Maatwerk moet industrie verder verduurzamen

De in het coalitieakkoord afgesproken maatwerkaanpak voor de grootste industriële CO2-uitstoters heeft inmiddels geleid tot vier zogeheten Expression of Principles, met Tata Steel, Nobian, OCI en Dow. “Het gaat bij de maatwerkaanpak om wederkerigheid”, zegt Martijn Broekhof van de VNCI. “De overheid helpt, de industrie geeft iets terug.”

Tekst: Igor Znidarsic

Om de verduurzaming van de industrie verder te versnellen, biedt het kabinet de twintig grootste industriële CO2-uitstoters de mogelijkheid van ondersteuning op maat. De ambitie is om hiermee 1 tot 1.9 Mton extra CO2-reductie te behalen in 2030. Deze maatwerkaanpak bestaat uit drie fases, te beginnen met de Expression of Principles (EoP). Daarin staan op hoofdlijnen de ambities, potentiële onderwerpen en doelen beschreven voor het maken van een mogelijke maatwerkafspraak.

Vier bedrijven hebben inmiddels een EoP getekend: Tata Steel, Dow Benelux, Nobian en OCI. ‘In de vier EoP’s staan mooie ambities’, schreef minister van EZK Adriaansens onlangs aan de Tweede Kamer. ‘Zo wil het chemie- en zoutbedrijf Nobian 10 jaar eerder CO2-neutraal zijn dan gepland en kunnen de verduurzamingsplannen van Dow voor 1.7 Mton CO2-reductie in 2030 zorgen.’ Hierna volgen de Joint Letter of Intent, dat concreter is en gedetailleerder uitgewerkt, en tot slot de Bindende Maatwerkafspraken.

Er bestaan al diverse generieke instrumenten voor verduurzaming van de industrie, zoals SDE++ en DEI. Ook zijn met het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat al stappen gezet op het gebied van de noodzakelijke energie-infrastructuur. Waarom is daarnaast nog ondersteuning op maat nodig? “SDE++ bijvoorbeeld gaat vaak over een specifieke techniek”, zegt Martijn Broekhof, hoofd Klimaat, Energie, Innovatie en Duurzaamheid bij de VNCI, “maar de twintig bedrijven die geselecteerd zijn voor de maatwerkaanpak zijn vaak dusdanig complex dat zo’n specifieke techniek maar op een klein stukje van het verduurzamingstraject past.”

Op één lijn

Bij de maatwerkaanpak kan er sprake zijn van financiële ondersteuning, maar het gaat in de eerste plaats om de juiste voorwaarden scheppen voor de transitie. Broekhof: “We hebben te maken met een transitie die zo complex is dat een individueel bedrijf die niet alleen kan maken. De keuzes die gemaakt moeten worden zijn dusdanig groot dat ze gevolgen hebben voor het hele ecosysteem waarin zo’n bedrijf opereert. De infrastructuur moet er zijn, de vergunningen moeten op tijd afgegeven worden, de afval- en grondstoffenstromen moeten geregeld zijn, alle partijen in zo’n cluster waarin het bedrijf vaak de spil vormt moeten op één lijn zitten, enzovoorts. Alleen als al die zaken goed geregeld zijn kan het bedrijf de transitie maken, en je krijgt dit alleen voor elkaar met maatwerk per bedrijf.”

"We hebben te maken met een transitie die zo complex is dat een individueel bedrijf die niet alleen kan maken."

Waar een verduurzamingsroute een onrendabele top heeft, kan ook sprake zijn van financiële ondersteuning. “Voor de transitie zijn nu eenmaal investeringen nodig”, zegt Broekhof. “Bedrijven kunnen die investeringen ook buiten Nederland doen, maar we hebben er belang bij dat ze in Nederland plaatsvinden. Dan kunnen we de maakindustrie hier behouden, want anders word je als Nederland en Europa te afhankelijk van andere landen en regimes. Om het voor bedrijven aantrekkelijk te maken om hier te investeren kan een prikkel helpen. Zeker nu de Verenigde Staten met hun IRA-pakket ook behoorlijk interessant zijn geworden voor investeringen in verduurzaming.”

Compleet pakket

Het Klimaatakkoord, Fit voor 55, het Schone Luchtakkoord – zijn al deze verplichtingen niet al voldoende om de verduurzaming verder te helpen? “Misschien is het wel teveel naast elkaar en te ongecoördineerd”, zegt Broekhof. “Al die verplichtingen komen in hun abstractie bij elkaar in de complexiteit van zo’n site van bijvoorbeeld Dow of Nobian. Dat zijn daarom dé plekken om te kijken hoe het allemaal in de praktijk werkt en hoe je het moet organiseren. De maatwerkaanpak is erop gericht om van al die complexe opgaven in zo’n project één compleet pakket te maken.”

Broekhof ziet maatwerk vooral als een procesafspraak waarin overheid en bedrijf vertrouwen naar elkaar uitspreken. “Enerzijds committeren bedrijven zich aan de afgesproken investering in duurzaamheid en de economische aanwezigheid in Nederland. Anderzijds is de overheid er echt niet op uit om bedrijven te sluiten, maar confronteert zij partijen wel met snel veranderende en soms tegenstrijdige wet- en regelgeving. Zo kunnen bedrijven niet investeren in CO2-reductie als er geen stikstofruimte is. Daarover gezamenlijk komen tot inzicht, begrip en uiteindelijk afspraken, dat is de kern van maatwerk.”

"Nu komen we op een punt waar ingrijpende veranderingen in de productieprocessen nodig zijn."

Het gaat volgens Broekhof om wederkerigheid. “De overheid schept de voorwaarden die nodig zijn om de afgesproken doelen te halen, de industrie geeft daarvoor terug een versnelling van de verduurzaming en een commitment voor de lange termijn in Nederland, met de daarbij horende innovatiekracht, werkgelegenheid en behoud van de maakindustrie en de strategische onafhankelijkheid. En tegelijkertijd zwengelt het de verduurzaming van de rest van de (regionale) economie aan, met de industrie als vliegwiel.”

Knelpunten

De afgelopen vijftien jaar is de industrie vooral bezig geweest met optimalisatie van bestaande processen, waarbij de fabrieken gewoon door konden blijven draaien. Dat proces is min of meer af. “Nu komen we op een punt waar ingrijpende veranderingen in de productieprocessen nodig zijn. Dat is technisch uitdagend, omvangrijk, groot qua investering, en het is voor een groot deel pionieren.”

Illustratie: Curve

Ook de aanpak waarbij bedrijven opgelegd wordt om te versnellen heeft misschien z’n beste tijd gehad, vindt Broekhof. “Het kan bedrijven afwachtend maken: ze wachten tot de volgende norm waaraan ze moeten voldoen. Met de maatwerkaanpak probeer je juist samen te zoeken naar versnelling. Je gaat vanuit een opportuniteit denken in plaats van vanuit een bedreiging, en daarmee creëer je een veel gunstiger vestigingsklimaat.”

‘De eerste resultaten stemmen mij hoopvol voor het vervolg’, schreef Adriaansens. ‘De ambities die in de EoP’s zijn afgesproken zijn hoog en tonen dat we echt in een versnelling kunnen komen. Wel zal dan nog meer tempo gemaakt moeten worden op de echte realisatie van projecten, zowel binnen als buiten de overheid. Knelpunten die snelle realisatie in de weg staan zullen we voortvarender moeten oppakken en opruimen.’


Dow: CO2-neutraliteit in 2050

Dow maakt basisgrondstoffen voor onder andere matrassen, isolatiemateriaal, voedselverpakkingen en coatings en wil in 2050 CO2-neutraal zijn. De stoomkrakers gebruiken nu restgassen van het proces als brandstof. Dow wil dit proces verduurzamen door de CO2 uit de restgassen af te vangen en op te slaan en de resterende waterstof als (circulaire) brandstof gebruiken, in plaats van het restgas. Daarnaast wil Dow gasturbines die gebruikt worden voor de koeling in het kraakproces vervangen door elektromotoren. Dit samen zal leiden tot een jaarlijkse uitstootreductie van 1,7 Mton CO2 en 10 procent stikstofreductie ten opzichte van 2018. Ook worden er voorbereidingen getroffen voor elektrisch kraken op de route naar CO2-neutraliteit in 2050. De EoP bevat ook ambities om de directe leefomgeving te verbeteren, bestaande uit verduurzaming rondom watergebruik en inzet van restwarmte in de bebouwde omgeving. Om al deze plannen te kunnen realiseren vraagt Dow onder andere een financiële bijdrage van de overheid.

“Dow speelt al sinds 1965 een centrale rol in Zeeland, en dat willen we ook de komende decennia blijven doen op een schone en duurzame manier”, zegt Anton van Beek, president Dow Benelux. “Met ons project ‘Path2Zero’ werken we toe naar nul CO2-uitstoot in 2050. Gezien de omvang en complexiteit van deze uitdaging is samenwerking met het bedrijfsleven, de academische wereld, de overheid en anderen cruciaal. Als ergens de klimaattransitie tot een succes gemaakt kan worden, dan is het wel in Zeeland.”


Nobian: 10 jaar eerder klimaatneutraal

Nobian heeft begin 2022 ambitieuze duurzaamheidsdoelstellingen opgesteld zoals CO2-neutraal worden in 2040 met 100 procent hernieuwbare energie. Het duurzaamheidsprogramma Grow Greener Together van Nobian geeft concrete invulling aan deze doelstellingen. EcoVadis, de wereldwijde standaard voor duurzaamheidsbeoordelingen van bedrijven, heeft de prestaties van Nobian beoordeeld met een platina medaille, waarmee Nobian wereldwijd in de top 1 procent staat. Met behulp van de maatwerkafspraken kan Nobian de ambitieuze duurzaamheidsdoelstellingen met tien jaar versnellen. Uitvoering van de projecten uit de EoP tussen de overheid en Nobian resulteren in een CO2-emissiereductie van 500 kiloton per jaar (CO2-neutraal in 2030), een reductie van het gasgebruik van meer dan 300 miljoen m3 per jaar (circa 1 procent van het Nederlandse gas ebruik) en een reductie van de NOx-emissies met 500 ton per jaar. Tot slot wordt de mogelijkheid onderzocht om een aantal zoutcavernes gereed te maken voor toekomstige (groene) waterstofopslag.

“We weten wat we moeten doen om het behalen van onze duurzaamheidsdoelstelling te versnellen, het is nu zaak dat de randvoorwaarden goed worden geregeld,” zegt Marco Waas, vice president R&D and Technology and Sustainability van Nobian. “Zo moet het proces van vergunningverlening worden versneld, dit vraagt om het stellen van prioriteiten door de vergunningverlenende instanties en zorgen voor voldoende expertise. Ook moeten we oppassen dat we niet alle beleidsinitiatieven en -wensen tegelijkertijd gaan proberen te realiseren. Daarnaast is het belangrijk dat er voldoende én betaalbare duurzame energie beschikbaar is voor de industrie om te kunnen verduurzamen.”