Dion Huidekooper: “Waarom worden klimaatbeslissingen voor en niet mét jongeren gemaakt?”

Jongeren zijn bij uitstek degenen die zullen moeten leven met de gevolgen van klimaatverandering. “Is het daarom niet meer dan logisch dat wij mee kunnen praten over acties die genomen worden om de klimaatcrisis tegen te gaan? Laat ons meedenken over hoe de duurzame chemische industrie van de toekomst eruitziet”, stelt Dion Huidekooper, voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging.

Tekst: Emma van Laar
Beeld: Rob ter Bekke
Gepubliceerd: 10.10.2023

De Jonge Klimaatbeweging vertegenwoordigt de stem van jongeren in het klimaatdebat. “Dat doen we namens ruim zestig, zeer diverse jongerenorganisaties. De stem van jongeren is heel belangrijk, het gaat immers om onze toekomst. Jongeren en toekomstige generaties gaan de zwaarste klappen opvangen. Toch zijn ze niet of nauwelijks vertegenwoordigd in de politiek, bestuursorganen en boardrooms. Dat maakt veel jongeren moedeloos. Want als het over onze toekomst gaat, waarom worden belangrijke beslissingen voor het klimaat dan voor jongeren, en niet mét jongeren gemaakt? We zetten ons als Jonge Klimaatbeweging in voor een wereld waarin jongeren meepraten over hun eigen toekomst en goed zorgen voor de aarde niet meer dan logisch is. Door namens onze achterban in gesprek te gaan met politici, beleidsmakers en het bedrijfsleven – waaronder de chemische industrie – geven we jongeren die stem. Daarnaast zetten we ons in voor brede klimaatbewustwording. Dat doen we onder meer met interactieve workshops en we geven klimaatlessen voor mbo-studenten”, vertelt Dion Huidekooper.

Deel van de oplossing

“Toen ik opgroeide in een dorpje in Twente was niemand in mijn omgeving met klimaat en duurzaamheid bezig. Het was simpelweg geen topic. Pas toen ik ging studeren en meer over klimaatverandering hoorde en las, drong de omvang van de klimaatcrisis tot me door. Het is de grote opgave voor onze generatie. Dat is de reden dat ik mijn carrière in het teken wil zetten van het klimaat, ik wil onderdeel van de oplossing zijn. Daarom heb ik me de afgelopen jaren bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat ook hard gemaakt voor het klimaat en dat is ook waarom ik me de komende periode als voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging vol overgave ga inzetten voor het klimaat en de rol van jongeren daarin”, legt Dion uit, die in augustus Aniek Moonen opvolgde als voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging.

“Geef als industrie duidelijk aan wat je nodig hebt om die transitie wel te kunnen maken.”

Beter milieu begint niet alléén bij jezelf

“Iedereen kent de Postbus 51-slogan ‘Een beter milieu begint bij jezelf’. Die oneliner is niet meer van deze tijd, en ik word er boos van. Veel jongeren doen dit al: eten minder vlees, kopen minder kleding, denken na over of ze vliegen en pakken waar dat kan de trein in plaats van de auto. Natuurlijk alle beetjes helpen en het is goed om als consument bij te dragen aan een beter milieu, maar met deze zin wordt alle verantwoordelijkheid bij de consument neergelegd. Het is niet meer zo vrijblijvend, de gevolgen van meer dan twee graden opwarming van de aarde vragen om actie. Het gaat veel jongeren te langzaam. In plaats van moedeloos worden, is dit juist de tijd om moed te tonen. Moed van politici én bedrijven om keuzes te maken die ervoor zorgen dat we naar een samenleving gaan die de aarde niet langer overvraagt. Een samenleving waar welzijn net zo belangrijk is als welvaart en waar de menselijke maat terugkeert. Dat vergt een grootschalige systeemverandering, waarin de overheid en grote industriële bedrijven bij uitstek partijen zijn die het voortouw moeten en kunnen nemen”, aldus Dion.

Politiek: stel kaders en steun koplopers

Dion: “Dat het niet vanzelf gaat wordt nog maar eens geïllustreerd door de berichten op Prinsjesdag over ‘fossiele subsidies’. Deze financiële regelingen die het gebruik van fossiele brandstoffen bevoordelen, zetten een rem op de transitie naar duurzame energie. Wij pleiten voor zogenaamde true pricing, waarin bedrijven in de prijs bijvoorbeeld meenemen dat een product schade toebrengt aan de natuur, gezondheid van mensen of te veel CO2 uitstoot. De industrie kan het niet alleen, en ik snap dat ze afhankelijk zijn van regelgeving en politieke keuzes. Wellicht zal een deel van de energie-intensieve industrie zich op den duur verplaatsen naar elders, maar desalniettemin zal de industrie een belangrijk onderdeel van Nederland blijven. We moeten ook het innovatieve vermogen van de industrie niet onderschatten. De industrie zal er anders uit zien, hoe precies is niet te voorspellen. Maar de tijd van ‘laat duizend bloemen bloeien’ is voorbij. Ik denk dat een Rijnlands model waarin de overheid zorgt voor borging van klimaat en milieu, de juiste weg is. Actieve industriepolitiek kan daarbij helpen en geeft duidelijkheid. Ik zou de politiek willen oproepen kaders te durven stellen en ondernemers te helpen die al durven te investeren in duurzame alternatieven. Fossiel zou niet alleen duurder moeten worden, maar (de ontwikkeling van) duurzame alternatieven zouden gestimuleerd en ondersteund moeten worden.”

Industrie: laat van je horen en investeer

Toch kan de industrie volgens Dion een voortrekkersrol oppakken. “Ik zou bedrijven willen uitdagen niet te wachten met investeren in duurzame energie en processen. De energiecrisis heeft ons laten zien dat we ons kunnen aanpassen en dat bedrijven die weinig of laat in verduurzaming hebben geïnvesteerd het hardst werden geraakt. Door het Europees emissiehandelssysteem (EU-ETS) lopen de kosten voor deze bedrijven de komende jaren alleen nog maar verder op. Maar het goede nieuws is: er zijn nu al veel mogelijkheden om te verduurzamen, dus wacht er niet mee en neem die investeringsbeslissing! De geest is uit de fles, nu is het zaak door te pakken. Jongeren willen graag bij de duurzame industrie van de toekomst werken. Investeren in de alternatieven die er al zijn, daar is moed voor nodig. In onze gesprekken met bedrijven zien we dat ze stappen in verduurzaming willen zetten. De bewustwording en ambitie is er. Ze vragen om een gelijk speelveld ten opzichte van hun concurrenten, dat is zeer begrijpelijk en terecht. Maar kom uit die weerstand en geef duidelijk aan wat je nodig hebt om die transitie wel te kunnen maken. Laat van je horen.”

"De overheid en grote industriële bedrijven zijn bij uitstek partijen die het voortouw moeten nemen in de klimaattransitie."

Krachten bundelen

“De argumenten van de industrie waarom ze nog niet verduurzamen, zoals geen infrastructuur voor duurzame energie en geen gelijk speelveld, worden in toenemende mate sleets. In discussies over klimaattransitie hoor je toch vaak ‘Ja, maar…’. Ik denk dat jongeren vaak het perspectief missen. Wat kan er wel, wat kan anders? Veel ondernemers zijn niet gewend om verbanden met hun concurrenten te sluiten. Toch is het bundelen van krachten belangrijk om in deze transitie verder te komen. De capaciteit van het stroomnet is voor iedereen een uitdaging. Industrie en klimaatbewegingen zouden hierin elkaar juist heel goed kunnen vinden. Dat het nu tot acht jaar duurt van vergunningsaanvraag tot realisatie van een stroomkabel is bizar. Laten we daar samen tegen in actie komen.”

Hoe kunnen jongeren beter betrokken worden?

“Het is in het huidige systeem best lastig om als jongere echt betrokken te zijn bij besluitvorming. Je komt niet zomaar op een plek waar je direct veel invloed kan uitoefenen. Bovendien moeten we oppassen voor youthwashing, waarbij jongeren voor de vorm worden ingezet zonder dat er oprechte aandacht is voor die jongeren en de zorgen die zij naar voren brengen. Jongeren zouden echt inspraak moeten hebben. Ontwikkel een oprecht duurzaam langetermijnperspectief en betrek jongeren daarbij. Juist jongeren kunnen helpen het langtermijnperspectief te bewaken en nieuwe ideeën inbrengen. Jongeren durven doorgaans verder te denken en te gaan dan bijvoorbeeld politici of een managementteam. Als Jonge Klimaatbeweging zijn we een voorvechter van de ‘Generatietoets’, een voorstel van het SER Jongerenplatform om jongeren te betrekken bij de ontwikkeling van nieuwe wet- en regelgeving en zichtbaar te maken wat de verwachte effecten zijn van wet- en regelgeving, overheidsbeleid of -investeringen op leeftijdsgroepen, nu en op langere termijn. Als bedrijf kun je een ‘Raad van de Toekomst’ instellen, die het management uitdaagt op een andere manier naar zichzelf, de organisatie, de markt en maatschappij te kijken. Echt betrokken worden, vergt ook wat van jongeren. Ze moeten zich laten horen, het kan beste lastig zijn om tegen je baas in te gaan. Daarom kunnen dit soort initiatieven helpen om jongeren in de juiste positie te brengen. Gelukkig staan steeds meer jongeren op en dat zal de komende jaren alleen maar verder toenemen”, verwacht Dion.


Wie is Dion Huidekooper?

Dion Huidekooper (29) studeerde Politieke wetenschappen, gevolgd door een master Bestuurskunde. Na zijn studie ging hij werken bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, onder meer als beleidsadviseur Energietransitie en woordvoerder Energie en Klimaat. In de zomer van 2023 besloot hij zijn baan op te zeggen en voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging te worden, als opvolger van Aniek Moonen. In deze vrijwilligerspositie hoopt hij jongeren een stem te geven om hun eigen duurzame toekomst vorm te geven.