Herziening verordening Classification, Labelling, and Packaging

De Europese verordening voor gevaarlijke stoffen, hun etikettering en verpakking is herzien. Moderner en veiliger voor consumenten, aldus de een. Nog meer chemofobie, aldus de ander. Feit is dat alle producenten en formuleerders opnieuw moeten nagaan of er (extra) waarschuwingen op etiketten nodig zijn én of stoffen moeten worden vervangen. “Het kan betekenen dat een stof niet langer is toegestaan in consumentenproducten”, aldus Josje Arts, senior toxicoloog bij Nouryon.

Tekst: Marga van Zundert
Beeld: Shutterstock | Curve
Gepubliceerd: 09.10.2024

De Europese CLP-verordening schrijft voor hoe een producent een stof of mengsel moet ‘classificeren’. Dat wil zeggen hoe de maker achterhaalt of de stof of het mengsel een gezondheids- of milieugevaar vormt en - zo ja - in welke gevarenklasse het valt. CLP (Classification, Labelling, Packaging) vertelt ook hoe de stof moet worden verpakt en welke waarschuwing er op het etiket hoort.

Een voorbeeld daarvan vind je waarschijnlijk in je eigen keukenkastje of schuur: een pak vaatwastabletten met een uitroepteken in een rode ruit en de melding ‘veroorzaakt ernstige oogirritatie’. Of een pot verf met in de ruit een vlam (‘ontvlambare vloeistof en damp’), of een dode boom en vis (‘giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen’).

“CLP focust op de gevaren van stoffen en mengsels en de communicatie daarover”, vat Fen Hiah de verordening samen. Als beleidsmedewerker bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport had Hiah jarenlang het ‘dossier CLP’ onder haar hoede en was ze nauw betrokken bij de recente herziening van de verordening. “De veranderingen draaien om modernisering en betere bescherming van consumenten, werknemers en het milieu”, stelt Hiah. “Er zijn in de herziene CLP nu bijvoorbeeld verplichtingen opgenomen voor online verkoop en navulstations. Dat ontbrak voorheen.”

Hormoonontregelaars

Een belangrijke verandering is ook de toevoeging van nieuwe gevarenklassen. Het gaat onder andere om de klasse ‘ED’ (endocrine disruptive) voor hormoonverstorende stoffen en de klasse ‘PMT’ voor persistente, mobiele, en toxische stoffen. “Niet of nauwelijks afbreekbaar zijn - persistentie - woog al mee in de beoordeling van zeer zorgwekkende stoffen”, vertelt André Muller, medewerker van Bureau REACH en vanuit RIVM betrokken bij de herziening. “Maar nu is er een speciale klasse in CLP voor stoffen die én persistent zijn, én toxisch, én mobiel, en zich dus makkelijk verspreiden via water of lucht. Pfas is een bekend voorbeeld.”

Europa introduceert als eerste een aparte klasse voor hormoonverstoorders en PMT. Daarmee wijkt de Europese Unie af van de wereldwijde standaard in gevarenklassen van de Verenigde Naties. Binnen de VN zijn er namelijk afspraken gemaakt over identieke waarschuwingen en waarschuwingssymbolen voor elke gevarenklasse. Muller: “Vanuit het voorzorgsprincipe wilde Europa niet wachten tot de lopende VN-discussies over nieuwe klassen tot een consensus leiden. Dat zijn ook langdurige trajecten.”

Fen Hiah: 'CLP focust op de gevaren van stoffen en mengsels en de communicatie daarover'

Chemicus Marco de Kraa is daar niet gelukkig mee. Hij is Regulatory Affairs specialist bij chemiebedrijf AD International BV dat vooral blends, mengsels van chemicaliën, maakt voor bijvoorbeeld reiniging en oppervlaktebehandeling. “Sinds 2002 hanteert de chemie wereldwijd dezelfde waarschuwingen. Wanneer regio’s nu toch weer eigen waarschuwingen toevoegen, stijgt de kans dat producten via import en export niet juist gelabeld zijn. Het VN-systeem is trager, maar het biedt meer zekerheid. Hopelijk volgt er vanuit de EU-commissie en -lidstaten nu een sterke lobby om deze wijziging wereldwijd door te voeren.”

Tweeduizend etiketten wijzigen

Wat betekent de herziening van CLP concreet voor chemische bedrijven? Meer tests om erachter te komen of gebruikte stoffen hormoonontregelend zijn of persistent en mobiel? “Strikt genomen niet”, antwoordt Hiah. “CLP schrijft namelijk geen tests voor maar eist dat alle beschikbare en bestaande gegevens worden gebruikt om te beoordelen of een stof of mengsel gevaarlijk is. De herziening betekent vooral dat bedrijven opnieuw naar hun producten en alle componenten daarin moeten kijken.” Zo zal op een product dat een hormoonverstorende stof bevat (boven een bepaald percentage) straks moeten staan: ‘kan hormoonontregeling bij de mens veroorzaken’.

Veel werk aan de winkel voor AD International? De Kraa: “Dat is afwachten, maar de impact in manuren kan groot zijn. Wij voeren tussen de vijftienhonderd en tweeduizend producten die in meerdere landen op de markt worden gebracht en er zijn ook nieuwe eisen aan de lettergrootte. Dat betekent dus een veelvoud aan etiketten die we wellicht moeten herontwerpen en drukken. Eerst zijn echter de producenten aan zet, wij krijgen eventuele wijzigingen in classificering via hen door.” Is hij huiverig voor de gevolgen? “Nee, we leven in een continu veranderende wereld. Dat betekent continue aanpassing, ook van de industrie.”

Kritiek

De toevoeging van de nieuwe klassen kan ook drastischere gevolgen hebben dan een nieuw etiket, vertelt Josje Arts, senior toxicoloog bij Nouryon, dat chemische producten maakt voor onder andere de bouw, kunststofindustrie en reiniging. Een nieuwe classificering als hormoonverstoorder kan er namelijk toe leiden dat een ingrediënt niet langer is toegestaan in consumentenproducten ongeacht het risico.

Arts is zeer kritisch op het Europese toelatingsbeleid van chemische stoffen. “Bij medicijnen, voedingsmiddelen en cosmetica draait het altijd om een inschatting van het reële gevaar. Dat gevaar is, zoals elke toxicoloog leert, afhankelijk van de mate van schadelijkheid van een stof bij een bepaalde dosis of concentratie. Bij de toelating van stoffen waar de chemische industrie mee te maken heeft, ontbreekt dat fundament bij de CMR-classificatie (Carcinogeen, Mutageen, Reproductietoxisch). Stoffen die kankerverwekkend kunnen zijn, mogen bijvoorbeeld niet boven een bepaalde concentratie in verf of een schoonmaakmiddel voorkomen. Bij welke hoeveelheid de stof kankerverwekkend is en hoeveel blootstelling er is, doet niet ter zake. Classificatie als CMR cat. 1A/B betekent automatisch een verbod in consumentenproducten.”

Dat was al zo in de ‘oude CLP’, maar de herziening maakt de kwestie opnieuw relevant, aldus Arts. Dat vergt enige uitleg. Stoffen (met CAS- en/of EC-nummer) die in de EU geproduceerd en/of geïmporteerd worden dienen getest te worden op verschillende toxicologische eindpunten. Hieronder vallen ook UVCB-stoffen (unknown or variable composition, complex reaction products or biological materials). Op basis van de uitkomsten van de (dier)testen worden de stoffen of UVCBs geclassificeerd. Mengsels (dus bewust bij elkaar gevoegde stoffen) daarentegen mogen niet worden getest op dieren. Bij de classificering van mengsels moet worden uitgegaan van de gevareneigenschappen van elke component apart.

Marc de Kraa: 'Wanneer regio’s nu toch weer eigen waarschuwingen toevoegen, stijgt de kans dat producten via import en export niet juist gelabeld zijn'

Na deze herziening heft de EU dat verschil op. Hiah: “De redenering is dat vanuit toxicologisch oogpunt er geen reden is om verschil te maken tussen natuurlijke en niet-natuurlijke mengsels.” Arts vindt dat het opnieuw wringt. “Stel een UVCB is volledig getest en laat geen enkel schadelijk effect zien, maar er zit een kleine hoeveelheid verontreiniging in van een stof die als reproductie-toxisch is geclassificeerd. Dan krijgt het nu dus een label ‘kan de vruchtbaarheid of het ongeboren kind schaden’, terwijl de test heeft uitgewezen dat er geen gevaar is. Bovendien kun je het niet langer gebruiken in consumentenproducten, want net als bij kankerverwekkende stoffen geldt een verbod.”

De industrie heeft in het herzieningsproces gepleit voor een uitzonderingspositie voor UVCB’s. Die is er niet gekomen. Maar er is wel een uitzondering gemaakt voor ‘derivaten van planten en plantonderdelen die niet genetisch gemodificeerd zijn’, zoals etherische oliën.

Chemofobie

Ook elders binnen de CLP mist Arts een solide link tussen risicowaarschuwingen en daadwerkelijk gevaar. “Of er wel of geen waarschuwing hoort bij hormoonverstorende stoffen hangt bijvoorbeeld af van het percentage van de stof in het mengsel. Maar dat zegt weinig over het gevaar. De ene stof is al schadelijk in microgram hoeveelheden, de ander pas in gramhoeveelheden”. De hele richtlijn ademt chemofobie, vindt Arts. “Een stof als botox – botulinetoxine - zou je in de chemie waarschijnlijk nooit mogen toepassen, maar je kunt zo naar een kliniek gaan en het laten inspuiten om rimpels weg te halen.”

Ook De Kraa ziet scheve zaken door CLP. Een latex mengsel voor verf krijgt mogelijk ‘dodelijk bij inademing’ mee als gevarenlabel. “Dat is relevant wanneer de verf wordt gebruikt in een spuitgieterij”, stelt De Kraa. “Maar niet als je je kozijn gaat kwasten zoals de meeste consumenten doen. Je geeft in feite een fout ‘gevaargevoel’ mee, waardoor mensen waarschuwingen straks wellicht niet meer serieus nemen.”

Josje Arts: 'Een stof als botox – botulinetoxine - zou je in de chemie waarschijnlijk nooit mogen toepassen, maar je kunt zo naar een kliniek gaan en het laten inspuiten om rimpels weg te halen'

Inspraak

Hiah benadrukt dat de herziening een proces is geweest met gesprekken op verschillende plekken met vele partijen. “Er is zeker ook geluisterd naar onze input”, stelt De Kraa. “In eerste voorstellen stonden er bijvoorbeeld zaken in die niet in CLP thuishoren maar in REACH of Arbo-richtlijnen, dat is gecorrigeerd. En de invoeringstermijnen voor stoffen en mengsels die in het eerste voorstel parallel liepen, zijn uit elkaar getrokken. Dat is veel werkbaarder.”

Maar een nieuwe wettekst is in de eerste plaats een politiek proces, stelt De Kraa. “Er zitten zaken in vanuit politieke of maatschappelijke onrust die niet altijd geheel wetenschappelijk zijn onderbouwd. Chemie geeft veel mensen een gevoel van onbehagen: het is iets onbekends en er zijn risico’s. Ik hoor regelmatig ‘alle chemie moet weg’. Oké, denk ik dan, lever je auto maar in, je bank en tv, je medicijnen, je kleding, …. je levensstandaard.”


‘In de wacht’

De herziene wettekst voor CLP is inmiddels goedgekeurd door het Europees Parlement en alle 27 lidstaten. De Europese Raad zal nog ondertekenen waarna de herziene verordening definitief van kracht wordt. Het is echter nog niet mogelijk om na te gaan welke veranderingen het oplevert in etikettering. “De nieuwe klassen zitten nu wel in CLP, maar nog niet in de REACH-verordening”, aldus André Muller van Bureau REACH. En REACH (Registration, Evaluation, Authorization and restriction of CHemicals) is dé plek waar (nieuwe) eigenschappen van stoffen worden verzameld door het vereisen van tests, en van waaruit verboden of gebruiksbeperkingen worden opgelegd. Muller: “De REACH-aanpassing is over de Europese verkiezingen getild. Wanneer die gaat starten, is nu onduidelijk.”


Meer opvallende zaken

  • Groepsclassificatie | Nieuw in de herziene CLP is dat groepsclassificatie expliciet wordt gestimuleerd, dat wil zeggen het aanvragen van eenzelfde classificatie voor op elkaar lijkende stoffen. Dit lijkt ingegeven door de problematiek rondom bijvoorbeeld pfas, waarbij ter vervanging van gevaarlijk gebleken stoffen alternatieven uit dezelfde groep vaak vergelijkbare nadelen bleken te hebben. Het criterium voor groepskwalificatie luidt: ‘clear scientific reasoning supports the grouping and allows the property(ies) of the substance(s) to be reliably predicted from other substances in the group’.
  • Boekje als etiket | Alom toegejuicht in de CLP herziening:  het toestaan van zogeheten ‘booklet-etiketten’. Deze etiketten zijn in feite op de verpakking geplakte boekjes. Ze geven ook op kleinere verpakkingen voldoende ruimte voor waarschuwingen in vele talen. Het biedt bedrijven de mogelijkheid om één etiket te produceren voor de hele EU. In elk land geldt namelijk de verplichting om te waarschuwen in alle officiële talen.
  • Reclame met waarschuwingen | In alle reclame-uitingen voor producten met gevaarlijke stoffen, moeten straks álle bijbehorende waarschuwingszinnen worden vermeld. De industrie pleitte voor een algemene toevoeging als ‘raadpleeg voor gebruik de veiligheidsvoorschriften’, maar dat is straks niet voldoende. Dus ook in radio- en tv-spotjes en online reclame hoor je straks verplichte waarschuwingszinnen als ‘kan een allergische huidreactie veroorzaken’, ‘dodelijk bij inslikken’ of ‘giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen’.