Safe and sustainable by design: van tekentafel naar praktijk

Hoe komt safe and sustainable by design van de tekentafel, om als instrument in de dagelijkse chemiepraktijk toegepast te worden? De weg is nog lang en er moeten nog heel wat tegenstellingen en onduidelijkheden overwonnen worden. “Maar we komen er wel”, zegt Peter Nieuwenhuizen, die met het samenwerkingsverband Change Chemistry alle partijen binnen de waardeketen bij elkaar brengt om zo de transitie te bespoedigen.

Tekst: Igor Znidarsic
Beeld: Shutterstock
Gepubliceerd: 01.11.2023

Bij de gewenste transitie naar duurzame en veiligere chemie speelt het concept safe and sustainable by design (SSbD), naar voren gebracht in de Europese Chemicals Strategy for Sustainability, een belangrijke rol. Verschillende consortia en universiteiten wereldwijd doen er onderzoek naar en de Europese Commissie kwam onlangs met een raamwerk voor de definitie van de criteria. Maar het abstractieniveau is nog steeds hoog, en de weg van tekentafel naar de dagelijkse praktijk lijkt nog behoorlijk lang.

Een van de consortia dat zich ermee bezighoudt is Change Chemistry, een wereldwijd samenwerkingsverband dat streeft naar veiligere en duurzame chemicaliën, materialen en producten, van ontwerp tot verwijdering en hergebruik. De ruim honderd leden zijn afkomstig uit uiteenlopende sectoren en vertegenwoordigen de hele waardeketen, van chemiebedrijven (zoals Dow, BASF en Covestro) tot merkfabrikanten en retailers (zoals Primark, Apple en Levi Strauss). Samen met beleidsmakers, non-profitorganisaties en adviesbureaus wordt gewerkt aan de commerciële acceptatie van duurzame chemie. “Aan de ene kant heb je bijvoorbeeld een kledingmerk dat zegt: leveranciers kunnen mij niet vertellen wat voor chemicaliën er in de kledingstukken zitten. Aan de andere kant heb je een chemiebedrijf dat wil vergroenen maar tegen allerlei obstakels aan loopt,” aldus bestuursvoorzitter Peter Nieuwenhuizen.

Kosteneffectief

“Bedenken dat we producten veilig en duurzaam moeten maken is niet nieuw”, zegt Nieuwenhuizen, die in het verleden onder meer werkte als CTO en directeur RD&I & Sustainability bij AkzoNobel. “Het gebeurt ook. Maar behalve dat je rekening houdt met de effecten op mens en milieu en de sociale effecten, moet het product ook kosteneffectief zijn. Dat is vaak niet het geval, en dat is de worsteling waar de chemische industrie, en de samenleving in het algemeen, momenteel in zit: we moeten – via democratie en de overheid – de stap maken naar iets wat beter is voor de wereld, maar vaak wel duurder is. Overigens worden we elk jaar een klein beetje welvarender, dus ook als producten ietsje duurder worden kunnen we ons dat veroorloven.”

“We komen er wel, maar het duurt even.”

Volgens Nieuwenhuizen is voor alles wat de chemische industrie produceert een SSbD- alternatief beschikbaar of te maken. “Het probleem is dat de chemie niet de verbinding kan maken met de consument. Die weet soms niet dat er iets beters beschikbaar is, weet misschien niet eens dat er een probleem is met een bepaald product. De kracht van Change Chemistry is dat we de verschillende partijen in de waardeketen met elkaar in contact brengen en zo het proces van introductie van veiligere chemicaliën proberen te versnellen.”

Investeringen

Nieuwenhuizen signaleert in de samenleving twee bewegingen. “De ene is vrij radicaal en zegt dat alle chemie veilig en duurzaam moet zijn, ook als dat betekent dat de chemische industrie verdwijnt uit Europa. De andere groep zegt: het effect daarvan is dat je alles gaat importeren, met verlies van werkgelegenheid, daarom moeten we de industrie behouden maar stapje-voor-stapje vergroenen. Deze partijen staan tegenover elkaar, waarbij the best vaak the enemy of the good is. We moeten het eerst met elkaar eens worden voor we verder kunnen.”

Veiligheid van stoffen is toch al geregeld in REACH? “Dat is heel mooie wetgeving”, stelt Nieuwenhuizen. “Maar het werkt niet optimaal, want er worden in het milieu stoffen aangetroffen die er volgens REACH niet zouden mogen zijn. Wetgeving is altijd het product van een politiek proces, en is daardoor niet perfect. Vandaar de uitrol van safe and sustainable by design.”

Intussen maakt het midden van de waardeketen, waar veel mkb zit, zich zorgen over alle nieuwe wetgeving die eraan komt. Nieuwenhuizen snapt dat goed. “Zij hebben investeringen gedaan in apparatuur en mensen. Met een aantal ingrediënten maken ze een product, dat ze goed kunnen verkopen. Logisch dat ze bang zijn dat een van die ingrediënten straks wegvalt of van vloeibaar naar vast moet en misschien niet meer in de bestaande apparatuur verwerkt kan worden. Dat is een existentieel probleem. Maar verandering hoort bij het leven. Ik zou tegen deze bedrijven willen zeggen: zet niet je hakken in het zand maar kies de vlucht naar voren en kijk wat het alternatief zou kunnen zijn. Het gaat allemaal niet zo snel, dus je hebt genoeg tijd om je te oriënteren en een oplossing te vinden. Ik ken genoeg voorbeelden waarbij dat gelukt is, zonder hoge kosten. Als je het niet doet, loop je over een aantal jaren achter de feiten aan.”

Bio-afbreekbaar

Aan beide uiteinden van de keten vinden al veranderingen plaats. “Een aantal merkfabrikanten loopt voorop in veilige en duurzame producten, ook omdat ze een naam te verliezen hebben”, weet Nieuwenhuizen. “Aan de andere kant zijn ook veel chemiebedrijven de weg van veilig en duurzaam in geslagen. AkzoNobel bijvoorbeeld is altijd een voorloper geweest in het nadenken over human toxicity en eco toxicity en bracht bio-afbreekbare producten op de markt. Ik denk dat het in de toekomst bij alle chemiebedrijven zo zal gaan, met safe and sustainable by design als een soort routekaart.”

Alle gevaarlijke stoffen in de ban doen, wat sommigen willen, is onmogelijk, zegt Nieuwenhuizen. “Dan hou je water en suiker over, waar je qua chemie niet veel mee kan. Natuurlijk moeten eindproducten geen gevaarlijke stoffen bevatten, maar in het productieproces heb je nu eenmaal reactieve, dus gevaarlijke, intermediates nodig. Die ergens mee willen reageren, anders kan je niks maken. Chemicaliën die niet veilig en duurzaam zijn, zouden in het productieproces geen probleem moeten zijn, zolang ze maar niet in het milieu terechtkomen. We moeten de emissies gewoon in bedwang houden, dat is ons vak en onze verantwoordelijkheid naar de samenleving. Maar helemaal uitsluiten kan je het natuurlijk nooit. Nul risico bestaat niet.”

Testen

Een belangrijke vraag in het kader van SSbD is in hoeverre je de effecten van stoffen op de lange termijn kan voorspellen. “Dat is uitermate moeilijk”, zegt Nieuwenhuizen. “Zeker bij chronische blootstelling en bij cocktails. Daar moeten we ons doorheen worstelen. Kijk, voor een duurzame samenleving en voor onze welvaart hebben we zonnepanelen, windmolens, medicijnen en bedenk het allemaal maar nodig. Die ontwikkel je, en je gaat niet eerst dertig jaar testen voor je ze toepast. Daarom is het onvermijdelijk dat je op een gegeven moment hier en daar zult merken dat iets waarvan je dacht dat het veilig was toch niet helemaal veilig is. Je kunn geen perfectie creëren. Wel kan je de lessen uit het verleden meenemen. Neem pfas. We moeten geen stoffen meer commercialiseren die niet afbreekbaar zijn. Je weet immers niet wat er gebeurt als je het milieu daar lange tijd aan blootstelt.”

“Je kunt geen perfectie creëren. Wel kan je de lessen uit het verleden meenemen.”

Een lang bestaande waardeketen veranderen is heel moeilijk, stelt Nieuwenhuizen. “Maar in de geschiedenis zien we genoeg voorbeelden waaruit blijkt dat het wel degelijk mogelijk is, hoe moeilijk de strijd ook was. In dat gevecht zitten we nu wat betreft CO2-uitstoot en veilige en duurzame chemicaliën en materialen. Het is een lange weg, maar we komen er wel.”


Safe and sustainable by design workshop 6 en 7 december

Sinds de introductie drie jaar geleden van de Europese chemicaliënstrategie Chemicals Strategy for Sustainability, waarin een belangrijke rol is weggelegd voor safe and sustainable by design (SSbD), staan de ontwikkelingen niet stil. Zo is er een Europees voorstel van de SSbD-methodiek dat de komende jaren verder wordt uitgewerkt door de Europese Commissie, in samenwerking met industrie, ngo’s en kennisinstellingen. Het doel is om in 2025 een werkende SSbD-methodiek te hebben voor alle chemiebedrijven. Wil je hier meer over weten? Meld je dan aan voor de workshop in december. Inschrijven kan via de website.