ISPT: Nederland koploper in duurzame innovaties

Om in 2050 een CO₂-neutrale en circulaire economie te realiseren, zet het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT) in op drie transities: energie, grondstoffen en agrofood. Die transities zijn zo complex geworden dat samenwerking noodzaak is. Het ISPT helpt bedrijven hierbij.

Tekst: Ingeborg Abendanon
Beeld: Rob ter Bekke
Gepubliceerd: 25.11.2024

Het Institute for Sustainable Process Technology werd in 2005 opgericht om innovatie aan te jagen. Met de oprichting werd het gat opgevuld dat ontstond toen bedrijven hun grote R&D-afdelingen gingen afbouwen of zelfs opheffen. Nu, bijna twintig jaar later, faciliteert het ISPT de 185 aangesloten leden bij de noodzakelijke kennis en inzichten om tot drie grote transitie te komen: energie, grondstoffen en agrofood.

Het gebruik van duurzame elektriciteit kan de CO2-voetafdruk van de industrie aanzienlijk verlagen, maar hoe bouw je het energiesysteem van de toekomst waarin netflexibiliteit en een uitgebalanceerde energiemix van zon, wind, biomassa en groene waterstof goed uitgewerkt zijn? Hoe kun je een circulaire economie realiseren waarbij steeds schaarsere grondstoffen zo lang mogelijk in gebruik gehouden worden? En voor de derde transitie: hoe kunnen we de wereld voeden binnen de grenzen van ons ecosysteem? De voedingsindustrie moet zich gaan herontwerpen zodat voedselvoorziening samengaat met ruimte voor de natuur en een solide businesscase voor boeren.

Het zijn drie complexe transities aldus Tjeerd Jongsma, directeur bij ISPT. Zo complex dat bedrijven dat eigenlijk niet meer alleen kunnen doen. Samenwerking met een breed gremium van partijen zoals techneuten, hoogleraren, ngo’s en andere bedrijven is de sleutel tot succes. Daarmee worden inzichten verkregen die nodig zijn voor de innovaties. Tjeerd: “Eigenlijk fungeren we als een spin het in web. Als een bedrijf bij ons komt met een innovatievraag, kijken wij welke partijen in ons netwerk de kennis en competenties hebben om daarbij te helpen. Dat zijn collega-ondernemers van andere bedrijven, maar we halen er ook universiteiten en andere kennisinstellingen bij. Hierdoor ontstaat er vanzelf een nieuw netwerk omdat ze met elkaar samen gaan werken.”

"We lopen tegen planetaire grenzen aan. Het moet wezenlijk anders en daar kom je als individueel bedrijf niet meer alleen uit."

Complexe transities

Juist de samenwerking met peers uit andere sectoren biedt meerwaarde aldus Tjeerd. “De transitievraagstukken zijn zo enorm gecompliceerd geworden, ontwikkelingen in andere industrieën kunnen je verder helpen. Zo kwam ik in aanraking met het ISPT toen ik nog directeur Corporate Research bij Friesland Campina was. Shell had een membraan ontwikkeld voor hun V-Power. Wij hebben toen dezelfde membraan gebruikt om wei-eiwitten te zuiveren. Een compleet andere applicatie, maar omdat die competenties bij elkaar werden gevoegd, ontstonden er nieuwe toepassingen. Als je kijkt naar de competenties die je nodig hebt om concurrerend te kunnen zijn, dan moet je echt ongelooflijk goed geoutilleerd zijn. Dat kan bijna geen enkel bedrijf meer allemaal in eigen huis doen.”

Een groot struikelblok bij samenwerking kan zijn dat bedrijven te maken krijgen met concurrentiegevoelige innovaties en ontwikkelingen die ze niet willen of mogen delen. Dat probleem is er bij ISPT niet. Tjeerd: “Wij hebben als een van de eerste instituten een goede manier gevonden om dat probleem van tafel te krijgen. We hebben reglementen en alle aangesloten bedrijven onderschrijven die. Een van de basisregels is dat we vooraf bepalen wat van wie is. Wat een bedrijf inbrengt is en blijft hun eigendom. En wat echt geheim is, moet je niet delen. Zolang het geen vertrouwelijke informatie is, mag een ander bedrijf daar ook gebruik van maken.” Het voordeel voor alle partijen is dat ze ook toegang krijgen tot kennis van andere spelers in de keten.

'Als een bedrijf bij ons komt met een innovatievraag, kijken wij welke partijen in ons netwerk de kennis en competenties hebben om daarbij te helpen'

Naast de eerder genoemde complexiteit ziet het ISPT nog een andere noodzaak om samen te werken. Duurzaamheid was in de jaren negentig nog een vaag begrip, maar vandaag de dag voelt iedereen de druk vanuit de maatschappij om te werken aan grote transitievraagstukken. Tjeerd: “Voor ISPT ligt er een wereld aan mogelijkheden om te helpen bij de noodzakelijke inzichten om die transities te versnellen. We lopen tegen planetaire grenzen aan. Het moet wezenlijk anders en daar kom je als individueel bedrijf niet meer alleen uit. Zoek de samenwerking op, ook met partijen buiten je eigen keten. De wereld is groter geworden en je hebt elkaar nodig. Anders gaan we die prachtige doelen in 2030 en 2050 echt niet halen.”

Learnings delen

Naast facilitator van het netwerk, fungeert ISTP ook als regisseur en initiator. Tjeerd: “We wachten niet alleen tot bedrijven zich bij ons melden, we zetten zelf ook programma’s op. Bedrijven die interesse hebben, kunnen daarbij aanhaken. De basis van ISPT is dat wij de peers bij elkaar kunnen brengen, maar we helpen ook om oplossingen te creëren. We formuleren en organiseren eigen projecten en waar nodig financieren we zelf ook voor een deel.” De inzichten van de verschillende projecten hebben nog een ander doel: delen met de overheid. Geen lobbywerk, maar op feiten gebaseerde inzichten waarvan politici in Den Haag op de hoogte moeten zijn. “Er zit veel meer kennis bij bedrijven en kennisinstellingen en die dragen we graag over aan stakeholders. Zo hebben we net een aardige discussie over ammoniak gevoerd waarbij we gekeken hebben naar de veiligheid van een ammoniak-pijpleiding in Duitsland. Daar komen duidelijke learnings uit en daarover informeren we ambtenaren bij de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Klimaat en Groene Groei. Wat kan wel en wat niet, en welke besluitvorming moet daaruit voortkomen.”

‘We hebben de industrie, we hebben de krakers, we zijn het enige land waar alles bij elkaar komt’

Niet alle aangedragen ideeën worden ook daadwerkelijk allemaal opgepakt door ISPT. Tjeerd: “Zo was er een project voor energiewinning uit zoetwater dat naar zoutwater stroomt. Als ik een middelbare scholier op de achterkant van het bord laat uitrekenen hoeveel energie er uitkomt en welke oppervlakken en membranen daarvoor nodig zijn, dan kan die gewoon binnen tien minuten aantonen dat het niet haalbaar is. De Nederlandse overheid heeft er miljoenen ingestopt, maar ik geloof er niet in. Ik vergis me natuurlijk ook weleens. Jaren geleden kwam een startup bij mij die iets wilde doen met plasmaverrijking van water ten behoeve van de kassen. Met hun technologie konden ze op een vrij dure en ingewikkelde manier nitraten in water krijgen. Ik dacht: met een sterke kunstmestindustrie in Nederland heeft dat toch geen zin? Nu blijkt dat je met nitraat eenvoudig ammoniak kunt reduceren. Deze plasmatechnologie kun je inzetten bij boerenbedrijven om de stikstofemissies naar beneden te krijgen. Interessant voor kleinschalige inzet op lokaal niveau, zeker in het licht van de stikstofproblematiek.”

Transities met een goed business model eronder, het ISPT heeft genoeg voorbeelden van mooie projecten die gerealiseerd zijn. Tjeerd: “Onze hele inzet op plastic recycling, dat vind ik echt een goede case. De ketensamenwerking voor duurzame landbouw en de eiwittransitie als tweede. En een derde project is op het gebied van de waterstofeconomie. Er komen zoveel mooie innovaties voorbij.” 

Belang van innovatie in Nederland

Voor alle transities is innovatie nodig en volgens Tjeerd is Nederland een koploper op dit terrein. Een positie waar we veel trotser op zouden moeten zijn. Tjeerd: “Nederland is een provincie in Europa met 450 miljoen consumenten. We zitten op een plek met goede verbindingen naar de rest van de wereld. Door die unieke ligging zijn wij bij uitstek het land om de circulariteit in Europa verder van de grond te krijgen. Onze economie is al voor 25 procent circulair ingevuld, in de rest van de wereld ligt dat percentage op negen procent. Je moet niet afhankelijk willen worden van landen als China, circulariteit moet hier plaatsvinden.” Hij vervolgt: “Nederlanders nemen nieuwe ontwikkelingen heel snel in gebruik, zoals social media, online aankopen, betalen met je iPhone, internet en het gebruik van de Uber. Dát is de reden dat we voorop lopen. Kijk maar eens in landen om ons heen, daar merk je ineens dat dingen als Wifi en elektronisch betalen nog lang niet zo ver zijn als bij ons. Alles wordt uitgetest in Nederland omdat wij daar als bevolking in geïnteresseerd zijn. We hebben de industrie, we hebben de krakers, we zijn het enige land waar alles bij elkaar komt. Nederland is the gateway to the market. Dat vraagt om visie en lef om daar ook in te willen investeren.


Over ISPT

Het Institute of Sustainable Process Technology (ISPT) helpt de industrie en de maatschappij om circulariteit op meerdere niveaus te bereiken. Centraal uitgangspunt is dat bedrijven door open innovatie succesvoller kunnen zijn. Open innovatie betekent dat bedrijven praktische ervaring en R&D-ideeën met elkaar delen in plaats van dit alleen of in eigen huis te doen. ISPT verbindt de betrokken partijen en faciliteert het delen van knowhow in gezamenlijke projecten.

Meer lezen over ISPT? Kijk op www.ispt.eu.