Saskia Kliphuis, Corbion: 'Biotechnologiesector heeft enorme potentie'

Het Nederlandse biotechbedrijf Corbion maakt al ruim honderd jaar gebruik van fermentatie, een natuurlijk proces waarbij bacteriën suiker omzetten in melkzuur. Volgens Saskia Kliphuis, Public Affairs manager, kan de biotechnologiesector in belangrijke mate bijdragen aan de modernisering en verduurzaming van de industrie, de Europese concurrentiekracht en het spaarzaam omgaan met grondstoffen.

Tekst: Emma van Laar
Beeld: Hans Tak
Gepubliceerd: 16.09.2024

Melkzuur werkt antibacterieel in bijvoorbeeld handzeep, conserveert voedingsmiddelen als brood en vlees en er kan oplosbaar hechtdraad en bioplastic van gemaakt worden. “En zo zijn er nog veel meer innovatieve toepassingen die we willen onderzoeken om tot duurzame oplossingen te komen voor de uitdagingen waar we als samenleving voor staan”, aldus Saskia, die vertelt over de visie van Corbion en de kansen en uitdagingen voor biotechnologie in Europa.

Hoe ben je bij Corbion terechtgekomen?

“Ik ben na mijn middelbare school agroproductkunde gaan studeren, een opleiding die niet meer bestaat. Dat is jammer want het was een unieke opleiding die commerciële en technologische kennis combineerde. Ik kwam, na een aantal jaar gewerkt te hebben als kwaliteitsmanager, terecht bij het Kenniscentrum suiker & voeding. Daar kon ik zowel mijn technische expertise als mijn marketingkennis toepassen. De hoofdtaak in deze functie was het bijhouden van ontwikkelingen op het gebied van wetgeving, maar suiker is op dat vlak niet zo spannend. Ik wilde graag een volgende stap maken. Zo ben ik in 2016 bij Corbion terechtgekomen als Regulatory Affairs manager food. Halverwege 2023 heb ik de overstap gemaakt naar de afdeling Public Affairs. Als onderdeel van mijn regulatory werk bij Corbion, maar ook al daarvoor, was ik nauw betrokken bij brancheverenigingen. Ik vind dat erg leuk en het sluit goed aan op mijn achtergrond en ervaring in zowel wetgeving als het commerciële stuk en mijn interesse in communicatie. In mijn huidige functie komt dat allemaal samen.”

‘De ontwikkeling van de techniek is één, maar opschaling en de stap naar de markt maken is vaak lastig, zeker in Europa’

Wat maakt dat je bij Corbion op je plek zit?

“Ik ken Corbion inmiddels goed en heb met veel afdelingen samen gewerkt. Ik weet wat er op de productiesite in Gorinchem gebeurt en dat maakt dat ik kan schakelen tussen het technische en wat we als bedrijf willen communiceren en uitstralen. Het leuke aan deze positie is dat ik strategischer bezig ben, ik kan meedenken over en bijdragen aan waar we als bedrijf heen willen. Bovendien is het prettig werken met fijne collega’s, iets wat ik heel belangrijk vind. En het is mooi dat we zo anders zijn dan andere bedrijven. We zijn een internationaal maar klein bedrijf vergeleken met andere spelers. Met behulp van het eeuwenoude fermentatieproces doen we unieke dingen en het is bijzonder dat ik daarover mag vertellen.”

Hoe zetten jullie fermentatie in?

“We gebruiken onze expertise op het gebied van fermentatietechnologie om duurzame oplossingen te bieden voor diverse markten, variërend van voedsel en diervoeding tot huishoudelijke en persoonlijke verzorging, farmaceutische producten, elektronica, implanteerbare medische hulpmiddelen en bioplastics. Melkzuur vormt de basis, een natuurlijk biobased product dat veilig en biologisch afbreekbaar is. We zijn steeds op zoek naar wat we nog meer kunnen doen met deze fermentatietechnologie. Zo hebben we in 2018 een bedrijf overgenomen dat algenolie produceert met fermentatie. We zijn het eerste bedrijf dat fermentatie op industriële schaal gebruikt om omega 3-olie uit algen te produceren, als plantaardig alternatief voor visolie. Een andere mooi voorbeeld is de joint venture met TotalEnergies waar we het bioplastic polylactide (PLA) op basis van melkzuur maken, een polymeer die zowel biologisch geproduceerd als biologisch afbreekbaar is. Er is nog veel meer mogelijk, maar dat betekent niet dat het eenvoudig is. De ontwikkeling van de techniek is één, maar opschaling en de stap naar de markt maken is vaak lastig, zeker in Europa.”

"De biotechnologiesector is nog klein in Europa. Dat komt onder meer omdat wetgeving lastig is." 

Waar loop je tegenaan als biotechbedrijf in Europa?

“Laat ik onze algenfabriek als voorbeeld nemen om te laten zien waar je over na moet denken. Onze algenfabriek staat in Brazilië, naast de suikerfabriek en binnen dertig kilometer van de suikerrietvelden. Bovendien wordt bagasse, een reststroom van de suikerfabriek ingezet als energiebron, op die manier draaien zowel de suiker- als algenfabriek op duurzame energie. Voor het fermentatieproces is veel water nodig, dat water brengen we door middel van irrigatie terug naar de suikerrietvelden. We zetten ons in om het geheel zo circulair mogelijk te maken. Maar er spelen meer zaken een rol: naast toegang tot voldoende duurzame grondstoffen, voldoende (groene) energie en voldoende geschoolde arbeidskrachten zijn ook regelgevende en wetgevende aspecten van invloed.  In 2020 waren we ook op zoek naar een plek om onze nieuwe circulaire melkzuurfabriek te vestigen. Uiteindelijk hebben we voor een plek in Thailand gekozen. We hebben Nederland zeker overwogen, een voordeel van hier produceren zou het lokaal bedienen van de Europese markt zijn, maar daar is om meerdere redenen niet voor gekozen. We hadden in Thailand al een melkzuurfabriek en ook de bioplastics fabriek van onze joint venture met TotalEnergies staat daar. Dat maakt het qua grondstoffen en logistiek makkelijk. Bovendien is wetgeving een van de drempels geweest om uiteindelijk voor een locatie buiten Europa te kiezen. Het vergunningstraject hier neemt veel meer tijd in beslag. Ook de zorgen over het stroomnet speelden mee, er moet immers genoeg groene stroom zijn. Iets anders dat een rol speelt is de zekerheid van genoeg suiker, tegen een goede prijs. In Thailand, en ook Brazilië, kunnen we suikerriet tweemaal per jaar oogsten tegenover het eenmaal per jaar oogsten van suikerbiet in Nederland.”

Zie je de toekomst van biotechnologie in Europa?

“De biotechnologiesector heeft een enorme potentie, het kan in belangrijke mate bijdragen aan de modernisering en verduurzaming van de industrie, de Europese concurrentiekracht en het kan ons helpen spaarzaam om te gaan met de grondstoffen die we tot onze beschikking hebben. We moeten wel zorgen dat we als Europa aanhaken. De biotechnologiesector is nog klein in Europa. Dat komt onder meer omdat wetgeving lastig is. In Europa zijn we gericht op veiligheid en dat is goed. Het nadeel is echter dat er, bijvoorbeeld in vergelijking met Azië, minder op stimulering van bedrijven en biotech wordt ingezet. Doordat wetgeving achterblijft, kiezen veel bedrijven voor opschaling buiten Europa. Maar gelukkig gebeurt er het een en ander. In maart presenteerde de Europese Commissie een mededeling over het stimuleren van biotechnologie en bioproductie in de EU. Hierin werd de noodzaak van een meer gecoördineerde aanpak van het beleid over biotechnologie en bioproductie en van het stimuleren van investeringen in infrastructuur en knowhow benadrukt. Onderdeel daarvan zou een vereenvoudigd regelgevingskader en snellere toegang tot de markt moeten zijn, dat omschreven moet worden in een EU Biotech Act. Biotechnologie staat dus inmiddels op de agenda bij de nieuwe Europese Commissie.”

‘Ik denk dat de Biotech Act kan helpen de markt voor biotechproducten in Europa te vergroten’

Wat verwachten jullie van deze Biotech Act en wat zijn andere manieren om impact te hebben?

“De Biotech Act zal er waarschijnlijk komen en wij juichen dat van harte toe. Ik heb er vertrouwen in dat de Biotech Act een bruikbaar kader gaat scheppen. Ik hoop wel dat alle aspecten meegenomen worden, want zoals gezegd is er meer dan wetgeving waar je als bedrijf mee te dealen hebt. We zullen als biotechbedrijven gezamenlijk moeten opstaan, alleen samen kunnen we impact maken en wat voor elkaar krijgen. Iedereen loopt tegen hetzelfde aan. We zullen vanuit de industrie moeten laten horen dat de Biotech Act er moet komen. Ik denk dat de Biotech Act kan helpen de markt voor biotechproducten in Europa te vergroten, door bijvoorbeeld te laten zien hoe duurzaam bepaalde oplossingen zijn. Een grotere afzetmarkt zal vervolgens weer een boost geven aan productielocaties in Europa. De discussies gaan nu vooral over grondstoffen, wat begrijpelijk is. Voor ons is het ook het grootste probleem. Duurzaamheid is steeds meer een topic, al gaat het niet zo snel. Iedereen is er mee bezig, maar echt stappen nemen is lastig. De procedures in Europa zijn daar debet aan. Als Corbion proberen we onze stem te laten horen om uiteindelijk biotech naar een hoger plan te tillen. Als Nederland kunnen en willen we daarin vooroplopen. Zo wordt er gewerkt aan een visietraject biotechnologie, dat wellicht een inspiratiebron voor de Biotech Act kan zijn. Aan dit soort initiatieven werken we graag mee.”


Over Corbion

Corbion, voorheen CSM (Centrale Suiker Maatschappij) is wereldmarktleider op het gebied van melkzuur en leverancier van oplossingen voor voedselconservering, functionele mengsels en algeningrediënten. Het Nederlandse bedrijf is voortgekomen uit de bietsuikerindustrie. Het in 1919 opgerichte CSM produceerde en distribueerde naast suiker vele soorten bakkerijproducten en ingrediënten voor ambachtelijke en industriële bakkerijen en voor andere markten. In juli 2013 werden de bakkerij-activiteiten verkocht. De naam werd gewijzigd in Corbion met de bio-ingrediëntendivisies ‘Purac’ en ‘Caravan Ingredients’ als hoofdactiviteiten.

Het internationaal opererende Corbion produceert en levert op biologische grondslag geproduceerde voedingsingrediënten – 81 procent van Corbion’s wereldwijde business – en industriële basismaterialen die onder andere gebruikt worden in cosmetica, de verf- en farmaceutische industrie en voor huishoudmiddelen. Daarnaast produceert Corbion algenolie, rijk aan omega 3 voor de diervoedings- en supplementenindustrie. Corbion staat op #90 in de ‘European Climate leader 2024’-lijst van de Financial Times.

Corbion is lid van de VNCI.