Samenwerking Topsector Chemie en de VNCI jaagt innovatie aan
Tekst: Igor Znidarsic
In 2018 presenteerde de VNCI het rapport 'Chemistry for Climate’, dat was ontwikkeld samen met de Topsector Chemie (handelend onder de naam ChemistryNL). Het liet de routes zien waarmee de Nederlandse chemische industrie in 2050 een broeikasgasreductie van 90 procent zou kunnen behalen (inmiddels is die ambitie aangescherpt naar volledige klimaatneutraliteit).
Het rapport werd door VNCI-directeur Colette Alma aangeboden aan de toenmalige minister van EZK. “De Topsector Chemie heeft daarna de Klimaat-PITCH (Portfolio Innovatie Topsector Chemie) opgesteld om innovatieopgaven in beeld te brengen”, vertelt Jacqueline Vaessen, sinds september 2021 boegbeeld van de Topsector Chemie. “De laatste tijd trekken we met de VNCI veel meer samen en meer geïntegreerd op dan voorheen. De doelstellingen van de Topsector voor komende jaren zijn goed aangesloten bij de Chemistry for Climate-agenda. We zien beiden dat de industrie voor enorme uitdagingen staat en dat we die alleen het hoofd kunnen bieden door samen op te trekken.”
Vooroplopen
Manon Bloemer, sinds mei 2019 directeur van de VNCI, vult aan: “Onze strategie is dat we willen vooroplopen in veiligheid en duurzaamheid, en dat doe je vooral door te innoveren. De innovaties kunnen privaat zijn, maar ze kunnen ook tot stand komen via publiek-private samenwerking. Daar hebben we in Nederland een heel mooi systeem voor waarin je als bedrijf met de wetenschap kan samenwerken en daarin support kan krijgen, en dat is de Topsector Chemie. De rol van de VNCI is het ondersteunen van onze lidbedrijven, en een sterke Topsector Chemie biedt de leden de mogelijkheid om succesvoller te zijn.”
Vaessen geeft aan dat zowel de VNCI als de Topsector Chemie belang heeft bij een solide Nederlandse chemiesector, die via innovatie internationaal een koppositie inneemt. “De VNCI biedt daar de lobbymogelijkheid voor, die we als Topsector niet hebben. Wij hebben wel een gevraagde en ongevraagde adviesfunctie naar de minister van EZK. Zo kunnen we elk aan bepaalde knoppen draaien die samen dingen mogelijk maken.”
De actieve link tussen beide organisaties is Erik Verbrugge, sinds een jaar bij de VNCI werkzaam als beleidsadviseur Innovatie. Bloemer: “Hij is volledig vrijgemaakt om de Topsector te ondersteunen en is heel voortvarend aan de slag gegaan. We staan nu veel dichter bij elkaar en hebben een parallelle agenda.” Een extra impuls aan de samenwerking gaf het Nationaal Groeifonds, door samen te werken aan voorstellen.
Focus
Toen Vaessen aantrad als boegbeeld, constateerde ze dat de Topsector Chemie met veel zaken tegelijk bezig was. “Je kan beter proberen minder ballen in lucht te houden en daarop focussen. De focus die we met het Topteam hebben aangebracht gaat over elektrificatie en (groene) waterstof en de vervanging van fossiele grondstoffen door alternatieve koolstofbronnen, zoals biobased, CCU en plastics-recycling. Ook is er meer aandacht gekomen voor start-ups, scale-ups en het mkb. “Daarnaast zijn we onze internationale agenda, die voorheen bestond uit een beurs hier en daar, aan het afstemmen op deze thema’s. We hebben hierbij hulp gevraagd aan de innovatieattachés op de ambassades. Hierdoor ontstaat ook een lijst met focuslanden. Dit programma moet leiden tot effectievere handelsmissies en internationale samenwerkingen.”
Barrières
De geïntensiveerde samenwerking met de VNCI heeft geleid tot een aantal concrete initiatieven. Zo is recent een gezamenlijke rondetafel voor start-ups opgezet. Trekker vanuit de Topsector is Tom van Aken en namens de VNCI Erik Verbrugge. Bloemer: “Het is de bedoeling om met een groep start-ups drie keer per jaar bij elkaar te komen om telkens één thema te bespreken, bijvoorbeeld financiering of het vinden van partners. De groep zal gezamenlijk alle hobbels, waar Van Aken zelf ervaring mee heeft opgedaan bij Avantium, stap voor stap afpellen. De bedoeling is dat de bedrijven worden geholpen met hun problemen en dat ze weten waar ze terecht kunnen met eventuele vragen. Niet alle start-ups zullen het uiteindelijk redden, maar een aantal wel. Dat zijn de toekomstige leden van de VNCI.”
Vaessen: “Onze taak is innovatie in de chemie aanjagen. En bij start-ups gaat het vaak om dingen die nog nooit eerder zijn uitgeprobeerd. Met de rondetafel hopen we ook dat er kruisbestuiving plaatsvindt tussen de start-ups onderling Wie weet wat voor moois daaruit voortkomt.”
Voor de eerste sessie in mei was veel animo. Omdat zich ook veel scale-ups hadden aangemeld, wordt overwogen om ook een rondetafel te organiseren voor bedrijven die de fase van start-up al voorbij zijn. “Zij lopen tegen andere problemen aan”, aldus Bloemer. Startups en scale-ups in de chemie die meer willen weten over de rondetafels kunnen zich melden bij Erik Verbrugge.
CO2 heeft de potentie om als alternatieve koolstofbron fossiele grondstoffen (deels) te vervangen. Voor de derde ronde van het Nationaal Groeifonds wordt daarom gekeken of CCU (Carbon Capture and Utilization) als voorstel kan worden ingediend. Tijdens een workshop in april werd de eerste aanzet gegeven met een aantal pitches van bedrijven. Die worden gebruikt om kansen voor het bouwen van consortia te identificeren. “Met CCU kunnen we de emissies in scope 3 fors terugbrengen”, aldus Vaessen. Bloemer: “CCU is de heilige graal. Als je dat commercieel haalbaar weet te maken...”
Verder wordt gezocht naar meer verbinding in het recyclen van plastics. Bloemer: “De Topsector benadert het issue vooral technisch. Wij kijken er meer vanuit beleidsmatige barrières naar: waar staan wet- en regelgeving nog verkeerd, hoe zorgen we voor extra stimulering van plastics-recycling? We kijken meer naar wat de overheid anders kan inzetten om bepaalde businessmodellen op dit gebied te stimuleren. Dat kan de Topsector, hangend onder de minister van Economische Zaken, niet doen, wij als branchevereniging wel. Zo brengen we circulariteit dichterbij, met elk onze eigen rol.”
De VNCI en de Topsector Chemie willen elkaar ook ontmoeten in de Bestuurscommissie Innovatie, een subgroep van het Dagelijks Bestuur van de VNCI, die zo’n vier keer per jaar bij elkaar komt. Hier zal Vaessen in de toekomst bij aanschuiven. Bloemer: “We kunnen daarin afspreken wat de grote thema’s zijn en die dan met de rest van onze leden delen. Zo kunnen we aan onze lidbedrijven duidelijker maken hoe het innovatielandschap precies werkt en het nog toegankelijker maken, met name voor de mkb-leden.”
Investeringen
Bij innovaties bestaat altijd het gevaar dat iets wat in Nederland wordt uitgevonden commercieel wordt uitgebaat in een fabriek in de VS of Azië. Bloemer en Vaessen hopen daarom dat de samenwerking tussen de VNCI en de Topsector Chemie vooral zal leiden tot investeringen in Nederland. Vaessen: “Het ministerie van EZK is niet voor niets de grootste sponsor van de topsectoren en ook van het Groeifonds. Het gaat om het bouwen van innovatieve economische activiteit in Nederland.”
Bloemer hoopt dat zichtbare en concrete innovaties ook jongeren naar de bedrijven zullen trekken. “Je ziet dat de groene startups geen moeite hebben om mensen te vinden. Ze betalen nog niet zo goed en kunnen geen zekerheid bieden, maar je bent er wel bezig met het creëren van de duurzame toekomst. Als we daarbij de verbinding kunnen leggen tussen die nieuwe bedrijven en de grotere bestaande bedrijven en zo de sector in een positief daglicht zetten, kunnen we het verhaal van de chemie als onmisbare sector voor die duurzame toekomst nog beter over het voetlicht brengen.”
Topsector Chemie
Door de wereldwijde financiële crisis van 2008 kwam Nederland in een recessie terecht. De overheid ging bezuinigen, bedrijven stelden investeringen uit. Om de stilgevallen innovatie weer op gang te helpen, benoemde de overheid in 2011 negen topsectoren. Een daarvan is de Topsector Chemie, de beleidsnaam voor ChemistryNL. Hierin werken bedrijven, kennisinstellingen, overheid en maatschappelijke organisaties samen aan ondersteuning van innovatie en het delen van kennis. Sinds 2019 is sprake van een missiegedreven aanpak. Wetenschappers kunnen missies gebruiken om nieuw onderzoek te starten en ondernemers kunnen deze kennis gebruiken voor ontwikkeling van concrete producten. Hieruit moeten oplossingen, innovaties en technologieën voortkomen die de maatschappelijke uitdagingen helpen oplossen en de bijbehorende economische kansen verzilveren.
Het Topteam van de Topsector Chemie bestaat uit Jacqueline Vaessen (boegbeeld), Tom van Aken (namens het innovatieve mkb), Bert Weckhuysen (wetenschappelijk boegbeeld) en David Pappie (ministerie van Economische Zaken en Klimaat).
Jacqueline Vaessen studeerde chemische technologie en werkte daarna als technoloog bij Shell Moerdijk. In 1996 ging ze naar Syntens, het innovatie-instrument van EZ. In 2004 startte zij een bedrijf in promotie van techniek en verbeteringen in het mbo. Ook was zij verbonden aan een ingenieursbureau gericht op verduurzaming van de industrie. In 2015 werd zij lid van Provinciale Staten Utrecht als woordvoerder energie en economie. Sinds 2018 is zij directeur van Nexstep, Nationaal Platform voor Hergebruik & Ontmanteling, waar ze deze zomer stopt. Sinds september 2021 is zij boegbeeld van de Topsector Chemie.
Manon Bloemer studeerde bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit, Rotterdam School of Management, en werkte daarna veertien jaar bij Unilever in brand development en accountmanagement. Vervolgens was ze ruim twaalf jaar werkzaam bij Vopak (opslag van vloeibare olieproducten, chemicaliën en gas), onder meer als global accountdirector en managing director Vopak Noord-Nederland en Vopak België.