Plant Manager of the Year Anne Arkenbout: “We moeten het nu gewoon gaan doen”
Tekst: Igor Znidarsic
Gepubliceerd: 20.11.2023
‘Een enthousiaste leider, die samen met haar medewerkers zorgt voor een stevig fundament op het gebied van SHE en vakkennis, met grote aandacht voor risicomanagement en energie/transitiemanagement. Ze denkt hierbij graag out of the box. Prima presentatie, communicatief goed, met passie, aandacht voor vakmanschap, de omgeving, de samenwerking met de overheid en het bedrijfsleven, gericht op het team, oordeelt op basis van feiten en geeft vertrouwen aan mensen.’ Aldus het juryrapport over Anne Arkenbout, die afgelopen juni tijdens Eemsdeltavisie werd uitgeroepen tot Plant Manager of the Year 2023.
In Chemie Magazine 6 lees je de hele special met Anne Arkenbout. Gratis abonnement? Regel het online
Anne Arkenbout geeft leiding aan het Membraan-Elektrolysebedrijf van Nobian in Delfzijl. Als het lot anders had beslist was ze nu arts geweest, want na het gymnasium wilde ze medicijnen gaan studeren. Maar ze wilde niet meedoen aan een lotingsysteem, waarna ze koos voor scheikunde. Dat kwam door haar opa, vertelt ze. “Hij was chemicus bij TNO. Een heel serieuze, strenge man, die niet per se energie kreeg van kinderen. De enige manier om met hem lol te trappen was proefjes doen in de keuken. Kristallen laten groeien, dingen oplossen in water. Hij had ook een heel mooie stenenverzameling, met pyriet en amethist. Of hij hoopte dat ik er later iets mee zou gaan doen weet ik niet, hij overleed toen ik dertien was, maar toen is wel de liefde voor chemie en materie ontstaan. Tijdens de puberteit verdween die interesse. Later wilde ik iets met mensen gaan doen. Maar het werd dus toch scheikunde.”
De bachelor scheikunde in Nijmegen en Groningen werd afgesloten met een master nanoscience. Veel medestudenten kwamen bij ASML terecht. Anne ging bij het Groningse Zernike Institute for Advanced Materials promotieonderzoek doen op het gebied van hybrides, organische verbindingen in elektronica, zoals nu toegepast in zonnepanelen. Maar onderzoek bleek toch niet helemaal haar ding. “Ik vond het op een gegeven moment een beetje saai worden. Zo’n proefschrift schrijf je toch in je eentje.” Het bedrijfsleven lonkte. “Daar kon je meer in teams werken en meer impact hebben. Maar ik wilde niet naar ASML. De hele dag in een cleanroom in zo’n pak is gewoon niet mijn natuur. Ik hou meer van het grondstoffelijke, van dingen zien en voelen.” Dat kon ze in het lab van verfproducent AkzoNobel in Sassenheim. “Ze waren toen bezig met het vervangen van chromaten en met het ontwikkelen van watergedragen verf voor auto’s. Het teamgevoel sprak me aan, en de variatie, dat je met allerlei soorten mensen en bedrijfjes te maken hebt.”
Al snel werd ze naar de vestiging in Brazilië gestuurd voor een paar “projectjes”. En daarna naar China, voor de implementatie van een ERP (Enterprise Resource Planning) en GHS-symbolen. “Allemaal heel leuke projecten.”
Hoe ben je uiteindelijk leidinggevende geworden?
“Terug in Nederland besloot ik na mijn zwangerschap iets te zoeken dichter bij de productie en ik begon in Delfzijl als technoloog. Het was niet het vak dat ik had geleerd, maar ze hadden voldoende vertrouwen in me. Ik begon me in die functie steeds meer te bemoeien met andere disciplines, ik ben nu eenmaal een bemoeial. Ik wilde invloed hebben. Zo kwam ik uiteindelijk in de rol van productiemanager terecht.”
Merkte je dat je er goed in was? Je bent niet voor niets Plant Manager of the Year.
“Ik weet niet of ik goed ben in leidinggeven. Ik vind dat nog steeds moeilijk, heb nog steeds het gevoel dat ik mijn stinkende best moet doen voor mijn mensen. Ik sla ook regelmatig de plank mis, dan heb ik bijvoorbeeld iets volledig verkeerd begrepen. Of ik bemoei me te veel met dingen.”
Wat maakt een goede manager?
“Ik kan alleen voor mezelf spreken. Ik vind het belangrijk dat het goed gaat met mijn mensen. En dat de fabriek veilig is. Als dat niet goed is, lig ik er wakker van. Misschien is dat de sleutel: het gewoon goed willen doen.”
In een interview zei je dat een leidinggevende vooral moet faciliteren.
“Op de werkvloer, daar gebeurt het. Vorig jaar in de winter bij min tien was hier een pomp stuk, en er was geen reserveonderdeel. Dan komen er twee mannen met een oude pomp en maken met allerlei gereedschap van de twee pompen weer één werkende pomp. Dat is het vakmanschap waar je fabriek uiteindelijk op draait. Het zijn de mensen in het veld die het doen. Mijn taak is daarvoor de voorwaarden scheppen.”
In 2018 werd AkzoNobel opgesplitst in Nouryon, gericht op specialty chemicals, en AkzoNobel, gericht op verf en coatings. Kort daarna werd ook Nouryon gesplist, waarbij de basischemie werd ondergebracht in Nobian. In september 2022 werd Anne Arkenbout, na een periode als productiemanager van energiecentrale Delesto en productiemanager van het Membraan-Elektrolysebedrijf (MEB), benoemd tot plant manager van het MEB. De teams van MEB en de monochloorazijnzuurfabriek (MCA) waren toen net samengevoegd en geïntegreerd, maar moesten wegens de afsplitsing van Nobian van Nouryon weer worden ontvlochten.
Je noemde dat proces een emotionele rollercoaster. Hoe manage je dat?
“We zijn er met een team van vier mensen mee aan de slag gegaan. We maakten op een bord lijsten van wat er allemaal moest gebeuren. Dat waren lijsten van wel zestig, zeventig regels. Die hebben we in de tijd weggezet, ons afvragend: hoeveel kunnen onze mensen absorberen? Hoe kunnen we ze op een rustige, gecontroleerde manier beschermen tegen de verandering? Het motto was: we doen als MEB en MCA los wat los kan en samen wat samen moet. Zo hebben we stapje voor stapje die regels gemaakt.”
“Door die ontvlechting moesten ook we veel nieuwe mensen aantrekken, want we konden minder profiteren van de synergievoordelen. Mensen die geen kennis hadden van de fabriek. Het enige wat dan redding brengt is samenwerken en durven te zeggen dat je het niet weet. Dat hebben we heel vaak gedaan, en dan maar weer om de tafel met de vraag: is er iemand die het wel weet? In het begin moest men wel wennen aan die werkwijze. Ik kreeg weleens naar mijn hoofd: Anne, je moet wat dominanter met je vuist op tafel slaan, wat duidelijker de lijnen uitzetten. Ik zei dan: als ik zeg welke kant het op moet gaat het helemaal fout, want ik weet niks van die fabriek, we moeten dit met z’n allen samen doen. Ik ben heel blij dat iedereen uiteindelijk van A naar B is gekomen, en het ook heel leuk vindt waar hij of zij nu zit.”
“Wat niet meehielp was corona en daarna de energieprijzen-problematiek. Maar ook dat heeft ervoor gezorgd dat we flexibeler werden. Wat ons weer geholpen heeft om onze kansen te pakken in de energietransitie. We draaien nu veel flexibeler. Van de nood een deugd maken, daar zijn we steeds beter in geworden.”
De jury zei dat je graag out of the box denkt. Kun je een voorbeeld noemen?
“Als iemand zich prettig voelt in een deeltijdbaan, vind ik dat geen enkel probleem. Een aantal operators werkt ook in deeltijd. Dat vond men aanvankelijk gek, het schijnt out of the box te zijn. Ik vind het vanzelfsprekend, ook al is het inpassen in het huidige systeem soms een uitdaging.”
Hoe manage je de veiligheid?
“Ik heb heel veel gehad aan de opleiding Serveso Top Leadership. Misschien wel het belangrijkste wat ik daar geleerd heb is dat het om de intentie gaat, de intentie om veiligheid voorop te stellen. Maar comfortabel gaat het nooit worden. Ik heb nog steeds momenten dat het me niet lekker zit. Zeker tijdens een onderhoudsstop. Dan ben ik elke dag hier en loop ik nog een rondje door de fabriek. Ik ben dan misschien een beetje een control freak, maar ten aanzien van veiligheid leun ik nooit achterover. Het is gewoon nooit comfortabel. Je weet dat er altijd een risico blijft. Ik denk dat dat een goede houding is, maar het is soms wel vermoeiend.”
“Ik loop ook regelmatig een rondje door de fabriek met de vakspecialisten, zoals die mannen van de twee pompen, of met iemand die hier al dertig jaar werkt. Er bestaat altijd het gevaar dat je gaat navelstaren op de werkprocessen, terwijl de mensen in het veld er toch een ander gevoel bij hebben.”
Wat vertel je je kinderen over je werk?
“Toen ik bij de energiecentrale werkte kon ik ze makkelijk uitleggen wat het nut daarvan is. Nu vertel ik dat we chloor maken, dat nodig is voor schoon drinkwater. En voor het zwembad, dat snappen ze ook, ze hebben allebei net een zwemdiploma. Verder maken we natronloog. Gootsteenontstopper. En we doen aan elektrolyse. Ik heb net een setje meegekregen van een technoloog. We gaan binnenkort thuis een beetje waterstof maken, in een glas met een batterijtje.”
Hoe waren de reacties na de verkiezing?
“Overweldigend. Ik ben nog steeds verbaasd, omdat ik nog maar kort plant manager was. Ik ben heel trots op het team en op wat we bereikt hebben, maar ik ben er nog lang niet zo van overtuigd dat ik alles goed doe. Ik moet nog heel veel leren. Daarnaast heb ik best wel een pittige mening over ons maatschappelijk belang als bedrijf. Ik merk dat soms ook intern, dat mensen zeggen: Anne, we zijn geen ngo, we moeten ook gewoon geld verdienen. Maar ik vind dat we meer moeten doen op dit gebied. Ik dacht dat men het een beetje geitenwollensokkenachtig zou vinden en had niet verwacht dat het in zo’n goede aarde zou vallen.”
Je bent nu een jaar lang het boegbeeld van de Nederlandse procesindustrie. Wat wil je uitdragen?
“Dat we samen stappen moeten zetten in de transitie. Dat heb ik tijdens mijn speech ook gezegd: laten we nou met z’n allen die puzzel gaan leggen. Wij zijn goed in elektrolyse en we kennen de energiemarkt. Anderen kunnen weer supergoed een fabriek bouwen, of infrastructuur aanleggen. Ik merk dat we heel erg blijven hangen in plannen maken. Maar we moeten het nu gewoon gaan doen. Ik probeer daar een beetje beweging in te krijgen, in ieder geval binnen onze sector.”
“Daarnaast moeten we de connectie maken met de maatschappij. We hebben als chemiesector nooit goed uitgelegd hoe groot onze bijdrage is aan de welvaart van mensen. Het doel van alle chemische processen die we hebben ontwikkeld is niets anders dan een mooiere wereld willen creëren. Als je alleen al de chloorchemie zou uitzetten, kunnen we geen drinkwater maken, zwembaden niet meer hygiënisch maken, kunnen de melkfabrieken niet meer ontsmet worden, kunnen er geen kogelvrije vesten voor de politie worden gemaakt, en dan heb ik het nog niet eens over alle producten voor de energietransitie.”
Plant Manager of the Year-verkiezing
Anne Arkenbout nam het tijdens Eemsdeltavisie 2023 op tegen Charles de Wolff (Huntsman) John van Olffen (SABIC) en Henk Bijma (Royal Swinkels Family Brewers). Allemaal kandidaten die zich inzetten voor de transitie naar een duurzame chemie.
Online kon er gestemd worden op de favoriete kandidaat. Bezoekers van Eemsdeltavisie konden ook stemmen, evenals de jury. Die bestond uit Manon Bloemer (directeur VNCI), Jan Zuidam (voormalig DSM-bestuurder), Roel Jolling (Plant Manager of the Year 2022), Yolande Verbeek (Plant Manager of the Year 2021), Nickel van de Mortel (Digitalisering techniek) en Willem Henk Streekstra (Votob).
De jaarlijkse verkiezing is een initiatief van Industrielinqs in samenwerking met de VNCI, Votob, VOMI, Deltalinqs, Nogepa en het Havenbedrijf Rotterdam. De verkiezing draagt bij aan een positief imago van de Nederlandse procesindustrie door de inspanning en prestaties van plant managers te benoemen en te waarderen. Met focus op veiligheid, gezondheid, milieu, productiviteit, maatschappelijke betrokkenheid en duurzaamheid.