Plant Manager of the Year Guliz Talay: 'Ik probeer meer mijn vrouwelijke kant te laten zien'
Tekst: Igor Znidarsic
Gepubliceerd: 16.01.2025
“Aan het begin van een vergadering creëer ik vaak een meditatie-moment en zitten we een minuut lang gefocust op de ademhaling.” Guliz Talay, site leader van de MDI-fabriek van Dow in Delfzijl, vertelt het alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Ze geeft ook yogalessen aan medewerkers. “Als je altijd van de ene meeting naar de andere rent en veel aan je hoofd hebt, kun je niet het beste van jezelf geven. Meditatie en yoga brengen je weer terug bij jezelf. Aanvankelijk keken medewerkers hiervan op, maar ze zijn er nu aan gewend en waarderen het.”
Guliz is geboren in Turkije. “Daar hoopt men meestal op een jongetje, vanuit het idee dat een man sterk en rationeel is, met meer structuur. Maar het werd dus een meisje. Op school merkte ik dat ik wiskunde en technische vakken leuk vond en er goed in was. Dat bood mij de kans om te laten zien dat ik geen meisjesachtige dingen hoefde te doen en ook dingen kon die doorgaans aan mannen worden toegedicht. En uiteindelijk ook dat een meisje net zo goed een zogenaamd mannenberoep kan uitoefenen.”
De middelbare school, waar ze koos voor de bètarichting van wiskunde en wetenschap, sloot ze af met hoge cijfers. Bij haar studiekeuze speelde haar vader een rol: “Hij werkte als accountant onder andere voor een chemische fabriek, en hij vertelde me een keer het jammer te vinden dat hij aan het einde van de dag niet iets tastbaars had gemaakt. De medewerkers van de chemische fabriek hadden dat wel. Ik hield van chemie, en van de processen, en bedacht toen dat chemische technologie misschien iets voor mij was.”

Op de Boğaziçi Universiteit in Istanbul genoot ze. “Ik was een echte nerd, studeerde hard. Ik wilde begrijpen waarom dingen gebeuren. En je kon een fenomeen uit de natuur gewoon op papier zetten en uitleggen. Dat was mijn passie, de natuur begrijpen, wat iets magisch is.” Ze voltooide haar bachelor als de beste van haar jaargang. Voor de master moedigde haar familie haar aan om naar het buitenland te kijken. “Waar ik vandaan kom moet je helaas heel hard werken voor je brood, en dat overlevingspatroon, die competitie, zat ook in mij, en in de familie. Ik ben toen gaan solliciteren bij universiteiten in de VS en in Europa. Bij de TU Delft kon ik voor de master Chemical Process Technology een volledige beurs krijgen, dus toen ben ik verhuisd naar Nederland. Dat was in het begin best moeilijk.”
Waar liep je zoal tegenaan?
“De directheid. Ik begreep het niet. Nam het te persoonlijk. Had ik bijvoorbeeld binnen het projectteam, naar mijn mening, geweldige berekeningen gemaakt en in een rapport van vier pagina’s gestopt, zeiden mijn teamleden: ‘Prima, maar dat zetten we in de appendix’. In Turkije zouden ze zeggen: ‘Het is geweldig wat je gedaan hebt, maar het is misschien iets te gedetailleerd, misschien kunnen we het in de appendix plaatsen, met wel een verwijzing naar jou’. Veel indirecter dus, zachter. Maar op een gegeven moment begreep ik dat de Nederlandse directheid niet persoonlijk bedoeld was. Het was gewoon de cultuur. En toen begon ik het te waarderen. Het is gewoon heel eerlijk. Je hoeft niet te raden wat iemand bedoelt. I love it.”
“Een ander voorbeeld: als je in Turkije in de klas niet honderd procent zeker bent van je zaak, zwijg je en zeg je niets. Hier vertelde iedereen gewoon zijn visie, en ik dacht: wauw, wat weten zij veel. Pas later, tijdens de examens, realiseerde ik me dat ze gewoon aan het brainstormen waren geweest, vrijblijvend ideeën hadden uitgewisseld…”
Hoe kwam je vervolgens bij Dow terecht?
“Ik studeerde in 2010 cum laude af. Vanwege mijn cijfers en mijn werkstructuur vroeg de universiteit of ik een PhD wilde doen. Tegelijkertijd waren er bedrijvendagen met speeddates. Er was ook een stand van Dow, met iemand van HR. Ik legde mijn masterscriptie uit, heel gepassioneerd. Hij was erg onder de indruk van mijn passie en interesse, daarom nodigde hij me uit voor een tweede gesprek. Toen moest ik naar Terneuzen, een hele uitdaging zonder auto. Het eindpunt van de lange reis was busstation Westerscheldetunnel. Dan zit je dus in de middle of nowhere. Ik had geen idee hoe ik bij Dow moest komen en overwoog serieus om weer terug te gaan. Maar ik besloot om HR te bellen, en ze stuurden een taxi. Als ik toen weer naar huis was gegaan, was mijn leven totaal anders gelopen…”
Hoe verliep dat sollicitatiegesprek?
“Vaak moet je in zo’n sollicitatieronde allerlei examens afleggen, maar hier ging het echt om mijn persoon. Ze waren echt geïnteresseerd in mij. Ik kreeg de baan en werd procesingenieur. Een droombaan, waarin ik alles wat ik gestudeerd had tegenkwam: grote krakers, destillatiepompen, scheidingspompen, reactoren.”
Dus geen PhD?
“Na wat ik had gezien bij Dow, koos ik bewust voor de industrie. Ik raakte verliefd op die indrukwekkende site en op de bedrijfscultuur. Ze zijn erg mensgericht en inclusief.”
Hoe kom je vervolgens in 2021 in Delfzijl terecht?
“Ik sprak in Terneuzen alleen Engels. Dat is bij procesengineering geen probleem, want je komt niet vaak in de fabriek. Ik deed veel projecten, vooral het technisch ontwerp. Ik maakte bijvoorbeeld een model van de afvalwaterzuiveringsinstallatie. Na enige tijd stelde mijn leidinggevende voor om als volgende stap naar de productie te gaan. Maar ik twijfelde, als vrouw, die bovendien de taal niet sprak. En ik ben klein, wat moest ik tussen al die grote collega-operators? Maar hij vond het een goede leerschool, dus toen werd ik productie-ingenieur in een van de productiefaciliteiten. Ik moest nu ineens Nederlands spreken, wat lastig was omdat de operators mij natuurlijk wilden uitdagen door alleen Nederlands tegen me te praten. Maar ergens zagen ze me denk ik ook een beetje als hun dochter die ze moesten beschermen. En ze vertrouwden op mijn kennis en technische capaciteiten. We bouwden een heel sterke band op, en binnen twee jaar sprak ik de taal, en we produceerden efficiënt en effectief. Ik vond het heerlijk om in het centrum van de productie te staan. Na drie jaar vroeg Dow: wat wordt je volgende stap?”
Dat werd dus Delfzijl?
“Niet meteen. Als procesingenieur wist ik veel over de technische veiligheidsaspecten, maar ik miste een beetje de persoonlijke veiligheid. Om me daarin te bekwamen werd ik in 2016 EH&S Delivery Leader in Polyolefins en Power & Utilities. Vlak daarna waren er bij Dow enkele incidenten. Dat had een grote impact op mij persoonlijk. We hebben daarna keihard gewerkt om de veiligheidscultuur nog verder te verbeteren. Ik ben daarna ook EH&S-auditor geworden. Die drie jaar hebben mij voor altijd veranderd, in die zin dat veiligheid voor mij de eerste prioriteit is. Je kan levens redden. Mijn primaire verantwoordelijkheid, en die van Dow, is dat iedereen aan het einde van de dag veilig naar huis kan en dat de omgeving en de planeet veilig zijn. Daarna pas kun je je concentreren op geld verdienen.”
Wanneer begon je met yogalessen en meditatie?
“Dat was ook in die periode. Ik verdiepte me met name in het mentale deel. Hoe we onze beperkte visie kunnen openen om naar het grotere geheel te kijken. Stabiliteit van je geest is erg belangrijk, ook als je werkt. Het gaat niet alleen om je technische denkvermogen, maar ook om je emotionele kracht.”
Toen kwam de volgende stap: site leader in Delfzijl. Welke capaciteiten heb je daarvoor nodig?
“Om te beginnen technisch inzicht. Maar om een goede leider te zijn moet je ook begrip hebben voor mensen, empathie. Je inspireert en moedigt mensen aan. Daarnaast heb je de juridische verantwoordelijkheden, aansprakelijkheden, met veel stakeholders binnen en buiten het bedrijf. Je moet ook een werkproces kunnen maken, een structuur in de organisatie om alles te laten werken. Ik doe dit allemaal zo goed mogelijk, en als ik hiaten zie, probeer ik mezelf te verbeteren met een uitdaging. Ik ben technisch heel sterk, dat is een deel van mij. Het tweede deel zijn alle veranderingen in mijn leven, dat ik uit een ander land kom en als vrouw in de chemische industrie ging werken. Hierdoor begrijp ik hoe belangrijk inclusie is, mensen erbij betrekken. En ik heb ook een goed begrip van de werkprocessen en de werkcultuur. Je moet al deze componenten hebben en weten hoe ze samenwerken.”
Welke verbeteringen heb je inmiddels doorgevoerd in de fabriek?
“Door de inspanningen van het hele team hebben we een stabieler proces gecreëerd, met een grotere productie. Ook hebben we een aantal grote en kleine energiebesparende maatregelen doorgevoerd en wordt een deel van de MDI nu geproduceerd uit gerecycled materiaal. Maar er liggen nog veel andere plannen.”
'Guliz Talay is ontzettend gepassioneerd in haar werk. De energie spat ervan af. Verduurzaming, diversiteit en inclusiviteit zijn grote thema’s voor haar. Daarnaast maakt ze zich niet alleen sterk voor fysieke maar ook voor sociale veiligheid.' Zo vatte de jury van de Plant Manager of the Year het allemaal samen. Hoe heb je de verkiezing ervaren?
“Ik vond de nominatie een grote eer, maar had wat moeite met het competitie-element, omdat ik denk dat elke plant manager zijn of haar sterke kanten heeft. Ik stemde toe omdat ik het als een kans zag om mijn verhaal, mijn waarheid uit te dragen.”
Wat is jouw verhaal?
“Het gaat niet alleen om engineering skills, maar ook om inlevingsvermogen. Het gaat om mannelijkheid én vrouwelijkheid, om productie én duurzaamheid. Ik had ooit een redelijk masculiene en rationele mindset, maar nu ik naar leidende posities ben gegroeid, probeer ik meer mijn vrouwelijke kant te laten zien en een omgeving te creëren die inclusief is. Ook om andere vrouwen te inspireren. Om de duurzame transitie te maken heb je voor de onmisbare innovatie sowieso verschillende invalshoeken nodig, en dat bereik je door meer diversiteit.”
“We hebben onze welvaart en welzijn te danken aan de industrie, maar de manier waarop we produceren moet anders. Daarvoor moeten we meer mensen inspireren. Niet alleen mensen die hier willen komen werken, maar ook de overheid, de klanten en de consumenten. De verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij de chemische industrie maar bij ons allemaal. We moeten samen het ecosysteem creëren dat de transitie naar een duurzame en sterke Nederlandse en Europese industrie mogelijk maakt.”
Krijg je nu als Plant Manager of the Year voldoende kansen om je verhaal te vertellen?
“Ik mocht op een aantal evenementen spreken, en er zijn verschillende interviews en artikelen gepubliceerd. En als je wat bekender wordt, gaan mensen je volgen op social media. Daar post ik mij gedachten en inspireer ik hopelijk andere mensen.”
Plant Manager of the Year 2024
Guliz Talay nam het tijdens het congres Chemelinqs24 op tegen Marjan Rijckaert (Avient Corporation, Heerlen), René Stoel (Koole Tankstorage Pernis) en Miguel Anento-Glim (ARLANXEO, Geleen). Als winnaar van de verkiezing is ze een jaar lang het boegbeeld van de Nederlandse procesindustrie.
De winnaar wordt gekozen door internetstemmen (20 procent), stemmen van de congresbezoekers (20 procent) en een jury (60 procent). De jury bestond uit Wouter de Geest (voorzitter), Manon Bloemer (VNCI), Anne Arkenbout (Nobian), Willem-Henk Streekstra (Votob), Roel Jolling (SABIC), Yolande Verbeek (EBN), Tessa de Koning Gans (UT) en Marc Dassen (Sitech).
Plant Manager of the Year is een initiatief van Industrielinqs, in samenwerking met de VNCI, Petrochem en Techsharks. De kandidaten komen uit de chemische industrie, maar ook uit de energiesector, raffinage, staal-, papier- of voedingsmiddelenindustrie. De jaarlijkse verkiezing wil bijdragen aan een positief imago van de Nederlandse procesindustrie door de inspanningen van plant managers te benoemen en te waarderen. De focus ligt bij het selectieproces op veiligheid, gezondheid, milieu, productiviteit, maatschappelijke betrokkenheid en duurzaamheid.