Schoonmaak- en wasproducten Unilever in 2030 fossielvrij en veilig

Vorig jaar presenteerde de Europese Commissie de Chemicals Strategy for Sustainability. Deze chemicaliënstrategie kondigt een verbod aan op het gebruik van de meest schadelijke chemicaliën in consumentenproducten. Unilever is er klaar voor. “Wij zijn altijd al heel proactief geweest in het aanpassen van onze chemicaliën voordat bepaalde wettelijke voorschriften dat gingen opleggen”, zegt Wilfried Blokzijl, R&D Director Homecare.

Tekst: Igor Znidarsic

‘We’re reimagining the future of cleaning and it starts with reinventing a century-old history of chemistry. Billions of people around the world are asking for products that are tough on germs and stains, and ever more convenient to use. But now, people also want these products to be kinder to the planet. The science and technology now exist to make this possible’.

Zo staat op de Unilever-website de vorig jaar september gepresenteerde Clean Future kort samengevat. Clean Future is een tienjarig innovatieprogramma waarin alle schoonmaak- en wasproducten van de Home Care-divisie, waaronder Omo, Sunlight en Cif, worden verduurzaamd. De chemicaliën die worden gebruikt in de schoonmaak- en wasproducten zijn verantwoordelijk voor het grootste deel van de ecologische voetafdruk (46 procent) van de Unilever-producten.

De verduurzaming is met name gericht op het vervangen van fossiel-gebaseerde grondstoffen door alternatieve koolstofbronnen, hetzij hernieuwbaar, hetzij gerecycled. Dit geldt niet alleen voor de producten, maar ook voor de verpakkingen. In 2025 moeten alle Home Care-producten fossielvrij zijn en alle verpakkingen recyclebaar, herbruikbaar of composteerbaar, en in 2039 geheel CO2-emissievrij geproduceerd. Unilever trekt 1 miljard euro uit voor de benodigde R&D.

In 2030 zullen de producten ook volledig biologisch afbreekbaar zijn. Daarmee voldoet Unilever aan een belangrijke eis van de Chemicals Strategy for Sustainability (CSS), de ingrijpende chemicaliënstrategie die de Europese Commissie vorig jaar presenteerde. Met CSS wil Europa een nieuwe standaard voor veilige en duurzame chemicaliën en producten neerzetten en door het uitbannen van de meest schadelijke chemicaliën in consumentenproducten zorgen voor betere bescherming van de gezondheid van haar burgers en het leefmilieu.


Chemie Magazine 


“Er is een grote overlap tussen de Chemicals Strategy for Sustainability en Clean Future, niet alleen op het gebied van CO2-reductie maar ook op het gebeid van veiligheid van stoffen”, zegt Wilfried Blokzijl, R&D Director Homecare Europe, die een achtergrond heeft als polymeerorganisch chemicus. "Unilever wil groene, fossielvrije, en tegelijkertijd veilige moleculen gebruiken. Daarbij speelt consumentenvertrouwen een grote rol. Consumenten moeten onze producten kunnen vertrouwen."

Wilfried Blokzijl: "Unilever wil groene, fossielvrije, en tegelijkertijd veilige moleculen gebruiken." | Foto: Harmen de Jong


Op basis van welke criteria maakt Unilever de keuze om een stof niet meer toe te passen?

Wilfried Blokzijl: "We hebben een interne standaard voor benadering van chemicaliën, en daar staan ook chemicaliën op die wij uit onze producten verwijderen. We hebben een team dat ons daarover adviseert en richtlijnen geeft. De criteria zijn gebaseerd op risicoanalyse en assessment, maar ze gaan vaak verder dan wat de wet- en regelgeving voorschrijft. Wij zijn altijd al heel proactief geweest in het aanpassen van onze chemicaliën voordat bepaalde wettelijke voorschriften dat gingen opleggen."

Kun je wat voorbeelden noemen?

"Onder andere in de parfums worden chemicaliën steeds nadrukkelijk her-beoordeeld. Wij hebben daar een heel (pro)actieve rol in. Denk bijvoorbeeld aan de synthetische geurstof lilial, waar we al jaren geleden mee begonnen zijn om die uit onze producten te verwijderen. We werken daarin nauw samen met onze partners in de geurstoffenindustrie."

"Een ander voorbeeld zijn microplastics. De Europese Commissie komt eind dit jaar met regulering. Daar zijn we sterk bij betrokken. We voorzagen waar de discussie heen gaat en zijn al voor 2020 gaan zoeken naar alternatieven voor enkele ingrediënten die nu als microplastic gekwalificeerd zullen gaan worden, zoals gecapsuleerd parfum."

"Ook een voorbeeld zijn conserveermiddelen, waar veel discussie over is, zoals de isothiazolinones, vanwege huidallergieën. Ook die zijn we proactief aan het uitfaseren."

Wat is het uiteindelijke criterium om bijvoorbeeld een hormoon-verstorende stof te verwijderen?

"Het is een combinatie van vooral wetenschappelijk onderzoek en regelgeving die we zien aankomen, maar natuurlijk ook de publieke opinie en consumentenvertrouwen."

De meningen over de risico's zijn vaak verdeeld.

"Dat klopt. We volgen de discussies en wetenschappelijke bewijzen nadrukkelijk. In het geval van parfumingrediënten bijvoorbeeld via de International Fragrance Association. We werken veel samen met de geurstoffenindustrie. Op basis daarvan vormen wij een opinie over een stof. Soms zitten we volledig op dezelfde lijn met de industrie, soms lopen wij voorop en zeggen we dat we een bepaald ingrediënt niet langer gaan gebruiken. We voeren daar een eigen koers in."

De producenten van geurstoffen moeten vervolgens een substituut ontwikkelen. Kan dat altijd?

"Niet altijd. Of het kan wel, maar duurt het heel lang. Je moet dan soms een compromis sluiten. Dan kan het gebeuren dat bijvoorbeeld een parfum dat wij gebruiken een tijdje iets anders ruikt dan daarvoor. Maar we maken die beslissing wel, op basis van consumentenonderzoeken. Consumenten kunnen bijvoorbeeld ook aangeven dat ze een melkachtig vloeibaar wasmiddel willen, want dat geeft hun een verzorgend gevoel. Als dat alleen met een bepaalde stof bereikt kan worden die wij niet meer willen gebruiken, kan het product er bij gebrek aan een alternatief op korte termijn wat ‘minder verzorgend’ uitzien in de ogen van de consument."

“Hetzelfde geldt voor de carbon-footprint van producten. We faseren fossiel-gebaseerde producten uit en vervangen die door hernieuwbare alternatieven als we die hebben. Mét de compromissen die daarbij kunnen horen.”

 

"Ik kan niet één chemisch bedrijf noemen dat niet met ons aan tafel zit omdat ze het onzin vinden wat wij doen."

 

Hoe ver werkt Clean Future door in de keten?

"Tot aan de basis: de chemische industrie. We gaan terug naar het laagmoleculair organisch niveau om te kijken hoe je moleculen of producten anders kunt samenstellen. Wij maken zelf geen chemische ingrediënten, maar we hebben daar wel ideeën over en zijn nadrukkelijk betrokken bij de hele keten en proberen met partners samenwerkingsverbanden aan te gaan. Dat lukt niet altijd, maar de meeste partners zijn heel enthousiast om met ons samen te werken."

Komen jullie ook weerstand tegen?

"We zien bij de meeste bedrijven vooral veel enthousiasme om mee te werken aan deze transitie. De weerstand zit meer in de route er naartoe. Producenten vragen zich af of wij als eindproducent gaan meebetalen aan de transitie als hun chemicaliën duurder worden op de korte termijn. Die discussies zijn er. Ook als wij ons te veel willen bemoeien met de oorsprong van ingrediënten hebben chemiebedrijven soms zoiets van, ik chargeer nu: waar bemoei je je mee? Ik snap dat wel, ze willen de vrijheid hebben om hun eigen routes te zoeken. Wij willen daar alleen maar graag bij helpen. Vaak wordt dat gewaardeerd, soms wat minder."

Een oppervlakte-actieve stof bijvoorbeeld heeft ook als deze fossielvrij is nog steeds die oppervlakte-actieve eigenschap, die in het oppervlaktewater niet fijn is voor bepaalde beestjes. Hoe gaan jullie daarmee om?

"Wij streven naar volledig biologisch afbreekbare stoffen. Die hebben minder impact op het milieu omdat ze in korte tijd volledig afbreken."

Bij de presentatie van Clean Future zei Peter ter Kulve, president Home Care, Health & Wellbeing: 'Als je door wilt met Unilever, moet je zorgen dat je aansluit bij onze nieuwe visie van schoonmaken.' Dat klonk een beetje dreigend.

"Op het moment dat onze chemische toeleveranciers geen bereidheid tonen om hun producten te innoveren en met ons te kijken naar alternatieven, hebben wij minder interesse om met zo’n toeleverancier in de toekomst samen te werken. Maar in de praktijk gebeurt dat nauwelijks. Belangrijker is de termijn waarop grote bedrijven in staat zijn om de transitie te maken. Je zou op de korte termijn met andere partners misschien eerder tot succes komen dan met de wat meer traditionele partners die het moeilijk vinden om de transitie te maken. Dat wil niet zeggen dat ze de transitie niet maken, maar het tijdspad is anders.”

Hebben CSS en Clean Future effect op de concurrentiepositie van Unilever?

"We zijn in Europa gevestigd, maar we zijn een internationaal bedrijf. Mijn collega in Zuidoost-Azië is net zo enthousiast bezig met Clean Future als ik. Wij willen wereldwijd in 2030 volledig fossielvrij zijn, en we spelen daar in Europa een voortrekkersrol in. Er is een heel belangrijke rol voor de Europese tak van de Home Care-divisie, om de transitie vorm te geven, in samenwerking met de chemie. Wij denken dat dit Unilever uiteindelijk een economisch voordeel gaat opleveren, omdat consumenten onze producten vertrouwen. CCS kan ervoor zorgen dat de hele chemische industrie in Europa de transitie sneller kan maken. Daar zal de hele industrie uiteindelijk van profiteren, want alles draait uiteindelijk om consumentenvertrouwen, ook wat betreft de chemische industrie.”

Hoe welwillend is de chemische industrie, die aan het begin staat van de keten?

"Ik kan niet één chemisch bedrijf noemen dat niet met ons aan tafel zit omdat ze het onzin vinden wat wij doen. Vanuit mijn perspectief zie ik dat de mensen in de chemische industrie zeer bereid zijn om met ons mee te denken en de transitie vorm te geven. De vraag die ze stellen is wel: gaan jullie dit echt doen? Want anders zijn hun investeringen voorbarig. Een andere vraag die ze stellen is: wanneer gaan jullie dit doen, wat is het tijdspad?"

Zijn er al Unilever-producten die volledig aan Clean Future-criteria voldoen?

"Nog niet. We kunnen nu al wel voor 98,99 procent biologisch degradeerbare producten maken, maar die laatste procenten zijn nog lastig. Er zijn altijd kleine chemische componenten die we nog niet volledig kunnen vervangen. Je kunt grote stappen maken op de korte termijn, maar dan loop je soms tegen een harde dobber aan voor het laatste stukje. Wat betreft Home Care denk ik wel dat wij het eerste product dat volledig voldoet aan de nieuwe normen voor 2025 in de winkel hebben. De target van 2030 geldt voor de hele portfolio, maar we willen al eerder voorbeelden creëren om te laten zien dat het kan. Dat is een kwestie van pilots draaien, ook met kleinere bedrijven, en daarna op grotere schaal doorontwikkelen. We hebben nu al producten op de markt met 100 procent hernieuwbare en bio-degradeerbare parfums. Dat gaan we de komend tijd steeds meer zien, niet allen vanuit Home Care maar ook vanuit Beauty & Personal Care.”


Over Unilever

Unilever is een multinationale onderneming op het gebied van voedingsmiddelen, persoonlijke verzorging en schoonmaakartikelen met Nederlandse en Britse beginselen. Het hoofdkantoor is gevestigd in Londen. Elke dag maken 2,5 miljard mensen gebruik van de producten. Onder de meer dan 400 merken die worden verkocht in 190 landen bevinden zich onder meer Calvé, Knorr en Ben & Jerry’s (voeding en dranken), Biotex, Glorix en Robijn (huishoudelijke verzorging) en Dove, Prodent en Axe (persoonlijke verzorging). Het bedrijf behaalde in 2020 een omzet van 51 miljard euro, waarvan 22 procent in Europa. Er werken 149.000 mensen wereldwijd.


Lees ook 

IFRA over CSS: “De vraag is hoe we gevaarlijke stoffen definiëren”