Pfas-restrictie waarschijnlijk in 2025

Tijdens een minisymposium van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat kwam de stand van zaken rond pfas aan de orde. Een door Nederland gesteund en op REACH gebaseerd verbod in de EU is in de maak, waarbij de discussie over uitzonderingen (essential use) nog moet plaatsvinden. Intussen verbiedt Denemarken al pfas in voedselverpakkingen van papier en karton en is een uitfasering gaande van pfas in blusschuim.

Tekst: Igor Znidarsic

“Bepaalde stoffen uit de pfas-groep kunnen het immuunsysteem ondermijnen en de vaccinrespons van kinderen aantasten. Ook kunnen ze schadelijk zijn voor lever en nieren en zijn er zorgen over effecten op de vruchtbaarheid en over de hormoon-verstorende werking.” Aldus Annelies den Boer van de ngo Tegengif tijdens een (online) minisymposium van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) over bronaanpak van pfas. Tegengif, die “werkt aan een gifvrije leefomgeving voor toekomstige generaties”, schaart pfas onder de “schadelijke chemicaliën, net als bestrijdingsmiddelen en plastic-additieven.”

Het grote voordeel van pfas, de persistentie, is meteen ook het grote nadeel, zo is gebleken. De duizenden stoffen die onder de noemer pfas vallen, vergaan vanwege de sterke koolstof-fluorverbinding niet of nauwelijks en sommige kunnen zich ophopen in het milieu en in mens en dier. Volgens Den Boer is pfas aangetroffen in het vruchtwater van zwangere vrouwen en krijgen baby’s pfas via borstvoeding binnen. Tegengif wil daarom een verbod op alle pfas en ziet zich daarin gesteund door de Chemicals Strategy for Sustainability (CSS). Den Boer: “Een erkenning dat er meer moet worden gedaan voor bescherming van de Europese burger tegen schadelijke chemische stoffen.”

Brussel

Tegengif is niet de enige die pfas wil uitfaseren. De regeringen van Nederland, Zweden, Denemarken, Noorwegen, Duitsland zijn al anderhalf jaar bezig een brede pfas-restrictie voor de EU op te stellen. “De gevaren van pfas zijn veel ernstiger dan we tot nu toe aannamen, zo blijkt uit studies. De grenswaarden moeten daarom omlaag”, aldus Martijn Beekman van het RIVM. Hij is nauw betrokken bij het restrictie-voorstel en schuift daarvoor geregeld aan bij het ministerie van IenW. Er is het afgelopen anderhalf jaar veel informatie opgehaald. Het doel is om het dossier medio 2022 in te dienen. Daarna kijkt ECHA er nog naar, waarna het voorstel naar Brussel gaat en de lidstaten erover mogen beslissen. De restrictie zou in 2025 moeten ingaan.

Dat een verbod werkt, liet Den Boer zien aan de hand van Denemarken waar pfas in voedselcontactmaterialen van papier en karton sinds 2020 verboden zijn. Uit onderzoek op naleving is gebleken dat deze nationale wetgeving bijzonder effectief is.

Onderbouwen

Volgens Beekman gaat het bij het restrictie-voorstel om alle pfas. “Ongetwijfeld komen er uitzonderingen, maar die discussie gaat nog komen, zeker in het kader van CSS.” Hij doelt op de discussie rond essential use, waar het ministerie en het RIVM zich niet mee bezighouden. “Wij moeten een dossier opstellen conform REACH, en daarin zul je nergens de term essential use vinden. We zullen - net zoals bij alle andere restrictie-dossiers - goed moeten onderbouwen waarom we iets willen verbieden en aangeven waar eventueel uitzonderingen nodig zijn gebaseerd op analyse van de alternatieven en de sociaaleconomische analyse.”

Den Boer zou voor essential use in het voorstel naar de EU graag het Montreal Protocol gebruiken. “Maar dat één op één vertalen naar pfas is vrij lastig”, aldus Beekman. Hij erkent wel dat er soms uitzonderingen gemaakt zullen moeten worden. “Je zal voor sommige toepassingen realistisch moeten zijn. Je kan ook tijdelijke uitzonderingen invoeren en intussen blijven zoeken naar alternatieven. Maar dat is aan Brussel.”

 

“Ongetwijfeld komen er uitzonderingen, maar die discussie gaat nog komen.”

 

De restrictie gaat gelden voor productie en gebruik, niet voor producten die voor het verbod al op de markt waren. “Je hoeft je kleding met pfas straks dus niet terug te brengen.” Dezelfde eisen zullen worden gesteld aan geïmporteerde producten. Maar de EU kan uiteraard geen eisen stellen aan gebruik van pfas-hulpstoffen tijdens de productie op locaties in het buitenland.

Energietransitie

Tijdens het symposium werden vaak de met pfas bewerkte pizzadozen en andere voedselverpakkingen genoemd. Marc Reijmers van Chemours in Dordrecht, dat geen rol speelt in pfas voor bijvoorbeeld pizzadozen, wees ook op andere toepassingen. Het bedrijf maakt de fluorpolymeren Teflon en Viton. Deze worden bijvoorbeeld toegepast in de gezondheidszorg (pacemakers, katheters), communicatie (glasvezelkabels, satellieten, mobiele telefoons), auto’s en vliegtuigen (kabels en leidingen en smeermiddel) en huishoudelijke producten (antiaanbaklaag op pannen en de beschermlaag op sportkleding). Deze fluorpolymeren zijn door de OECD aangemerkt als polymers of low concern. Ze zijn dus veilig in het gebruik, al lopen over het einde van de levensduur nog discussies vanwege de persistentie, iets waar Chemours uiteraard ook naar kijkt. Reijmers wees er ook op dat deze fluorpolymeren belangrijk zijn voor de energietransitie. Ze worden toegepast in membranen voor waterstofproductie, in elektrische voertuigen, bij energieopslag en bij 5G-netwerken. Zijn voorstel is om pfas per groep te reguleren. Dat is bij de F-gassen al goed gelukt. 


Lees ook | E-magazine over het verbod op pfas


In de productie van deze fluorpolymeren zijn polymerisatie-hulpstoffen nodig. Tot 2012 was dat PFOA (nu verboden), later werd de GenX-technologie gebruikt. Chemours hergebruikte of vernietigde 97% van de hulpstoffen, de resterende 3% werd vergund geëmitteerd. Het bedrijf heeft flink geïnvesteerd in een project om die emissie met minimaal 99% te reduceren. Ook zijn ze op zoek naar alternatieven voor gefluorineerde hulpstoffen, waarvoor binnenkort testen gepland staan.

Blusschuim

Een andere toepassing van pfas is in blusschuim. Dat valt buiten het restrictie-voorstel dat IenW aan het voorbereiden is. "Wij vinden dat pfas-houdend schuim zo snel mogelijk uitgefaseerd moet worden", zei Jeroen Konijnenberg van de Gezamenlijke Brandweer, een publiek-private samenwerking in het Rotterdamse havengebied. "We zien het als een complex maar noodzakelijk en haalbaar traject." Er is volgens Konijnenberg nog wel veel onderzoek nodig. Voor een goede schuimvorming is relatief weinig pfas-surfactant nodig, pfas-vrij blusschuim gedraagt zich daardoor anders. De Gezamenlijke Brandweer is daarom al enige tijd aan het oefenen met pfas-vrij blusschuim. “We zijn nog veel dingen aan het testen en ontwikkelen, niet alleen bij het schuim zelf maar ook in de samenwerking van de nieuwe schuimsoorten in combinatie met onze apparatuur in diverse scenario's."

 

"Als je een verbod in het vooruitzicht stelt, leidt dat tot een versnelling van innovatie."

 

Voor de middellange termijn – enkele jaren – wil de Gezamenlijke Brandweer een strategische voorraad pfas-houdend blusschuim aanhouden. "Voor het geval het met pfas-vrij blusschuim niet lukt bij de grotere incidenten, die dankzij de inspanningen van de industrie gelukkig zeldzaam zijn. Pas als zeker is dat we in de toekomst helemaal zonder pfas-blusschuim kunnen, wordt die voorraad afgebouwd.”

Innovatie

Blijft over de laatste schakel in de waardeketen: inzameling en recycling. Daarover vertelde Corneel Lambregts van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Papier en Kartonfabrieken (VNP). Papier, dat voor groot deel wordt gemaakt uit gerecycled papier, moet straks ook pfas-vrij zijn, en dat stelt bepaalde eisen aan de recycling(stromen) van papier. In de tweede fase moet ook gekeken worden naar bijvoorbeeld coatings en pigmenten in het papier, of andere chemicaliën zoals reinigingsmiddelen die worden gebruikt om machines schoon te maken. Als laatste moet ook het afvalwater meegenomen worden. Daarvoor is de VNP een pilot gestart met WUR, om water te zuiveren met filtratie en micro-organismen.

In de paneldiscussie ging het veel over de verschillen tussen de soorten pfas-groepen met al hun uiteenlopende eigenschappen en de vraag bij welke toepassingen sprake is van essential use. Den Boer vond dat jammer, zei ze in haar slotwoord. “Dat leidt af van de hoofdzaak, namelijk dat pfas, alle pfas, persistent zijn, en dat we daardoor ervan af moeten. Zeker zijn bepaalde pfas belangrijk voor de energietransitie en elektrisch rijden, maar dat wil niet zeggen dat we voor die toepassingen geen alternatieven kunnen vinden. Als je een verbod in het vooruitzicht stelt, leidt dat tot een versnelling van innovatie. Doe je dat niet, dan leidt dat tot vertraging.”