Nationaal Groeifonds honoreert vier chemievoorstellen: “Dit is heel goed nieuws”
Tekst: Igor Znidarsic
Met publieke investeringen op het terrein van Kennisontwikkeling en Onderzoek & Ontwikkeling (R&D) en Innovatie wil het Nationaal Groeifonds bijdragen aan de verduurzaming en vernieuwing van het Nederlandse verdienmodel. Daarvoor is het op zoek naar innovatieve projecten, geleid door partijen die de kennis en ambitie hebben om zaken fundamenteel anders aan te pakken. Bij de tweede ronde van toekenningen adviseert de adviescommissie van het Groeifonds om 5 miljard euro (waarvan 3,7 miljard voorwaardelijk) uit te trekken voor financiering van 28 van de 34 ingediende voorstellen, waaronder ook vier op het gebied of van chemie: Duurzame MaterialenNL, Zelfdenkende moleculaire systemen, Biotech Booster en GroenvermogenII.
“Dit is heel goed nieuws”, zegt VNCI-voorzitter Paul de Krom. “Het zijn precies de onderwerpen die spelen in de breedte van de enorme transformatie waar chemie en samenleving aan zijn begonnen. Hier kunnen bedrijven, kennisinstellingen en overheid nu samen hard mee aan de slag.”
Als het kabinet de adviezen overneemt, heeft het Nationaal Groeifonds na twee rondes 35 projecten (mede) gefinancierd. In de derde ronde is de verwachting dat partijen rechtstreeks projecten kunnen indienen, in plaats van uitsluitend via betrokken ministeries, zoals dat tot nu toe het geval was. Dit zal vermoedelijk leiden tot een groot aantal nieuwe creatieve initiatieven.
Zelfdenkende moleculaire systemen
- Deelnemers | RU, RUG, TU/e, NWO-instituut AMOLF, Fontys Hogeschool Eindhoven, Novio Tech Campus Nijmegen
- Advies | Voorwaardelijke toekenning van € 96,9 miljoen
Zelfdenkende Moleculaire Systemen zet in op het snijvlak van moleculaire scheikunde en digitale technieken zoals kunstmatige intelligentie. Het is gericht op snellere rekenkracht en radicale vernieuwingen in materialen. Dat gebeurt door fundamenteel onderzoek op een campus waar structurele samenwerking voorzien is met het Duitse Max Planck Gesellschaft en door het oprichten van een volledig geautomatiseerd robotlab, waar door gebruik van big data enorme aantallen experimenten nauwkeurig kunnen worden uitgevoerd. In het robotlab kunnen met kunstmatige intelligentie experimenten na iedere ronde automatisch worden aangepast, om sneller en op grotere schaal complexe moleculaire systemen te ontwikkelen. Hiermee kunnen bedrijven vervolgens complexe mengsels fabriceren, zoals zelf-reparerende verf of kunstmatige weefsels. De schaalvergroting en versnelling zou tot een doorbraak kunnen leiden naar nieuwe duurzame materialen.
De adviescommissie van het Groeifonds vindt het veelbelovend om de uitmuntende scheikundige positie van Nederland op deze manier verder te ontwikkelen, en de inzet op een internationale samenwerking verdient een eervolle vermelding. Er zijn wel aandachtspunten in de uitwerking van het plan waar voorwaarden voor zijn geformuleerd.
Initiatiefnemer van het robotlab is Wilhelm Huck, hoogleraar fysisch-organische chemie aan de Radboud Universiteit. “Het wordt tijd om de razendsnelle recente ontwikkelingen in de kunstmatige intelligentie en robotica te benutten”, zei hij vorig jaar in Chemie Magazine. “Big chemistry biedt bedrijven een veel snellere optimalisatie bij de formulering van bijvoorbeeld inkten, coatings, polymeren, gels, persoonlijke verzorgingsproducten en geneesmiddelen. Er moet een ecosysteem ontstaan dat de hightechindustrie verbindt met excellent onderzoek en ruimte biedt voor het opleiden van talent. Als dat lukt kunnen we de formulering van complexe moleculaire systemen voor industriële toepassingen aanjagen en zo een belangrijke economische groeimotor starten.”
GroenvermogenII
- Deelnemers | Consortium bestaande uit partijen in de energie-intensieve industrie, hightechmaakbedrijven, kennisinstellingen en economische regio’s waar veel waterstof wordt gebruikt
- Advies | Toekenning van € 500 miljoen, waarvan € 250 miljoen voorwaardelijk
GroenvermogenNL wil eraan bijdragen dat Nederland toonaangevend wordt in de productie en distributie van groene waterstof en in de synthese van basischemicaliën. GroenvermogenNL bestaat uit het in de eerste ronde van het Groeifonds gehonoreerde GroenvermogenI en het huidige voorstel GroenvermogenII. De ambitie is om met de realisatie van groene waterstofprojecten van tenminste 100 MW de voordelige concurrentiepositie voor onze energie-intensieve industrie te behouden én een vestigingsplaats voor nieuwe industrie te creëren. Via aanbestedingen zullen drie tot vier demonstratieprojecten voor grootschalige elektrolyse deels bekostigd worden. Door waterstof uit nationale duurzame bronnen te produceren wordt voorkomen dat Nederland volledig afhankelijk wordt van buitenlandse producenten. Daarnaast wordt ingezet op versterking van de innovatieve maakindustrie rond waterstof.
De adviescommissie heeft voldoende vertrouwen dat dit consortium met deze aanpak een waardevolle impuls zal leveren aan de transitie van onze energie-intensieve industrie en adviseert een toekenning van 500 miljoen euro (waarvan de helft voorwaardelijk).
“De kosten moeten omlaag en de energie-efficiëntie omhoog”, zegt Paul de Krom, lid van het driekoppige programmabestuur van Groenvermogen, dat op 14 februari is aangetreden. “Daar is het programma voor een deel op gericht, samen met de partners in het veld. Wat mij zorgen baart is de snelheid. Het voorstel is tweeënhalf jaar geleden geschreven, en tot op vandaag is er nog niets concreets gebeurd. De doorlooptijden zijn veel te lang. Het is ook een nieuw instrument bovenop andere bestaande instrumenten, waardoor je tijd nodig hebt om een efficiënte en doelmatige weg te vinden in de uitvoering. Het moet hoe dan ook veel sneller. Binnen het programmabestuur staat dit dan ook helemaal bovenaan.”
Volgens De Krom is Nederland uitstekend gesitueerd voor waterstofproductie. “Met onze infrastructuur en kennis en positie aan de Noordzee kunnen we een leidende rol pakken. Maar andere landen zijn hier ook mee bezig, ook daarom is snelheid nodig. De snelheid van uitvoering heeft te maken infrastructuur, met beschikbaarheid van groene energie, met vergunningen. Dat hele systeem moet kloppen. Het is een enorme klus, maar wij kunnen dat.”
Biotech Booster
- Deelnemers | HollandBio, Vereniging van Nederlandse Universiteiten (VSNU), Nederlandse Federatie van UMCs (NFU), Vereniging van Hogescholen en een aantal biotechnologiebedrijven
- Advies | Toekenning van € 49,6 miljoen en een voorwaardelijke toekenning van € 196,4 miljoen
Het hoofddoel van Biotech Booster is het rendement van wetenschappelijk onderzoek verhogen en het Nederlandse biotech-ecosysteem versterken. Biotech Booster sluit de keten van kennis naar innovatie door een proces in te richten dat bestaat uit drie opeenvolgende fases om van een goed idee tot een volwaardige onderneming te komen: Trusted Communities, Biotech Innovation Program en Scale-out.
De adviescommissie is onder de indruk van de probleemanalyse en de aanpak. Het voorstel heeft een goede focus op het probleem rondom de valorisatie van kennis in de biotechnologie. Daarnaast is biotechnologie een sleuteltechnologie waarin Nederland uitstekende papieren heeft. Ook zitten de juiste experts aan tafel met internationale ervaring op het gebied van valorisatie en ondernemerschap. Ten slotte zijn er veel verschillende sectoren waar biotechnologie toe te passen is, zoals de gezondheidszorg, de landbouw en de chemie. Ondanks de kritiekpunten rondom de cofinanciering en de invulling van het ondernemerspanel en bestuur, zijn volgens de adviescommissie de ingrediënten aanwezig om dit voorstel tot een succes te maken.
Duurzame MaterialenNL
- Deelnemers | Ruim driehonderd partijen onder de vlag van het MaterialenNL-platform, waaronder bedrijven, kennisinstellingen en onderzoeksorganisaties
- Advies | Voorwaardelijke toekenning van € 220 miljoen
Duurzame MaterialenNL verbindt drie materiaalclusters: de energiematerialen, constructiematerialen en circulaire plastics. Het wil een leidende rol spelen in de ontwikkeling van duurzame en circulaire materialen en materiaaltoepassingen, om zo de Nederlandse economie te versterken en tegelijkertijd CO2-neutraal en circulair te maken. Er worden twaalf demonstrators gebouwd rondom de drie materialenthema’s, gericht op het ontwikkelen, testen en toepassen van specifieke duurzame materiaalinnovaties. Daarnaast zijn er overkoepelende ontwikkelingsprogramma’s en faciliteiten in zogenaamde dwarsverbanden.
De adviescommissie vindt het verduurzamen van de materialensector een belangrijke maatschappelijke opgave. Naast inzet op maatschappelijke baten beoogt het voorstel ook een aanzienlijke economische impuls te geven aan Nederland. Deze combinatie sluit sterk en naadloos aan op de doelstellingen van het Groeifonds. Wel vindt de commissie de huidige aanpak te grootschalig. De drie materiaalsectoren en de twaalf demonstrators hebben beperkte samenhang en daarmee een beperkt potentieel versterkend effect. Ook is de bestuurbaarheid erg complex. Daarnaast is de Nederlandse uitgangspositie niet in alle deelgebieden even overtuigend. De commissie adviseert wel positief over het onderdeel circulaire plastics, waar de toekenning dan ook voor is bedoeld.
Brightlands Chemelot Campus draagt met Brightlands Circular Space (BCS) bij aan het voorstel. Hierin werken SABIC, Universiteit Maastricht, TNO en Brightlands Chemelot Campus samen aan de verdere uitbouw van infrastructuur voor pre-processing, opschaling, ontwerp van en voor circulaire materialen en de ontwikkeling van toepassingen gebaseerd op post-consumer recycling. BSC verbindt hierbij twee werelden: academische en zakelijke innovaties en commerciële opschaling. Het doel is de circulaire kunststofwaardeketen concreet in te richten en nieuwe technologie ontwikkelen om de productie van circulaire kunststoffen en andere materialen op te schalen.