Junior Praktijk Programma: attractief onderwijs door combinatie van theorie en praktijk
Tekst: Ingeborg Abendanon
Gepubliceerd: 25.02.2025
Het Junior Praktijk Programma draait inmiddels voor het tweede jaar en is een initiatief om studenten van de voltijdse opleiding (BOL) Procestechniek gedurende één dag in de schoolweek op te leiden in het bedrijf zelf. Het doel van het programma is attractief onderwijs te bieden in de context van de praktijk (hybride leeromgeving). Deelnemende bedrijven zijn Cargill, Dow, Synthomer, Zeeland Refinery, Elopak, Yara, EPZ, Trinseo, ICL en Century Aluminum.
Corine Rijk-Krijger, docent en JPP-coach bij het Scalda, is nauw betrokken bij het programma. “In mijn functie ben ik, samen met een collega, de schakel tussen het bedrijf en het onderwijsteam en het eerste aanspreekpunt voor bedrijven. We gaan regelmatig bij de bedrijven op bezoek om te kijken of alles goed gaat. Past de schoolopdracht bij de praktijk van het bedrijf en pakken de studenten de opdrachten goed op. Omgekeerd kunnen bedrijven bij mij terecht met vragen of dingen waar ze tegenaan lopen. Verder zijn we als onderwijsinstelling ook betrokken geweest bij de formulering van de leeropdrachten. Daarbij hebben we goed gekeken naar de match tussen de theorie op school en de praktijk bij een bedrijf.”

Onder: links Yeadyn Tanghe (17 jaar) JPP-student bij ICL, rechts Giovanni Neirinck (17 jaar) JPP-student bij Trinseo
Integrale beroepsopdracht
Eerstejaars Scalda-studenten beginnen tien weken op school, een periode waarin zij zich kunnen oriënteren op de bedrijven en hun voorkeur kenbaar kunnen maken. Daarna gaan ze gedurende dertig weken op de donderdag naar hun JPP-bedrijf. Tweedejaars studenten starten ook met tien weken school, waarna ze tien weken het JPP volgen, daarna een stage van tien weken doen en vervolgens weer tien weken in het JPP meedraaien. Een stage is wezenlijk anders dan het JPP aldus Corine: “Tijdens een stage draaien studenten mee in de ploegendienst en zijn ze echt aan het werk. In het JPP voeren studenten een IBO (integrale beroepsopdracht) uit. De eerste IBO gaat over veiligheid. Op school halen ze dan hun VCA (Veiligheid, Gezondheid, Milieu Checklist Aannemers, een certificeringsprogramma dat gericht is op het waarborgen van veiligheid en gezondheid op de werkvloer, -red.). In het bedrijf lopen ze bijvoorbeeld een dag mee met de bedrijfsbrandweer of krijgen ze een presentatie over procesveiligheid. Maar we hebben ook een IBO waarbij studenten een hele dag meelopen met een operator, wat doet die nou de hele dag? Alle IBO’s zijn erop gericht om de theorie zoveel mogelijk te laten aansluiten bij de praktijk.”
Patrick Roman is behalve area manager bij Rosins en Utilities ook trainingsmanager bij Synthomer, producent van hoogwaardige en gespecialiseerde harsen. “Wij doen dit schooljaar voor het eerst mee met dit programma. Aanvankelijk hadden we twee studenten, maar voor een van hen was de reistijd na een verhuizing bijna niet te doen. Die moest om vijf uur ’s ochtends de deur uit. Deze student volgt zijn JPP nu bij Dow. Dat is ook het mooie van dit programma, we doen het samen. Sander (16 jaar), die nu JPP-student bij ons is, wordt begeleid door een fieldtrainer, waarvan we er twee in ons bedrijf hebben. Daarnaast proberen we hem ook te koppelen aan de stagiairs die bij ons aan het werk zijn. Ze kunnen veel van elkaar leren.” Corine haakt aan op wat Patrick zegt over de samenwerking tussen de bedrijven: “De bedrijven trekken echt gezamenlijk op. Er is geen sprake van onderlinge concurrentie of rivaliteit. Die jongen met het logistieke probleem gun je gewoon een goede plek en het is mooi dat hij van Synthomer naar Dow kon voor het vervolg van zijn JPP.”
De basis van de chemie
Patrick is heel positief over het JPP. “Sander is heel fanatiek, hij wil bij wijze van spreken ín een pomp kruipen. Wij zijn enorm blij met hem en hij met ons. De meeste studenten binnen dit programma zijn leergiering en enthousiast en ze willen graag in de chemie werken, als operator of engineer. Dat we aangehaakt zijn bij dit programma, is een logische keuze. We hebben die jonge mensen hard nodig in onze sector. Natuurlijk hoop ik dat zo’n jongen als Sander straks bij ons komt werken, maar als hij bij een ander chemiebedrijf in de regio terechtkomt, ben ik ook heel blij. Het belangrijkste is dat wij deze jonge mensen de basis van de chemie leren begrijpen en dat we ze enthousiast maken voor een carrière in onze sector.” Voor een volgend schooljaar hoopt Patrick twee tot drie JPP-studenten bij Synthomer te kunnen krijgen.
Corine herkent het enthousiasme: “De studenten gaan op donderdag naar hun JPP-bedrijf en komen dan vrijdag weer op school. Wat me opvalt, is dat studenten het al heel snel hebben over ‘Bij ons…’. Ze voelen zich echt onderdeel van het bedrijf. Een student vroeg of hij in de vakantie ook naar zijn JPP-bedrijf mocht. En over een andere student hoorde ik van zijn ouders dat hij de dag voor zijn JPP extra vroeg naar bed ging om goed uitgerust aan zijn leer-werkdag te beginnen.”
Samantha de Moor is senior HR business partner bij kunstmestfabrikant Yara Sluiskil. Het bedrijf is vanaf het begin betrokken bij het JPP. In het eerste jaar had Yara vijf studenten, in het tweede schooljaar volgen vier eerstejaars en vijf tweedejaars studenten het JPP. Samantha neemt namens Yara deel aan de stuurgroep van het JPP en heeft vooral een overkoepelende rol. “De inhoudelijke begeleiding van de studenten wordt gedaan door mijn collega’s. Ik ben vanuit de stuurgroep vooral bezig met de grote lijnen. Hoe kunnen we het JPP vormgeven, maar ook hoeveel studenten kunnen er elk jaar bij ons terecht. Bij Yara weten we heel goed dat het opleiden van jonge mensen ontzettend belangrijk is. Dit is ook de reden dat we vanuit Yara gelijk achter het JPP stonden, maar we moesten natuurlijk goed nadenken hoe we dit in de praktijk konden organiseren. Het zijn jonge studenten en je moet ze intensief begeleiden. Ook daar ligt een belangrijke taak voor de stuurgroep.”
Enorme aanwinst
Ans Verschueren is apprenticeship learning leader bij Dow Terneuzen, met 16 fabrieken de op een na grootste chemieproductielocatie van Dow wereldwijd en de grootste buiten de Verenigde Staten. Dow heeft dit schooljaar 16 JPP-studenten, zeven eerstejaars en negen tweedejaars. “We hebben allemaal dezelfde uitdaging in het aantrekken van vakkrachten. Dan moet je ook als bedrijf iets doen en zo’n programma als het JPP is een enorme aanwinst. Niet alleen voor de bedrijven, ook voor de studenten. In de eerste tien weken gaan ze zich oriënteren en kunnen ze overal een kijkje in de keuken nemen. Ze maken als zestienjarige op een laagdrempelige manier kennis met de sector en dat is een goede ontwikkeling. Want, en dat staat echt voorop in het JPP, wij moeten deze jongeren behouden voor de techniek. Het aantal aanmeldingen voor de opleiding Procestechniek is op zich oké, maar we zien veel uitval. Een van de belangrijkste redenen was dat eerstejaars van de opleiding Procestechniek geen stage hadden. Dan zijn ze al een jaar verder voordat ze een keer in aanraking komen met de praktijk. In de schoolbanken zitten is niks voor deze jongeren, ze willen werken. We zien dat het voor hun motivatie ook beter is om theorie en praktijk meteen te combineren. Dan zien ze waar ze het voor doen.”
Ook voor Samantha en Ans is de meerwaarde van het JPP dat bedrijven samen optrekken. Samantha: “We zijn allemaal andere bedrijven. De een past goed bij ons, de ander is beter op zijn plek bij bijvoorbeeld Dow, ICL of Trinseo. Het behoud van deze jonge mensen voor de techniek is wat ons verbindt. Daarom is het mooi dat we via dit programma vanuit de bedrijven ook weer kennis teruggeven aan het onderwijs. Daarin versterken we elkaar en daar profiteert iedereen van.”
Het JPP is een succesvolle formule in Zeeland. Hoeveel verder kan het nog groeien? Ans: “De vraag is altijd groter dan het aanbod. We willen groeien op de lange termijn, maar dat moet wel voor iedereen behapbaar blijven. Vijftien of twintig bedrijven en te weinig studenten is geen optie. Honderd studenten voor drie bedrijven ook niet. In de stuurgroep houden we dat goed in de gaten.” Samantha: “Om te blijven groeien, zullen we daarom ook nieuwe bedrijven moeten aantrekken. Vandaar een warme oproep naar andere bedrijven om aan te sluiten bij het JPP.”