Further Together-programma van Nobian ondersteunt lokale initiatieven
Tekst: Ingeborg Abendanon
Gepubliceerd: 28.10.2024
In 2022 lanceerde Nobian het duurzaamheidsprogramma Grow Greener Together, waarin de ambitie is geformuleerd om een van Europa’s duurzaamste chemiebedrijven te worden. Dat streven was er al, maar kreeg nieuw elan in Grow Greener Together. Het programma van Nobian is afgestemd op de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties en heeft drie pijlers: Climate, Circular en Care. Voor elke pijler zijn concrete sleutelprestatie-indicatoren (KPI's) en doelstellingen geformuleerd.
Jorn van der Meer, verantwoordelijk voor Communicatie en Public Affairs bij Nobian: “Grow Greener Together is de kernfilosofie achter wat wij doen. We willen groeien als bedrijf, maar we willen dat groen en duurzaam doen. Dat geldt voor onze eigen activiteiten, maar ook voor de producten die we in de markt zetten. Bewust hebben we ook het woord Together opgenomen in onze slogan. In je eentje word je niet duurzaam, dat moet je samen doen. Het is mooi om te zien dat deze slogan intern aanspreekt. Het zit in het DNA van ons bedrijf om partnerships op te zoeken.”
Waar in het overkoepelende duurzaamheidsprogramma doelstellingen voor bijvoorbeeld CO2-reductie en maatwerkafspraken zijn vastgelegd, gaat het bij Further Together vooral om lokale samenwerkingen. Jorn: “Nobian heeft zeven productielocaties, drie in Nederland, drie in Duitsland en een in Denemarken. Bij alle locaties ben je onderdeel van je omgeving en eigenlijk was het niet meer dan logisch om iets te gaan doen met een community-programma. En dan niet gericht op ‘hoog over’-thema’s, maar met mensgerichte activiteiten die we samen kunnen oppakken.”
Lokale betrokkenheid
Volgens Marco Waas, Chief Technology and Sustainability officer bij Nobian, gaat het programma Further Together dan ook verder dan alleen een zak met geld geven. De meerwaarde zit vooral in de lokale betrokkenheid en interactie. Pas dan leer je je omgeving goed kennen. En dat moet ook volgens hem: “De directe connectie tussen een bedrijf en de omgeving was er vroeger veel meer. Het bedrijf was de werkgever voor veel mensen in de regio. Door automatisering en het uitbesteden van bepaalde bedrijfsactiviteiten werken er nu minder mensen in een bedrijf of op een bedrijventerrein. Er is een gat ontstaan tussen de bedrijven en de omgeving en dat hebben we als industrie niet goed opgevuld. Ik snap dat mensen nu naar ons kijken en denken: ‘Waarom zitten jullie hier?’ en ‘Wat gebeurt er eigenlijk achter die fabrieksmuren?’ Juist door het gesprek aan te gaan, kom je er erachter wat mensen van je denken en waarom ze het misschien niet prettig vinden dat wij hier gevestigd zijn. Je moet eerst begrijpen, dan begrepen worden.” Jorn: “Ga maar een dag met buurtbewoners schoffelen in het lokale plantsoen, dan kom je in gesprek met mensen en hoor je wat er leeft.”
Jorn is eindverantwoordelijk voor het Further Together-programma en -budget, maar het is vooral niet de bedoeling dat het hoofdkantoor gaat vertellen wat er moet gebeuren. “De productielocaties zitten zelf in de drivers seat. Medewerkers dragen ideeën aan en bespreken die met hun locatiedirecteur. Daarna is er nog een afstemmingsronde met mij, maar de opzet is echt om veel vrijheid te geven. De enige voorwaarde is dat de ideeën bijdragen aan de drie doelstellingen van het programma: lokale verduurzaming, onderwijs en sociale cohesie.” Zo heeft Nobian in het kader van duurzaamheid meegedaan met de Sustainable Industry Challenge in Groningen. Jorn: “Vanuit het onderwijs krijgen we veel vragen van scholen en studenten, bijvoorbeeld voor het geven van een gastles. Sociale cohesie zit vooral in de richting van het ondersteunen van sport- en buurtverenigingen. Dan kun je denken aan het plaatsen van een defibrillator in het dorp, maar we hebben bijvoorbeeld ook gezorgd voor nieuwe pakken voor de plaatselijke brandweer. Het zijn altijd kleinschalige, lokale projecten. Hier op het hoofdkantoor in Amersfoort doen we ook mee. Zo is een aantal medewerkers vorig jaar op pad geweest met Stichting Zonnebloem, een stichting die zich inzet voor mensen met een lichamelijke beperking.”
Marco: “Ik heb meegedaan met het project Baas van Morgen, een landelijke initiatief van JINC (een non-profit organisatie die zich inzet voor de bestrijding van armoede en sociaaleconomische achterstanden, red.). Een jongen van zestien is de hele dag met mij meegelopen, toevallig op een dag dat ik ook een conferentie had waarbij een minister aanwezig was. Ontzettend leuk en interessant, voor ons allebei. Ik was verbaasd om te horen hoe bewust jonge mensen nadenken over bepaalde onderwerpen en hoe zij hun toekomst zien. Daar leer ik ook van.”
Duurzaamheid hoort erbij
De animo voor het duurzaamheidsprogramma is groot en er komen geregeld nieuwe aanvragen. Marco: “Ik ben trots op de cultuur binnen dit bedrijf en wat we met het programma voor elkaar krijgen. Duurzaamheid hoort gewoon bij ons werk en ik zie dat de medewerkers heel erg betrokken zijn. Further Together is ook geen opgelegde verplichting.” Lachend: “Dat werkt niet zo goed bij ons. Het enige wat we wel hebben, is het formuleren van de persoonlijke doelstellingen waarvan er tenminste een iets met duurzaamheid te maken moet hebben. Medewerkers krijgen daar de tijd voor en wij ondersteunen dat soms ook nog met een kleine financiële bijdrage. Maar geld is niet per se de hoofdmoot, ik probeer iedereen juist aan te moedigen om iets te doen waarbij je contact maakt met je omgeving.” Jorn vult hem aan: “Medewerkers zijn vrij in het kiezen van een initiatief dat het beste bij hen past. In onze fabriek in Oost-Duitsland zullen er andere ideeën op tafel komen dan hier in Nederland. Als ze passen bij onze doelstellingen, zorgen wij ervoor dat medewerkers de ruimte krijgen om hun idee uit te voeren.”
Grootste winst
Over het Further Together-programma is Nobian bescheiden in hun communicatie. Het is opgenomen in het duurzaamheidsverslag, maar wie op de site zoekt naar het programma, zal er niet veel informatie over vinden. Dat is een bewuste keuze. Toch zijn Marco en Jorn wel degelijk blij met de opbrengst van het programma tot nu toe. Jorn: “De grootste winst is wat mij betreft als medewerkers met elkaar buiten de fabriek actief zijn. Dat ze contact hebben met maatschappelijke organisaties in de regio of dat ze mensen in hun dorp helpen. Mensen zien een bedrijf vaak als een anoniem iets. Het ‘grote Nobian’ wordt ineens anders als je met Henk of Linda in gesprek bent. Als je niet weet wat de ander beweegt, kun je er ook geen rekening mee houden. Terwijl heel veel dingen op te lossen zijn door het net even anders te doen.”
Marco: “Ik zie nu, nog meer dan in het begin, hoe groot het belang van Further Together is. Wij vragen ons als industrie af waarom de maatschappij zo tegen ons is? Het antwoord is wat mij betreft heel logisch: dan heb je er zelf gewoon niet genoeg aan gedaan.”
Zoutcentrum in het Deense Mariager
In het Deense stadje Mariager aan de Mariager Fjord in Noordoost-Jutland is een zoutcentrum gevestigd, een soort openluchtmuseum waar bezoekers een indruk krijgen van de geschiedenis van het zout. Er is een laboratorium, een tuin met planten die van zout houden en een ‘zoutcafé’ waar gerechten worden geserveerd waarin zout een belangrijke rol speelt. Ook is er een miniatuurwaterparadijs waarin bezoekers de drijfkracht van zout water kunnen ervaren. In het zoutcentrum werken met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Further Together ondersteunt dit sociale programma en geeft ook financiële support voor de uitbreidingsplannen.