Omgevingsmanagers bij Nobian: ‘Eigenlijk zijn we veel meer een verbinder’

Ze zijn het eerste aanspreekpunt in de contacten met omwonenden, betrokken overheden en professionele en maatschappelijke organisaties. Tegelijkertijd zijn ze ook het scherpe oog en oor in de organisatie zelf en bij gecontracteerde aannemers. De ene dag zitten ze aan de keukentafel bij buurtbewoners, de andere dag sluiten ze aan bij een bouwvergadering. Ellen de Waard en Maureen Soering-Bekke zijn omgevingsmanagers bij Nobian. Werk waar vaak “spanning op zit”, maar dat maakt het juist uitdagend.

Tekst: Ingeborg Abendanon
Beeld: Indra Simons
Gepubliceerd: 25.09.2024

Een omgevingsmanager is verantwoordelijk voor de communicatie tussen een projectteam en alle stakeholders die met dat project te maken krijgen. Er spelen verschillende belangen en het managen daarvan is soms een deeltaak van een projectleider of intern versnipperd. Bij Nobian was het een bewuste keuze om twee omgevingsmanagers aan te stellen. Ellen de Waard is anderhalf jaar geleden aan de slag gegaan in de provincie Groningen en Maureen Soering-Bekke startte een klein jaar geleden in de regio Twente.

In vacatureteksten lees je dat een omgevingsmanager moet schipperen tussen verschillende belangen en compromissen moet sluiten met partijen die het niet altijd met elkaar eens zijn. En dan ligt een chemiebedrijf nog onder een extra vergrootglas. Waarom zijn jullie omgevingsmanager bij Nobian geworden?

Ellen: “Voor mij is dat de uitdaging. In mijn regio liggen heel veel werkzaamheden die de chemiesector draaiende houden. Hiervoor zijn nieuwe locaties nodig voor onze zoutwinning en dat brengt uitdagingen met zich mee over hoe we omgaan met onze omgeving. Tegelijkertijd willen we ook een verduurzamingsslag maken. Hoe kun je dat als bedrijf zo goed mogelijk doen, met alle veranderingen die daarbij komen kijken, rekening houdend met de impact ervan op je omgeving. Ik ben gelukkig wel wat gewend, onder meer door de vijftien jaar waarin ik als omgevingsmanager in de bouwsector heb gewerkt. Een nieuwe hoogspanningsverbinding bijvoorbeeld, dat doet iets met de horizon. Ik vond dat heel interessant, omdat je dan echt moet schipperen tussen alle partijen die erbij betrokken zijn. Ik ben in dienst bij Nobian, maar eigenlijk zijn we als omgevingsmanager veel meer een verbinder tussen het bedrijf, de omgeving en de stakeholders. De plannen die Nobian op de technische tekentafel bedacht heeft, moet ik als verbinder vertalen naar de bewoners en bestuurlijke stakeholders. En het werkt ook andersom. Wat ik aan feedback terugkrijg, moet weer verwerkt worden in de technische bouwplannen.”

Maureen: ‘Omgevingsmanagement is een discipline op alle fronten’

Maureen: “Ik hou van projecten die complex zijn of waar spanning op zit. Projecten waarbij bijvoorbeeld veel dingen spelen in de omgeving, waar het op bestuurlijk vlak lastig is of die technisch lastig in de omgeving uit te voeren zijn. Ik vind het een uitdaging om partijen dan bij elkaar te krijgen, waarbij er geluisterd wordt naar elkaars belangen en gekeken wordt naar oplossingen die voor alle partijen waarde oplevert. Ik ben begonnen als communicatieadviseur, maar gaandeweg steeds meer doorgeschoven naar het terrein van omgevingsmanagement. Ellen en ik kenden elkaar al en zij benaderde mij met de vraag of ik zin had in een ‘leuke klus’ in de regio Twente. Ik woon in deze omgeving en dat is meteen ook een voordeel als je met mensen praat. Ik versta het Twents en heb kennis van de ontwikkelingen die hier spelen. Dat maakt de afstand aan de keukentafel kleiner.”

Ellen de Waard (links) en Maureen Soering-Bekke

Welke opdracht kregen jullie mee van Nobian bij jullie aanstelling?

Ellen: “Deels is ons werk gericht op het vinden van draagvlak en dat is in ons vakgebied niet makkelijk. Maar de belangrijkste opdracht was om goed te luisteren naar alle partijen en daar ook écht iets mee doen. De meeste mensen bij Nobian zijn technisch geschoold en zij kijken vooral met een technische bril. Natuurlijk zoeken zij ook zo goed mogelijk de dialoog met de mensen in de omgeving, maar dat is niet hun primaire taak. Nobian heeft de wens geuit om het geluid van die omgeving meer mee te nemen in de projecten en dan moet je wel iemand in dienst hebben die dat als primaire taak heeft.” Maureen: “Je ziet dat het maatschappelijke speelveld in de afgelopen jaren ontzettend veranderd is. Dat heeft Nobian goed gesignaleerd en concreet opgepakt.” Ellen: “Je merkt inderdaad dat de omgeving steeds duidelijker laat merken wat ze niet wil. Zichtbaar zijn, het juiste verhaal vertellen en ophalen wat er speelt, dat is cruciaal om projecten op de juiste manier uit te voeren. Daarnaast hebben we de nieuwe Omgevingswet, dus er zijn behalve de maatschappelijke verantwoordelijkheid ook wettelijke kaders waar we ons aan moeten houden.” Maureen: “We hebben in ons vakgebied met drie verschillende speelvelden te maken. Stakeholdermanagement, conditionering en procedures. Ze verschillen maar zijn onderling wel met elkaar verbonden, omdat ze samen de randvoorwaarden voor een project zijn.”

Ellen: “Onze focus was aanvankelijk vooral gericht op het stakeholdermanagement, maar ons vakgebied omvat alle raakvlakken en randvoorwaarden. Dan heb je het ook over ecologie, archeologie, verkeersmanagement en vergunningen met beroeps- en bezwaarprocedures. Daar kunnen we als bedrijf meer aandacht voor hebben.”

Is de functie van omgevingsmanager nieuw binnen Nobian?

Maureen: “De functie is nieuw, maar het is niet zo dat er voorheen niets aan gedaan werd. De werkzaamheden waren alleen wat meer versnipperd en vanuit Nobian was er behoefte om het meer gestructureerd en integraal aan te pakken. Zo hebben we de afgelopen maanden gewerkt aan BLVC (Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid en Communicatie). Die vier thema’s zijn niet nieuw, maar het gaat er wel om dat je duidelijke afspraken met elkaar maakt over hoe je wilt werken en daarbij ook oog hebt voor de belangen van de omgeving. Wij willen bijvoorbeeld niet zien dat er tijdens de uitvoering van het werk auto’s in de berm geparkeerd staan. Daar zijn parkeerplekken op het werkterrein voor. Of dat je op een bouwplaats een radio hoort galmen vlak naast een woning. Dat soort dingen spelen mee in de beleving hoe mensen naar je kijken en bij de acceptatie van de dingen die je aan het doen bent. Omgevingsmanagement is een discipline op alle fronten.”

Hoe ziet een gemiddelde werkdag van een omgevingsmanager eruit?

Maureen: “We zitten hier nu in mijn kantoor, maar ik ben niet heel vaak hier. Ik zit met name aan de keukentafels, maar praat ook met gemeentes, de provincie en natuurlijk de aannemer.” Ellen: “Dat is voor mij hetzelfde. De ene dag heb ik een overleg met de wegbeheerder om te praten over welke rijroutes we kunnen kiezen en hoe we op een veilige manier omgaan met fietsers die daar rijden. En de volgende dag zit ik aan de keukentafel om met een landeigenaar te overleggen hoe we met het terrein omgaan tijdens de bouw, maar ook hoe we het weer netjes achterlaten als we klaar zijn. En ik ben nu bijvoorbeeld bezig om het omgevingsmanagement in de bestaande procedures van Nobian te implementeren.” Maureen: “Het BLVC-kader is daar een goed voorbeeld van. Je kunt wel dingen roepen tijdens de uitvoering, maar eigenlijk wil je dat alles al wordt meegenomen in de aanbesteding. Met ons werk proberen we zoveel mogelijk duidelijkheid en betrokkenheid te creëren en daarvoor moet je juist aan de voorkant veel tijd investeren. Eigenlijk is de vraag: ‘Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat een project binnen de regels uitgevoerd wordt én dat het voor alle stakeholders acceptabel is?’ Sommige mensen zeggen hardop dat ze ons liever zien vertrekken. Daar hebben we alle begrip voor. Het is alleen wel belangrijk om samen in gesprek te blijven om zorgvuldige afwegingen te kunnen maken en te kijken naar mogelijke oplossingen.”

Ellen: ‘Deels is ons werk gericht op het vinden van draagvlak en dat is in ons vakgebied niet makkelijk’

Zijn de uitdagingen in de provincie Groningen en regio Twente hetzelfde?

Ellen: “In Groningen zijn we bezig met nieuwe locaties en zitten we eigenlijk nog in de studiefase. Ik kan nu nog wijzigingen meenemen en heb die studiefase opgerekt om nog zoveel mogelijk input uit de keukentafelgesprekken en bestuurlijke overleggen mee te kunnen nemen in nieuwe ontwerpen en werkplannen. Hengelo daarentegen zit al op de drempel van uitvoering.”

Maureen: “De zoutputten op het bestaande boorterrein raken langzaamaan leeg en we zijn dus op zoek gegaan naar nieuwe zoutwinlocaties. We kwamen uit bij Haaksbergen en daar is veel over gezegd en geschreven (zie ook kader). Het project staat op het punt van beginnen en dat betekent dat het heel moeilijk is om in die fase nog allerlei nieuwe zaken mee te nemen. Het is zeker niet zo dat er niets gedaan is met de input van omwonenden, het is alleen op een andere manier gebeurd. Je merkt de maatschappelijke gevoeligheid rondom zoutwinning en hoe mensen naar ons kijken.”

Ellen: “De wereld is in dat opzicht veranderd. Vijftig jaar geleden werd er heel anders tegen de chemie aangekeken. Het is nu toch meer Not in my backyard en dat geldt niet alleen voor onze industrie. Windmolens, zonneparken, woningbouw en dan komen wij ook nog eens.” Maureen: “Ik zie dat dat ook meespeelt op de locatie Haaksbergen. Daar is bijvoorbeeld net de N18 verplaatst, worden er steeds meer woningen in het gebied gebouwd en er wordt een zonnepark ontwikkeld. Het is een opeenstapeling van allerlei ontwikkelingen op een relatief klein stukje grond. Dus overal waar je iets doet, kom je wel in iemands achtertuin terecht.”

Ellen: “Waar voor Maureen Haaksbergen een gevoelig dossier is, is mijnbouw in Groningen een beladen woord. Dat sentiment kunnen wij niet wegnemen, maar we kunnen wel luisteren en er iets mee doen. Zo zijn wij aangesloten bij de Commissie Mijnbouwschade en zijn wij aan het onderzoeken hoe wij van waarde kunnen zijn in het gebied, hoe wij een win-win situatie kunnen creëren.”

Welke successen hebben jullie al binnen kunnen slepen?

Maureen: “Ik denk dat de positie van de omgevingsmanager steeds duidelijker begint te worden in de organisatie en dat de collega’s er ook de meerwaarde van zien. Ze weten ons te vinden en schakelen sneller over naar ‘Jij moet ook aan tafel aanschuiven’. Ellen: “Allereerst dat de participatie met de omgeving en de stakeholders echt geland is. Daarnaast ook het feit dat we de processen aanpassen zodat we de input van stakeholders aan de voorkant mee kunnen nemen. En een derde winst is dat er veel meer oog is gekomen voor de civiele risico’s.”

De stip op de horizon binnen Nobian, wat is die voor jullie?

Ellen: “Ik zou het ontzettend mooi vinden als we met een integrale blik naar onze projecten kijken. Dus besluiten niet overwegend vanuit technische en financiële aspecten nemen, maar breder afwegen, ook vanuit omgevingsmanagement, civiele techniek en projectbeheersing. Dat het voor Nobian ‘eigen’ wordt om zo te blijven werken.” Maureen: “Ik hoop dat omgevingsmanagement een tweede natuur binnen onze organisatie wordt. Ik merk nu al winst omdat steeds meer bewoners positief reageren op onze voorstellen. Het gaat met kleine stapjes, maar we werken er allemaal hard aan.”


De gemeenteraad van Haaksbergen ging half november vorig jaar akkoord met de geplande zoutwinning door Nobian. De komende drie decennia mag Nobian 14,5 ton zout uit de bodem halen tussen Haaksbergen en Sint Isidorushoeve. Daar ging een jaar van onderhandelen, protesten van omwonenden en juridisch getouwtrek aan vooraf. Tegen de verleende vergunning kon tot en met 10 mei 2024 bezwaar gemaakt worden. Deze bezwaren liggen nu ter behandeling bij het ministerie. Begin augustus werd bekend dat Nobian mag starten met het aanleggen van de leidingen.