De Maas moet schoner

Een schonere Maas. Het samenwerkingsverband Schone Maaswaterketen wil dit voor elkaar krijgen. Een belangrijke eerste stap is het in beeld brengen van wat er allemaal geloosd wordt op de rivier. Daarvoor is onder andere het project ‘Samenwerking bedrijven transparantie afvalwater’ gestart. Aspen Oss is het eerste chemiebedrijf dat bereid was om mee te werken aan een uitgebreide screening.

Tekst: Igor Znidarsic
Beeld: Roy Soetekouw/Shutterstock
Gepubliceerd: 11.12.2024

In de Schone Maaswaterketen (SMWK) bundelen drinkwaterbedrijven, waterschappen, Rijkswaterstaat en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat hun expertise en kracht om de waterkwaliteit van de Maas, die water om te zuiveren voor drinkwater levert voor zeven miljoen mensen, te verbeteren. Het doel is om organische microverontreinigingen ten opzichte van de huidige situatie met tenminste 30 procent te hebben verminderd in 2040. Ook wil de SMWK dat de Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) en Persistente, Mobile en Toxische Stoffen (PMT) zo snel mogelijk geminimaliseerd worden. Bronaanpak speelt hierbij een cruciale rol. En belangrijk begin hiervan vormt het project ‘Samenwerking bedrijven transparantie afvalwater’, bedoeld om in beeld te brengen wat er allemaal geloosd wordt op de rivier.

Trekker van de werkgroep Bronnenpak bij de SMWK is Margot Kwee (in het dagelijks leven omgevingsmanager Bronnen bij Dunea, leverancier van drinkwater in het westelijk deel van Zuid-Holland, dat water inneemt uit de Maas). “Om verontreinigingen bij de bron aan te pakken, hebben we ook informatie – metingen van stoffen in het afvalwater – nodig van bedrijven. Maar bedrijven zijn vaak huiverig om die informatie te delen.” De SMWK was aan het nadenken over hoe dit aan te pakken, toen Kwee tijdens de opening van een rioolwaterzuiveringsinstallatie toevallig in gesprek raakte met Jos Dingemans, toenmalig sustainability manager bij chemiebedrijf Aspen Oss, en hem vertelde over het project.

“Wij merkten dat als het over water gaat de industrie en de watersector vaak tegenover elkaar staan,” zegt Mirte van den Boogaard, projectleider van ‘Samenwerking bedrijven transparantie afvalwater’ (in het dagelijks leven adviseur omgevingsmanagement Waterkwaliteit bij WML, producent van drinkwater in Limburg). “Maar wij geloven dat dat niet zo hoeft te zijn, dat er een gedeeld belang is, en dat er ook bedrijven zijn die maatschappelijk verantwoord willen ondernemen en betrokken zijn bij het milieu. Aspen Oss bleek zo’n bedrijf te zijn en was meteen enthousiast. Zo is de samenwerking ontstaan en werd Aspen Oss het eerste chemiebedrijf dat aan dit project meewerkte.”

(v.l.n.r.) Mirte van den Boogaard, Joris Gilberts, Margot Kwee, Bianca Verlaat

Industriële lozingen

Volgens RIWA Maas (internationaal samenwerkingsverband van drinkwaterbedrijven die de Maas gebruiken als bron) heeft op dit moment geen enkele autoriteit volledig inzicht in welke schadelijke stoffen waar in de Maas worden geloosd. Dit komt mede door verouderde en onvolledige vergunningen. Hierdoor kan de waterkwaliteit van de Maas onmogelijk effectief worden bewaakt. Daarom is er haast geboden met het opstellen van een volledig overzicht van alle directe en indirecte industriële lozingen op het stroomgebied van de Maas en met het terugdringen van de lozingen van schadelijke stoffen. De SMWK heeft deze handschoen opgepakt. “Wij doen niet hetzelfde als de al lopende trajecten, en kijken breder dan de Kaderrichtlijn Water”, zegt Kwee. “We kijken bijvoorbeeld ook naar stoffen die op dit moment misschien geen norm hebben, maar wel een aanpak nodig hebben omdat ze schadelijk zijn voor het milieu en/of de gezondheid.”

Om meer te weten te komen over de samenstelling van het afvalwater van een bedrijf, voert Aqualab Zuid twee typen screening uit. Bij een target screening wordt doelgericht de aanwezigheid van bepaalde stoffen onderzocht, zoals bijvoorbeeld medicijnresten of bepaalde pesticides. Een non-target screening is een generieke meetmethode die een veelvoud aan chemische stoffen onderzoekt en ook concentraties van onbekende stoffen kan opleveren. Kwee: “Een non-target screening kan een piek opleveren die we nog niet kennen, van een stof die niet eerder werd gemeten, zoals bepaalde medicijnresten. Op dit moment kost zo’n meting megaveel energie, met veel handwerk in het lab om de resultaten te kunnen duiden. En één meting is ook geen meting. We willen in de toekomst daarom veel meer non-target screenings doen. Als je die dan naast elkaar zet en een piek ziet, door heel het watersysteem, is het interessant om dat verder te onderzoeken. Het kan dan alsnog zijn dat dat piekje helemaal niet toxisch is. Op deze manier krijgt SMWK een beeld van de oorsprong van de stoffen in de Maas, en door deze informatie beschikbaar te maken krijgen bedrijven meer inzicht in hun afvalwater.”

De Maas ontspringt in Frankrijk en stroomt daarna door België en Nederland. “Een aanzienlijk deel van de verontreiniging van de Maas komt uit het buitenlandse stroomgebied,” weet Kwee. “Daarom hebben we als SMWK ook contacten met het buitenland, via de werkgroep Internationaal. Maar voordat je kan wijzen naar anderen vind ik dat je eerst je eigen zaken op orde moet hebben.”

Vingerafdruk

Veel informatie die de SMWK verzamelt is beschikbaar via de Atlas voor een Schone Maas (te vinden via www.schonemaaswaterketen.nl), die een beeld geeft van de waterkwaliteit, de bronnen van verontreiniging duidt en toont welke verbeteringen mogelijk zijn. “Het gaat om een interactieve database, een soort vingerafdruk van de Maas, die een beeld geeft van de chemische samenstelling van de rivier en de zijtakken,” aldus Van den Boogaard. Anderzijds is het doel om non-target screening verder te ontwikkelen. “Er zijn al vergunningen waar zo’n screening onderdeel is van de monitoring. Maar dat zou breder ingezet moeten worden. Als er steeds meer non-target screening komt, kan de techniek verder worden doorontwikkeld en krijgen we uiteindelijk een heel brede database.”

Joris: 'Ik vond het heel leerzaam om breder te kijken en te zien wat je allemaal nog meer in het afvalwater tegen kan komen'

De SMWK biedt bedrijven de nodige expertise en kan de screening (laten) uitvoeren en helpen de resultaten te duiden. Het bedrijf krijgt daarmee beter inzicht in de eigen afvalwaterlozing en kan, indien nodig, maatregelen treffen. Dat is ook de afspraak die met de SMWK wordt gemaakt: in een intentieverklaring wordt vastgelegd dat als er een onregelmatigheid wordt geconstateerd, het bedrijf hier actie op onderneemt. Kwee: “We moeten vertrouwen hebben dat een ongewenste piek ook wordt aangepakt. We willen zekerheid dat erop geacteerd wordt.” Overigens is de afspraak ook dat de SMWK geheimhouding betracht over de resultaten. “Het bedrijf blijft eigenaar van de data. Wij kunnen er dus niks mee doen. Zo hebben we de randvoorwaarden gecreëerd voor een vertrouwde omgeving voor het bedrijf. Al blijft het natuurlijk altijd spannend. Het is iets nieuws.”

Spannend

Ook voor Aspen Oss was het spannend, zegt huidig sustainability manager Joris Gilberts. “Wij doen heel veel om het water zo schoon mogelijk op het riool te lozen. We hebben een aantal installaties om het proceswater te reinigen, we hebben een monitoringsysteem, we hebben goed contact met de vergunningverlener. Maar ondanks dat je het goed voor elkaar hebt, blijft het een klein beetje spannend. Er kan toch een bepaalde piek zichtbaar worden. Maar ik vind dat geen reden om niet mee te doen aan zo’n project. Het gaat hier om water, een eerste levensbehoefte.”

Het afvalwater van Aspen Oss bestaat uit gezuiverd proceswater, hemelwater en huishoudelijk afvalwater. Die gaan samen het riool in. De resultaten van de non-target screening waren bij het schrijven van dit artikel nog niet binnen, die van de target screening wel. Gilberts: “Daarin zien we gelukkig geen rare dingen. Ik was wel verbaasd dat we stoffen zagen die we niet konden verklaren uit onze processen. Die bleken uit ons huishoudelijk afvalwater afkomstig. Eén van de stoffen komt vrij bij het schoonmaken van koffiezetapparaten. En als een werknemer een paracetamolletje neemt en naar het toilet gaat, zie je dat ook terug in het afvalwater. Wij zijn gefocust op de stoffen die we monitoren en die gerelateerd zijn aan ons productieproces van API’s.

Dat was ook de les van Bianca Verlaat, specialist Environment and Permits bij Aspen Oss: “We hebben van de analyseresultaten een notitie gemaakt. Ik ben de analyseresultaten nu langs de verschillende regelgevingen aan het leggen, daarna willen we de notitie nog een keer richting de SMWK sturen om de stoffen te duiden die wij niet kunnen verklaren vanuit onze processen. Om vervolgens te kijken of er eventueel verdere acties nodig zijn.”


Voorbeeld van onbekende stof

“We hadden bij WML in 2022 een piek die wij in eerste instantie niet konden identificeren”, vertelt Van den Boogaard. “We moesten een paar weken de inname van Maaswater stoppen.” Het bleek uiteindelijk om een natuurlijk afbraakproduct van algen te gaan. “In de Grensmaas waren door het lage water en door veel zoninstraling poeltjes met algen ontstaan. Toen het water weer hoger kwam nam het al die troep mee. En dat zorgde voor een piek in neophytadiene en heptadecaan, stoffen die door algen worden gemaakt. Uiteindelijk bleek dat helemaal niet toxisch te zijn. Je hoeft dus niet meteen in paniek te raken bij een piek, want zolang je niet weet wat voor stof het is kan het ook een storm in een glas water zijn. Maar je moet het uiteraard wel onderzoeken, en preventieve maatregelen nemen.”


Geïnteresseerd om mee te doen?

Na deze pilot met Aspen Oss wil de SMWK graag samenwerken met meer chemiebedrijven. Tijdens een presentatie bij de werkgroep Milieu van de VNCI is een oproep gedaan aan bedrijven. Reacties van enkele bedrijven worden nog verwacht. “We weten dat een aantal bedrijven eerst intern moet schakelen”, aldus Van den Boogaard. Behalve een tijdsinvestering zijn er geen kosten aan verbonden. Geïnteresseerde bedrijven in het Maasstroomgebied kunnen zich vrijblijvend melden bij m.vandenboogaard@wml.nl.


Aspen Oss

Aspen Oss is onderdeel van Aspen Pharmacare en ontwikkelt en produceert hoogwaardige Active Pharmaceutical Ingredients (API’s), de werkzame bestanddelen die gebruikt worden voor de productie van geneesmiddelen. Ze worden toegepast in uiteenlopende therapeutische gebieden, zoals oncologie, vrouwen- en mannengezondheid, centraal zenuwstelsel, antistollingsmiddelen, drugs- en alcoholverslaving en spierontspanning.


VNCI: De maatschappij vraagt om transparantie

“Bij zo’n traject met een complete screening van je afvalwater moet je eerst goede afspraken met elkaar maken en een gevoel van wederzijdse vertrouwelijkheid creëren, en dat hebben Aspen Oss en de Schone Maaswaterketen goed gedaan”, zegt Lotte Stoppelenburg, beleidsadviseur Milieu bij de VNCI. “Toch blijft het voor het bedrijf spannend, omdat je nooit weet wat je allemaal tegenkomt. En als je verrast wordt, moet je daar iets mee. Het kost ook veel tijd, je moet veel in gang zetten. Toch ontkom je hier als bedrijf niet meer aan. De maatschappij vraagt om transparantie. Je moet proactief bezig zijn op het gebied van het milieu en een goed verhaal hebben. Dat is uiteindelijk ook de enige weg naar een license to operate, naar bestaanszekerheid. Het is daarom zeer lovenswaardig dat Aspen Oss bereid was om deze pilot te doen. Ik hoop dat andere bedrijven snel volgen.”

De VNCI blijft zich intussen inzetten voor schoner water. Zo vond eind oktober een drukbezochte bijeenkomst plaats voor VEMW- en VNCI-leden over vergunningverlening in het kader van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Daarbij kwamen ook meerdere knelpunten naar voren. VEMW en VNCI gaan deze uitwerken in een position paper en aan I&W voorstellen doen voor oplossingen. Verder heeft VNO-NCW een actieprogramma opgesteld (met I&W) dat ertoe moet leiden dat de bedrijven stappen zetten om emissies van KRW-stoffen te verminderen. Daartoe is onder andere een self assessment ontwikkeld.