één ding centraal: jongeren een stem geven. Zes jaar geleden klopte de vereniging van universiteiten bij ons aan. Zij zagen dat op verschillende universiteiten allerlei studenten vanuit hun eigen discipline toffe dingen zaten te bedenken voor duurzaamheidsvraagstukken. Maar de complexiteit ervan vraagt om een bredere aanpak. Er is niet één simpele oplossing, was het maar zo makkelijk. Voor deze uitdagingen is een multidisciplinaire opzet nodig waarbij studenten met verschillende achtergronden en kennis met elkaar aan de slag gaan. De vraag aan ons was dus: kunnen jullie daar iets voor bedenken? Zo is de Soapbox SDG-Challenge ontstaan.”
Duurzaamheidsvraagstuk
Voor bedrijven begint deelname aan de SDG-Challenge met het formuleren van een concreet duurzaamheidsvraagstuk. En daar kijkt Soapbox kritisch in mee. Joris: “Bedrijven melden zich bij ons aan en betalen daar een fee voor. Samen met hen kijken we hoe we de vraag zo goed mogelijk kunnen formuleren. Daarna zetten wij de challenges op ons platform en kunnen studenten zich aanmelden. Daarbij moeten ze een motivatie schrijven waarom ze denken dat zij een bepaald vraagstuk kunnen oplossen en hun cv uploaden. Wij kiezen uit alle aanmeldingen de zes beste studenten voor een bepaalde challenge. En het allerleukste element is dat de teams heel gevarieerd zijn. Een techneut van de TU Delft gaat samenwerken met een psychologiestudent van de Universiteit van Amsterdam en een economiestudent van de Erasmus Universiteit in Rotterdam.”
De Soapbox SDG-Challenge wordt twee keer per academisch jaar georganiseerd. Joris: “Uit die twee rondes worden zes teams geselecteerd die in de finale strijden om de eerste plek. Dat competitie-element is natuurlijk leuk, maar de finale is ook een evenement waarbij we al die partijen bij elkaar laten komen. Bedrijven, universiteiten, studenten, media en andere partners die hun kennis delen en elkaar verder helpen naar een duurzame toekomst.”
De meeste studenten die zich aanmelden, zitten in de laatste fase van hun studie. “Iedereen kan zich inschrijven, het aanmeldproces is inclusief, maar we zien dat de sterkste profielen over het algemeen wel bij de afstudeerders zitten. Twee jaar geleden hebben we ook de hogescholen erbij betrokken waardoor we hbo- en wo-studenten met verschillende achtergronden en kennis samen laten optrekken. Nu zijn we bezig met een pilot om ook mbo-studenten te laten aansluiten. We hebben al wat hackatons georganiseerd en die waren zeer succesvol. Onze ambitie is om ook het middelbaar beroepsonderwijs te integreren in de SDG-Challenge.”
Limonadefles wordt zeepflacon
Joris heeft bij alle edities mooie duurzaamheidsvraagstukken en oplossingen voorbij zien komen. “Een mooi voorbeeld is het hergebruik van limonadeflesjes. De producent zag dat de flesjes na consumptie werden weggegooid en zocht een oplossing daarvoor. De studenten hebben een groot onderzoek uitgevoerd om ideeën te verzamelen. Daarvoor zijn ze de straat opgegaan en hebben ze veel mensen geïnterviewd. Uit die ideeën hebben ze een aantal gekozen die ze vervolgens hebben voorgelegd aan een testpanel. De limonadeproducent heeft nu op de website een handleiding staan met tips over het hergebruik van de flesjes. Een limonadefles kun je omtoveren tot een zeepflacon. Ontzettend mooi om te zien dat zo’n leverancier er ook echt iets mee gedaan heeft. Het is onderdeel geworden van hun propositie om hun klanten te laten inzien dat de fles geen afval is, maar opnieuw kan worden ingezet voor een ander doel.”
Lokale biodiversiteit
Joris vervolgt: “Een ander voorbeeld is een koffieproducent die iets wilde doen met biodiversiteit. Dat is supercomplex. Bedrijven willen wel, maar weten vaak niet hoe en wat. De studenten hebben voor deze producent een model ontwikkeld waarbij elke koffiefabriek zijn eigen informatie kan invoeren. Met die lokale factoren wordt rekening gehouden en fabrieken krijgen via dat model een uitkomst hoe zij op hún locatie het meeste kunnen bereiken op het gebied van biodiversiteit. Die blauwdruk wordt nu verder doorgevoerd in de organisatie zodat elke fabriek op de best mogelijke manier aan de slag kan. Uniformiteit bestaat niet, elke context is anders. Dit model houdt daar rekening mee.”
Energiereductie
Ook een welness center nam deel aan de challenge. De uitdaging was om vijf procent energieverbruik te reduceren en zij dachten dat de oplossing in de machinekamer gezocht moest worden. Joris: “Tijdens de pauze liepen we met z’n allen naar buiten en opeens vroeg een student: ‘Waait het hier altijd zo hard?’ Ze maakte een snelle rekensom en constateerde een enorm hitteverlies door de wind. Door het plaatsen van een glazen wand kon er twintig procent energiereductie gerealiseerd worden. Dat toont aan dat bedrijven vaak in hun eigen tunnelvisie zitten en niet meer kijken naar andere opties. Juist de frisse, kritische blik van buiten levert verrassende oplossingen op.”
Dé sleutel voor succes volgens Joris, is de wisselwerking tussen de bedrijven en de studenten. “Dat heb ik ook nu weer gezien bij Dow en Bayer, twee van de zes finalisten. Vanuit verschillende disciplines stonden er medewerkers klaar om te helpen. De studenten werden serieus genomen en dat voelden ze ook waardoor ze extra hard hun best gingen doen. Dat is voor ons als organisatie fantastisch om te zien.” De SDG-Challenge is een mooie springplank voor jong talent en tegelijkertijd een instrument voor bedrijven om écht iets te doen met duurzaamheid. Daarbij plaatst Joris tot slot een kanttekening: “Voor bedrijven die het alleen voor het leuke marketingplaatje aan de buitenkant doen, zijn we streng. Je moet echt openstaan voor kritische feedback van de studenten om samen te komen tot oplossingen die goed zijn voor onze planeet.”
Dow: recycling van plastic auto-onderdelen
Vanuit het Zwitserse kantoor van Dow houdt Mary-Jane Hogg, global director Feedstocks of the Future Strategy, zich bezig met de transitie van fossiele naar duurzame grondstoffen. Ze is enthousiast over de Soapbox SDG-Challenge.
Wat was de aanleiding om mee te doen aan deze competitie?
“Het initiatief om deel te nemen kwam vanuit ons STEM-team (Science, Technology, Engineering & Mathematics) - een strategisch programma dat jonge, multidisciplinaire denkers betrekt bij het vormgeven van duurzame chemie - en werd gerealiseerd in samenwerking met RISE, een Employee Resource Group (ERG’s). Binnen Dow hebben we verschillende ERG’s, waaronder RISE, een groep die medewerkers ondersteunt in hun eerste vijf jaar bij het bedrijf.
Zij hebben nauw samengewerkt aan de Soapbox SDG-Challenge, ook met de gedachte dat we hiermee aan potentiële medewerkers konden laten zien wat ze bij Dow kunnen doen. Jonge mensen komen met inspirerende ideeën. Zij helpen ons om oude disciplines los te laten en andere stappen te zetten richting de groene chemie van de toekomst. Wat ons enorm aansprak in deze challenge is de multidisciplinaire aanpak waarbij studenten met totaal verschillende studies samen gaan werken aan de oplossingen die we nodig hebben. In ons team zat bijvoorbeeld een student astrofysica. Deelname was voor ons een geweldige kans om bestaande patronen te doorbreken.”
Welke opdracht hebben jullie geformuleerd?
“Bij Dow draait alles om de transitie naar een duurzame toekomst. Een van onze uitdagingen is de automotive-industrie. Auto’s hebben ten minste tien verschillende soorten plastic en het recyclingproces is daardoor erg ingewikkeld. Voor niet-chemici vergelijk ik het weleens met bonen. Je kunt in een recept de sperziebonen vervangen door bruine bonen. Wat je overhoudt, is misschien wel eetbaar maar vast niet zo smaakvol als het originele recept. Negentig procent van een auto is staal, maar het restant is een hele complexe mix van plastics. De challenge was dus wat we kunnen doen met die verschillende soorten plastic en welke technologie geschikt is om de recyclinggraad te vergroten.”
Wat was het meest verrassende waar de studenten mee kwamen?
“Wat we misschien wel het meest verrast heeft, is de diepgang die ze meebrachten in relatie tot technologieën die er al zijn. We dachten dat we er zelf al veel over wisten, maar zij hebben de lat echt hoger gelegd. Wat ik ook verrassend vond, was de manier waarop zij kijken naar de carbon footprint. Hun benadering was holistisch en dat is heel anders dan hoe een chemicus of en technicus er naar kijkt.”
Wat neem jij mee uit deze challenge?
“Ik heb om te beginnen meteen een medewerker aan ons Feedstocks of the Future Team toegevoegd die geen chemische achtergrond heeft, maar wel veel van de afvalsector weet. Als wij samen door dezelfde fabriek lopen, ziet hij hele andere dingen dan ik. Daarnaast heb ik tijdens de challenge gezien hoe intensief Dow-medewerkers betrokken waren bij het coachen van de studenten. Dat heeft ook een positief effect gehad op de interne samenwerking tussen verschillende afdelingen. En de input van de studenten is meegenomen in een Italiaans recyclingproject: een samenwerking met de Fiori Group, marktleider in het sorteren van materialen uit end-of-life voertuigen (ELVs). Tegelijkertijd lopen er gesprekken met belangrijke spelers in de Nederlandse autorecyclingsector. Voor mij persoonlijk was chemische recycling altijd een complex onderwerp, maar de samenwerking met de studenten heeft mij nieuwe energie gegeven om dit verder op te pakken.”
Bayer: restafval van veredeling
Jan Cees Bron is communication business partner bij Bayer Crop Science, de tak binnen chemieconcern Bayer die zich bezighoudt met gewasbescherming, biotechnologie en zaaizaden. Het is de derde keer dat Bayer deelneemt aan de Soapbox SDG-Challenge.
Wat was de aanleiding om mee te doen aan de Soapbox Challenge?
“Deels doen we dat omdat veel mensen niet begrijpen wat wij nou precies doen, bijvoorbeeld in de landbouw. Rondom gewasbeschermingsmiddelen hangt een vrij negatief beeld. Blijven communiceren over nut en noodzaak van gewasbescherming is vaak defensief, we willen ook een positief verhaal brengen. Wat veel mensen niet weten, is dat we ook actief zijn in de veredeling van zaden. Met de deelname aan deze challenge kunnen we dat verhaal vertellen. Een tweede reden is dat we willen leren van jonge mensen. Bayer Crop Science is, als ik even kort door de bocht formuleer, toch een verzameling van veertigers en vijftigers die met een landbouw- of chemieachtergrond naar de wereld kijkt. We willen jongeren betrekken bij ons bedrijf zodat zij ons anders leren kijken. Het allerbelangrijkst is natuurlijk dat we op allerlei terreinen willen verduurzamen, en daarbij een extra paar ogen van buiten goed kunnen gebruiken.”
Welke opdracht hebben jullie geformuleerd?
“In onze vestiging in Bergschenhoek zijn we bezig met veredeling van zaden voor de glastuinbouw, zoals tomaten, paprika en komkommer. Onderzoekers kruisen de eigenschappen van verschillende soorten om zo tot een beter ras te komen. Het duurt jaren voordat je een succesvol nieuw ras hebt ontwikkeld en daarbij gaat veel verloren. Een onderzoeker heeft uitgerekend dat we per week veertigduizend vruchten weggooien. Die worden opgehaald en daar wordt nog een beetje energie uit gewonnen, maar het is niet de meest duurzame manier om met voedsel om te gaan. Onze vraag aan de studenten in deze challenge was dus om te kijken of er andere oplossingen zijn voor de reststromen uit ons veredelingsproces.”
Waar zijn de studenten mee gekomen?
“Ze hebben ons drie oplossingen gegeven. De eerste was een samenwerking met Soupalicious. Groente en fruit dat niet meer verkocht kan worden of niet voldoet aan onze standaarden, wordt verwerkt in soep. Met elke liter soep die een consument koopt, wordt er ook een liter soep aan de voedselbank geschonken. Over deze oplossing is Soupalicious zelf ook heel enthousiast. Een tweede richting die ze ons meegaven, was de optie om de restanten via de Groente & Fruit Brigade te doneren aan de voedselbank. Het derde voorstel van de studenten was de vergisting in eigen beheer nemen. Dat hebben ze heel goed uitgewerkt, maar het bleek een te dure optie omdat de volumes te klein zijn.”
De eerste twee oplossingen lijken simpel, of niet?
“Het is niet zo dat we zelf nooit gekeken hebben naar opties om de restanten weg te geven of te verkopen. Een van de redenen waarom we het in het verleden niet gedaan hebben, was de angst dat het afbreuk doet aan onze reputatie als premium-merk in groenten. En er was ook wel wat zorg over juridische aspecten. Stel dat mensen ziek worden van onze restproducten? We zijn met Soupalicious en de Groente & Fruit Brigade in gesprek, maar onze juridische afdeling is er ook mee bezig. Hoe kunnen we dit goed organiseren en hoe kunnen we mogelijke risico’s reduceren.”
Wat neem jij mee uit deze challenge?
“Als je kijkt naar de kosten die gepaard gaan met deze reststromen, dan zijn die op het grotere geheel relatief beperkt. De houding intern is al snel gericht op oplossingen waarmee we een grotere slag kunnen slaan. Maar zo’n challenge als deze dwingt ons op een goede manier om ook te kijken naar kleinere oplossingen. Misschien lijken ze op het eerste gezicht minder spectaculair, maar het is goed dat we ze in kaart brengen en gaan uitvoeren.”
Finale SDG-Challenge 2025
Op 3 juli strijden zes teams in de finale van de Soapbox SDG-Challenge 2025. Genomineerd zijn Dow, Bayer, TANATEX, Solarwatt, provincie Gelderland en JDE Peets. In de finale geven de studenten een laatste pitch over hun oplossing voor de challenge. De jury bepaalt wie de winnaar is. Ook is er een Partner of the Year Award voor de meest betrokken partner en een Audience Award voor het team dat in juni de meeste publieksstemmen heeft verzameld.
De jury bestaat dit jaar uit Anna Pot (SDG-coördinator BuZa), Suzanne Laszlo (directeur UNICEF), Emilio Munoz Guerrero (SDG-Challenge Alumnus), Michelle Meier (Young SDG UN Global Compact & Nationale Nederlanden) en Willemien Gerrits (Unilever).