Hoe voorkomen we dat ongewenste stoffen de EU binnenkomen?

De EU wil de meest schadelijke stoffen in consumentenproducten verbieden. Maar hoe voorkom je dat die toch de EU binnenkomen? Over die vraag ging het in een Digital Dialogue van Cefic.

Tekst: Igor Znidarsic

“A law is as good as its enforcement.” Met andere woorden: je kan iets verbieden of reguleren, maar zonder handhaving levert dat weinig op. Deze uitspraak werd gedaan door een van de sprekers tijdens de Digital Dialogue ‘Collaborating towards better enforcement of chemicals legislation: learning from the textile and fashion sectors’. De sessie was onderdeel van de Chemical Convention van Cefic op 27 oktober.

Vorig jaar presenteerde de Europese Commissie de chemicaliënstrategie Chemicals Strategy for Sustainability (CSS), waarin een ban wordt aangekondigd op de meest schadelijke stoffen in consumentenproducten. Die mogen in de EU straks niet meer worden toegepast. Maar hoe voorkom je dat die ongewenste stoffen, die elders nog wel worden toegepast, via de buitengrenzen toch de EU binnenkomen en de veiligheid van consumenten in gevaar brengen en ook het concurrentievermogen ondermijnen van de in de EU gevestigde producenten die zich aan de regels houden en veel hebben geïnvesteerd in nieuwe technologieën? 


De Chemicals Strategy for Sustainability (CSS) is gelanceerd als onderdeel van de Europese Green Deal. Het is de grootste wijziging voor de chemische industrie sinds de introductie van REACH.

Lees meer over CSS


Het antwoord is handhaving. Alle lidstaten moeten over voldoende handhavingscapaciteit beschikken. Met de nadruk op alle, want als een product één lidstaat kan binnenkomen kan het de hele interne markt betreden. Daarom zou gekeken moeten worden naar de beschikbare capaciteit bij de verschillende lidstaten, zo werd gesteld tijdens de Digital Dialogue. Waar die onvoldoende blijkt te zijn zouden andere lidstaten te hulp moeten schieten met capaciteit of trainingen. Verder moet ook gekeken worden naar de financiering en naar de tools. Geschikte tools zijn bijvoorbeeld een digitaal paspoort en traceerbaarheid, eventueel met behulp van blockchain-technologie, en verfijning van de risk based algoritmes die de douaneautoriteiten bij hun checks toepassen.

Markttoezicht

Met 28 miljard kledingproducten op de EU-markt, waarvan tachtig procent van over de grens, is de uitdaging alleen al in de Europese kleding- en textielindustrie enorm, vertelde Dirk Vantyghem van Euratex (European Apparel and Textile Organisation). Er worden voor de productie van kleding tijdens de diverse stappen in de waardeketen vele chemicaliën gebruikt.

 

Overwegingen over handhaving moeten beginnen voordat een wet wordt aangenomen.

 

Matthias Schmidt-Gerdts van de Europese Commissie (afdeling die verantwoordelijk is voor beleid over de interne markt, industrie, ondernemerschap en mkb) merkte op dat de onlangs aangenomen Market Surveillance Regulation honderd miljoen euro toewijst aan markttoezicht, onder meer voor digitaliseringsinspanningen en gezamenlijke acties. Dunja Drmač, manager Chemicals Legislation bij Cefic, noemde de mogelijkheden om kennis en vaardigheden op het gebied van douane- en markttoezicht op EU-niveau te verbeteren en te harmoniseren door middel van Erasmus-achtige trainingen en uitwisselingen. Vantyghem noemde ook het project REACH4Textiles (Better market surveillance for textile products), dat de industrie, laboratoria en autoriteiten samenbrengt om gericht te zoeken naar oplossingen voor eerlijk en effectief markttoezicht op textielproducten.

Enforceability

Tijdens de sessie werd nadrukkelijk onderscheid gemaakt tussen handhaving (enforcement) en enforceability (afdwingbaarheid). De sprekers waren het erover eens dat overwegingen over handhaving moeten beginnen voordat een wet wordt aangenomen. Want: “A law is as good as its enforcement.” Sommige sprekers vroegen zich af hoe nieuwe beperkingen voor groepen van honderden of duizenden stoffen, die eraan zitten te komen, kunnen worden gecontroleerd. Soms zijn er geen duidelijke testmethoden beschikbaar.

Enkele suggesties waren:

  • Werk aan geharmoniseerde testmethoden die markttoezichtautoriteiten kunnen gebruiken voordat een regel wordt aangenomen. Drmač stelde dat de chemische industrie hierbij zou kunnen helpen.
  • Verbeter de traceerbaarheid van producten en stoffen in de waardeketen. Baptiste Carriere-Pradal van de Policy Hub, die sprak namens de gezamenlijke kleding- en schoenenindustrie, wees erop dat digitale tools hierbij een sleutelrol kunnen spelen en dat er al veelbelovende pilots plaatsvinden.
  •  Maak de overweging in het proces van beperking van chemicaliën breder. Een optie zou zijn om de rol van het ECHA-handhavingsforum in het proces te versterken.

Mondiaal niveau

Het gaat het volgens Vantyghem niet om meer toezicht maar om beter toezicht, en ook niet  om meer protectionisme maar om eerlijk spel, dat iedereen volgens dezelfde regels speelt. De sprekers waren het erover eens dat het zou helpen om de regels meer op mondiaal niveau te harmoniseren en juichten toe dat de Europese Unie zich inspant om haar wetgevingskader naar andere delen van de wereld te exporteren. Organisaties die een rol kunnen spelen bij het verbeteren van de naleving op de wereldmarkten zijn onder meer de OESO, de WHO en de Werelddouaneorganisatie.