Lubrizol, Nobian en Teijin Aramid werken samen om drinkwater te besparen
Tekst: Adriaan van Hooijdonk
Gepubliceerd: 03.01.2025
Zout- en chemicaliënproducent Nobian in Delfzijl onttrekt jaarlijks tien miljoen m3 oppervlaktewater uit het A.G. Wildervanckkanaal, in de buurt van Veendam. Het bedrijf injecteert het water onder druk via boorputten in ondergrondse zoutcavernes om het zout op te lossen, waardoor pekel (zout water) ontstaat. De pekel wordt vervolgens teruggepompt naar de oppervlakte en naar de fabriek getransporteerd. Een groot deel van het water blijft achter in de zoutholtes die bij de zoutwinning ontstaan. Vervolgens dampen operators met vacuümzouttechnologie de pekel in en hierbij ontstaat industriewater, legt Klaas Bosker, operations manager van Nobian Utilities & Facilities, uit.
Gewilde en zuivere waterstroom
Het resultaat is een gewilde en zuivere waterstroom die goed toepasbaar is voor andere bedrijven, bijvoorbeeld proceswater. Het water bevat vrijwel geen zouten en mineralen. Het is daarom als processtroom een heel goed alternatief voor diverse installaties waar nu drinkwater wordt gebruikt. De geleidbaarheid van het industriewater is namelijk veel lager in vergelijking met drinkwater, weet Bosker. Zo heeft het water dat we dagelijks drinken een geleidbaarheid van 500- 700 µS/cm, terwijl het industriewater een geleidbaarheid heeft van 40 µS/cm. Water met een hoge geleidbaarheid kan corrosie bevorderen, de levensduur van apparatuur verkorten en de betrouwbaarheid van het proces in gevaar brengen.
Keten versterken
Nobian Delfzijl produceert jaarlijks vier miljoen m3 industriewater. Hiervan gebruikt het bedrijf zelf drie miljoen m3 in de eigen processen en voor klanten op het Chemie Park, zoals Delamine en Nouryon, en vlak daarbuiten, zoals Evonik en Zeolyst. De één miljoen m3 die overblijft, loost de zout- en chemicaliënproducent in de Waddenzee.
Ketenpartners Nobian, Lubrizol en Teijin Aramid hebben daar nu een duurzame bestemming voor gevonden. Bosker legt uit het hoe het zit. “We willen onze keten versterken en ook het hoogwaardige industriewater dat we nu nog deels lozen elders bij bedrijven op het Chemiepark Delfzijl inzetten.” Lubrizol en Teijin Aramid die het industriewater willen afnemen kunnen zo een forse drinkwaterbesparing realiseren in deze tijden van toenemende waterschaarste.
Lubrizol in Delfzijl kan het industriewater goed gebruiken, stelt plantmanager Boelo Raske. Het bedrijf maakt een hoger gechloreerd PVC (CPVC) door PVC te laten reageren met vloeibaar chloor. “Deze reactie vindt plaats in water en hiervoor maken we een slurry aan van PVC in water. Op jaarbasis gebruiken we hiervoor nu circa 230.000 m3 drinkwater. Dat komt van het Waterbedrijf Groningen. Het doel is om deze jaarlijkse hoeveelheid drinkwater te vervangen door het industriewater van Nobian. “Hiermee realiseren we een aanzienlijke drinkwaterbesparing”, zegt Raske. “Ga maar na, een huishouden gebruikt jaarlijks gemiddeld 44m3 drinkwater. Dit staat gelijk aan het jaarlijkse drinkwaterverbruik van ongeveer 5.200 huishoudens.”
Proeven uitgevoerd
De ketenpartners gingen niet over één nacht ijs om de drinkwaterbesparing te realiseren. Zo startte Lubrizol in het R&D-laboratorium in de Verenigde Staten drie jaar geleden met testen van het industriewater. Vervolgens werd het industriewater getest in de fabriek in Delfzijl. Dat ging niet goed, omdat het industriewater de reactietijd in het productieproces aanzienlijk verlengde. Nader onderzoek door het R&D laboratorium van Lubrizol heeft aangetoond dat dit werd veroorzaakt door hele lage concentraties ammonia in het industriewater.
“Met een ionenwisselaar lukte het uiteindelijk om de voor ons gewenste kwaliteit te behalen”, vertelt Raske. Dit apparaat verwijdert de ammonia uit het industriewater door ammoniumionen om te wisselen met natrium- of waterstofionen. Vorig jaar voerde Lubrizol een korte en succesvolle test met het gezuiverde industriewater uit op de plant in Delfzijl. Begin 2025 volgt een uitgebreide en langere test. “Wanneer de test succesvol blijkt te zijn, investeren we volgend jaar in een ionenwisselaar en leidingwerk”, zegt Raske.
Leidingwerk
Er loopt al een leiding vanaf de warmtekrachtcentrale Delesto naar Lubrizol waaruit de CPVC-producent drinkwater inneemt. In het laatste stuk van deze leiding maakt Lubrizol een aftakking voor het industriewater. “Op basis van alleen de kostenbesparing is de terugverdientijd van de investering te lang”, volgens Raske. “Samen met Nobian hebben we daarom gewerkt aan een oplossing die economisch en uit oogpunt van duurzaamheid een win-win situatie oplevert.”
Hebben Bosker en Raske nog tips voor andere chemiebedrijven die met drinkwaterbesparing aan de slag willen gaan? “Breng goed in kaart voor welke processen je drinkwater gebruikt”, adviseert Bosker. “En kijk of er andere bedrijven in de nabije omgeving zijn die wellicht industriewater beschikbaar hebben.” De technologen van Nobian keken mee in het productieproces van Lubrizol en dat zouden andere bedrijven volgens hem ook kunnen doen.
Drinkwaterbesparing
Drinkwater is van oudsher vrij toegankelijk en heeft een lage kostprijs voor bedrijven, merkt Bosker op. “Het is wellicht niet het eerste waar bedrijven naar kijken om te investeren of om installaties te verbeteren, maar de urgentie voor drinkwaterbesparing neemt alleen maar toe.” Hij verwijst naar de toenemende periodes van droogte waardoor water steeds schaarser wordt en het Nationaal Plan van Aanpak Drinkwaterbesparing. Het plan is een uitwerking van de Kamerbrief 'Water en Bodem sturend' uit november 2022 die een concreet drinkwaterbesparingsdoel bevat voor consumenten en grootverbruikers in 2035 (zie kader).
Daarnaast zien Bosker en Raske beiden dat verduurzaming voor bedrijven steeds belangrijker wordt. “Ook om het maatschappelijk draagvlak voor onze activiteiten te behouden”, aldus Bosker.
Het drinkwaterbesparingsproject is voor beiden een duidelijke win-winsituatie. “We versterken de keten doordat Lubrizol en Teijin Aramid het industriewater, dat wij normaal deels lozen, kunnen benutten”, zegt Bosker. “En we realiseren hiermee een aanzienlijke drinkwaterbesparing en werken zo samen aan verduurzaming”, voegt Raske toe.
Strenge doelen voor drinkwaterbesparing in Nederland
Het Nationaal Plan van Aanpak Drinkwaterbesparing, dat 24 juni naar de Tweede Kamer is gestuurd, stelt als doel om het dagelijks drinkwaterverbruik per persoon terug te brengen van 128 naar 100 liter in 2035. Ook grootverbruikers moeten aan de slag: zij worden verplicht om hun verbruik met twintig procent te verminderen ten opzichte van de referentieperiode 2016-2019. Laagwaardig gebruik van drinkwater in de industrie wordt verder beperkt. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om drinkwater waarmee apparatuur of vloeren worden schoongemaakt. Of proceswater voor stoomproductie. Gezuiverd oppervlaktewater kan hier een goed alternatief zijn.
Dit plan is tot stand gekomen in samenwerking tussen overheden, bedrijven en andere belanghebbenden, en benadrukt de noodzaak om water bewuster te gebruiken vanwege de toenemende schaarste. Zakelijke watergebruikers zullen, in samenwerking met hun branches, actief bijdragen aan deze besparingen. Het plan voorziet verder in de ontwikkeling van maatregelen zoals waterscans, waterprofielen en benchmarks om besparingskansen te identificeren. Naast vraagbeperking pleit de VNCI voor meer regionale en lokale wateropslag en het sneller verstrekken van waterwinvergunningen om het drinkwateraanbod te vergroten. De VNCI benadrukt dat een hoogwaardige drinkwatervoorziening essentieel is voor het vestigingsklimaat van bedrijven en dat dit plan op een goed moment kwam om de effecten van waterschaarste te beperken.
Nobian en Lubrizol werken al langer aan waterbesparing
Nobian en Lubrizol hebben de afgelopen jaren aanzienlijke stappen gezet om het waterverbruik te verminderen. Zo implementeerde Nobian in 2021 een nieuwe methode voor de dosering van soda in het pekelzuiveringsproces in Delfzijl, waarbij droge soda wordt toegevoegd in plaats van een waterige oplossing. Hiervoor verminderde het waterverbruik met ongeveer 70.000 m3 per jaar.
Daarnaast heeft Nobian de intentie om, in het kader van de Maatwerkafspraken, het productieproces van de zoutfabrieken te elektrificeren. Door de multiple effect evaporators (MEE) in de huidige zoutfabrieken te vervangen door mechanical vapor recompression is er geen stoom meer nodig en komt er veel meer hoogwaardig industriewater vrij. “Bedrijven in de regio kunnen het goed gebruiken, waardoor ze minder drinkwater nodig hebben. Een mooi voorbeeld uit Nobians Grow Greener Together aanpak, dat we samen werken met partners om gezamenlijk onze verduurzamingsdoelen te bereiken”, stelt Bosker. Eventuele uitbreidingsplannen komen dan niet in gevaar door een tekort aan drinkwater.
Lubrizol reduceerde in de afgelopen 25 jaar het waterverbruik met vijftig tot zeventig procent. Deze besparing is bereikt door procesoptimalisaties en de invoering van efficiëntere technologieën. “De afgelopen tien jaar hebben we vooral de recyclestromen onder de loep genomen”, vertelt Raske. “We gebruiken het water dat uit een deel van het productieproces vrij komt weer elders in de plant.”
Investeringen in duurzaam watergebruik moeten lonen
Belasting op Leidingwater (BoL) is een heffing die door de Rijksoverheid wordt opgelegd. De overheid wil met deze belasting stimuleren dat bedrijven en huishoudens zuiniger omgaan met leidingwater. Het kabinet overweegt het heffingsplafond van de Belasting op Leidingwater (BoL) te verhogen. Dat kan grootverbruikers stimuleren om waterverspilling tegen te gaan, aldus minister Barry Madlener van Infrastructuur en Waterstaat in een brief aan de Tweede Kamer.
In de Kamerbrief van 8 november staat: ‘Om ook grootverbruikers te stimuleren waterverspilling tegen te gaan, kan het een logische stap zijn het heffingsplafond te verhogen. Ook vanuit budgettair oogpunt is dit te overwegen. De ministeries van IenW en van Financiën gaan samen onderzoeken wat de mogelijkheden daarvan zijn. Hierbij moet in ieder geval worden gekeken naar staatssteunaspecten en effecten op de uitvoering van leveringen aan bepaalde distributienetten die op dit moment onbelast zijn. Dit zal meegenomen worden in de voorjaarsbesluitvorming van 2025.’
Onverstandig
Steeds meer bedrijven investeren in hergebruik van water waarmee zij water-efficiënter kunnen opereren en bepaalde processen circulair kunnen maken. Leidingwater betreft niet alleen drinkwater, maar al het water dat per leiding wordt aangevoerd, dus ook gezuiverd afvalwater dat opnieuw in bedrijfsprocessen wordt gebruikt. Dit valt onder de Belasting op Leidingwater. De overweging van het kabinet om het plafond voor de BoL aan te passen, zoals in de recente brief van het kabinet is genoemd, vindt de VNCI samen met andere branches, zoals VNO-NCW, VEMW en VEWIN onverstandig. Duurzame investeringen om water bijvoorbeeld meerdere malen in industriële productieprocessen toe te passen, worden dus opeens belast als het plafond wordt afgeschaft. Met andere woorden: efficiënt gebruik van water wordt juist minder aantrekkelijk gemaakt.