Critical Raw Materials Act: “Wie verder vooruitkijkt, ziet de kansen”

Europa wil de verwerking van ruwe grondstoffen opschroeven. Want er zijn veel metalen nodig voor de energietransitie. Bedrijven als Nedmag, Albemarle, Ketjen en Tata Steel hebben kennis en kunde in huis om bij te dragen, maar processing dreigt juist te verdwijnen. Grondstoffen opwerken is namelijk energie-intensief, ook met de meest duurzame technologie.

Tekst: Marga van Zundert
Beeld: Curve | Roy Wolfs
Gepubliceerd: 21.02.2024

De nieuwe Critical Raw Materials Act (CRMA) van de EU draagt lidstaten op meer belangrijke metalen, aardmetalen en mineralen te mijnen, op te werken en te recyclen. Zo moet Europa minder afhankelijk worden van landen als China, dat nu ’s werelds grootste grondstofleverancier is. “Met alle disrupties in de wereld, ook in de logistiek, is het verstandig om meerdere suppliers te hebben, ook Europese”, onderschrijft Bob Leliveld, Chief Technology Officer van katalysatorproducent Ketjen. “Grondstoffen uit Europa zijn vaak wat duurder, maar een Europese leverancier biedt meer zekerheid.”

"Grondstoffen uit Europa zijn vaak wat duurder, maar een Europese leverancier biedt meer zekerheid"

Ketjen produceert in Amsterdam katalysatoren voor raffinageprocessen. Ze bevatten aluminium, kobalt, nikkel, molybdeen en zeldzame aarden, vrijwel allemaal stoffen die Europa als ‘strategisch’ of ‘kritiek’ aanmerkt. Ze zijn onmisbaar voor het maken van bijvoorbeeld elektronica, motoren, chips, windturbines en batterijen, maar er is onzekerheid over voldoende toelevering op langere termijn.


Critical Raw Materials Act

Dit is het vierde deel van een serie artikelen over kritieke grondstoffen. Met de CRMA wil de EU meer controle over grondstoffen in handen krijgen. Dat moet komen van meer zelf grondstoffen mijnen, processen en recyclen.

Lees alle artikelen over dit onderwerp


“Ten opzichte van twintig jaar geleden kopen wij nu ruwere grondstoffen in en doen we zelf meer aan zuivering”, vertelt Leliveld. “Maar daar zitten we inmiddels aan onze grens. Gaan we nog ruwere grondstoffen inkopen, dan hebben we nieuwe installaties nodig.” Dat ziet Leliveld niet snel gebeuren. “Als katalysatorproducent verwerken wij relatief kleine hoeveelheden kritieke grondstoffen, zelf processen is niet efficiënt.”

Stroomtekort

Nederland-breed is er nog geen sprake van een trend naar meer grondstofverwerking, meer ‘processing’, zoals de CRMA beoogt. Het omgekeerde lijkt eerder het geval. Aluminiumfabrikant Aldel sloot vorig jaar definitief de deuren. En zinksmelter Nyrstar in Budel heeft onlangs voor de tweede maal een productiestop aangekondigd. Metalen uit erts vrijmaken, vraagt veel energie en de Nederlandse energieprijzen zijn relatief hoog.

Bert Jan Bruning, CEO van magnesiumzoutenproducent Nedmag: “Wij zijn ons de afgelopen jaren gaan richten op producten met minder energie-impact. Magnesiumzouten voor in voedingsproducten bijvoorbeeld. Een mooie markt, maar het levert geen bijdrage aan het vraagstuk van de kritieke materialen.” Uit de magnesiumrijke pekel die Nedmag in Groningen omhoog pompt is namelijk ook metallisch magnesium te maken wat een van de kritieke grondstoffen is. De pekel zou jaarlijks omgezet kunnen worden tot veertigduizend ton magnesium, een vijfde van de Europese behoefte aan het metaal. Tweemaal is gepoogd een magnesiumfabriek te realiseren in Nederland maar dat bleek economisch niet rendabel vanwege de energiekosten.

Bruning: “Europa wil meer en duurzame productie van kritieke grondstoffen en de technologie daarvoor is er. Maar het is een energie-intensieve industrie. De minister van Economische Zaken mikt vooral op chipproductie en bedrijven als ASML, daar is maatwerk voor. Kijk ook verder vooruit, denk ik dan. Nu is er tekort aan groene stroom, maar dat verandert en er komt ook veel groene waterstof aan. Wil grondstoffenonafhankelijkheid geen droom blijven voor Europa dan moet je nu kansen pakken.”

Meer aandacht

Een grote speler in processing in Nederland is staalproducent Tata Steel in IJmuiden. De belangrijkste grondstof, ijzererts, staat niet op de lijst van kritieke materialen, tot spijt van director R&D Hans van der Weijde. Europeanen gebruiken bijna een kilo staal per dag, benadrukt hij. Het zit in blikjes, auto’s, containers, bouwconstructies, maar ook in windmolens op zee. “Hoogwaardige ijzerertsen hadden wij graag op de lijst gezien, net als schroot. De ertsen zijn nodig voor het duurzame, geëlektrificeerde productieproces waarop wij willen overstappen. En schroot wordt nog vaak geëxporteerd, terwijl Europa recycling wil stimuleren.”

"De industrie moet ook uitdragen dat processing duurzaam kan"

Kritieke en strategische grondstoffen krijgen meer aandacht vanuit beleid en bestuur, stelt Bruning. “De verwerking ervan is dan aantrekkelijker voor investeerders. Maar wellicht belangrijker nog: er komt ook meer geld voor ontwikkeling waardoor kennisinstellingen als TNO en universiteiten betrokken raken en ook de technologie verder wordt verbeterd.”

Lithium is wellicht het meest bekende en erkende kritieke metaal van de lijst. Er zijn grote hoeveelheden nodig voor lichtgewicht batterijen in elektrische auto’s. In het voorjaar van 2023 overwoog het Amerikaanse Albemarle, wereldleider in lithiumproductie, een gloednieuwe opwerkingsfabriek in Europa te bouwen, misschien zelfs in Nederland. Maar de plannen staan inmiddels on hold, vertelt Mark de Boer, Vice President Sustainability van Albemarle. “Lithium is een jonge markt met onstuimige groei. De langetermijnvooruitzichten zijn uitstekend, maar we zitten nu in een fase van prijsdalingen.”

Ketendialoog

De Boer verwacht een stimulans voor processing in Europa van de CRMA bijvoorbeeld door het wegnemen van hindernissen op het gebied van vergunningen. “Maar deze Act komt niet zoals de Amerikaanse tegenhanger IRA met een groot budget aan investeringsgelden. Landen als Frankrijk en Duitsland starten voorzichtig met stimuleringsmaatregelen, maar er is geen gecoördineerde Europese industriepolitiek.” “Het begint eigenlijk nu pas echt een gespreksonderwerp te worden”, stelt ook Leliveld. “Terwijl Amerika al volop aan de slag is.”

Wat zou naast investeringsgelden het Europese bedrijfsleven nu helpen om meer processing te realiseren? De Boer: “Voorspelbaarheid in regelgeving, ruimte, de juiste arbeidskrachten en beschikbaarheid van niet te dure energie. Dat laatste is nu echt een grote hindernis in Nederland; er zijn wachtlijsten voor stroomaansluitingen.” Leliveld adviseert ketendialogen om zaken op gang te brengen. “Het risico is altijd dat bedrijven in een keten op elkaar blijven wachten terwijl iedereen graag dezelfde kant op wil.” Van der Weijde: “Geef bedrijvigheid met in Europa geproduceerde en gerecyclede grondstoffen voorrang in vergunningsverleningstrajecten en preferent toegang tot financiële instrumenten. Dan verander je het speelveld.” Hij wijst ook op aandacht voor innovaties: “Zes procent van de wereldproductie aan dysprosium, nodig voor elektromagneten, zit in onze ruwe erts. Dat verdwijnt nu in de slak en vervolgens in cement. Dat moet anders kunnen. Zinkerts kan bijvoorbeeld ook een mogelijke bron zijn voor halfgeleidermaterialen germanium en gallium.” In VNCI-verband werken bedrijven momenteel samen aan ideeën om dergelijke kansen te realiseren.

“Geef bedrijvigheid met in Europa geproduceerde en gerecyclede grondstoffen voorrang in vergunningsverleningstrajecten"

Waar?

Bedrijven noemen ook de impact op de omgeving als hindernis voor meer processing, zeker in het drukbevolkte Nederland. Leliveld: “Ketjen zit hier in Amsterdam-Noord op precies dezelfde plek waar we ruim honderd jaar geleden zijn begonnen, maar die plek is ondertussen sterk verstedelijkt. Dat schuurt.” De Boer: “Bij processing praat je vaak over behoorlijk forse industrie. De industrie moet ook uitdragen dat processing duurzaam kan, en niet alleen in Finland of Zweden. Albemarle laat bijvoorbeeld alle productielocaties certificeren op basis van standaarden waaraan organisaties als Human Rights Watch en Greenpeace hebben bijgedragen.”


Meer processing, hét antwoord op exportrestricties?

China besloot onlangs de export van halfgeleidermaterialen germanium en gallium aan banden te leggen. In Indonesië was een exportverbod voor het batterijmetaal nikkel een belangrijk verkiezingsthema. Wat betekenen exportrestricties voor de Europese industrie? Hoogleraar internationale milieueconomie Steven Poelhekke bij de Vrije Universiteit Amsterdam, onderzoekt het.

Stijgt het aantal exportrestricties?

“Ja, al sinds 2008. En steeds vaker gaat het om ruwe grondstoffen die nodig zijn voor de energietransitie, denk aan nikkel, kobalt en zeldzame aardmetalen.”

Steven Poelhekke: “Europa heeft te lang geloofd in de vrije wereldmarkt”

Heb je een verklaring voor de stijging?

“Soms gaat het om geopolitiek, maar dat is eigenlijk vrij uitzonderlijk. Vaker gaat het om landen die meer willen verdienen aan hun eigen bodemschatten. Indonesië is een uitgesproken voorbeeld. Het is een van de grootste leveranciers van nikkelerts, maar het wil liever een grote batterijfabrikant worden. Daar is meer aan te verdienen en het biedt meer en interessantere banen. Het ziet in de groeiende vraag een kans om zich economisch te ontwikkelen en welvarender te worden.”

Een kans op meer welvaart. Grondstoffenrijkdom is geen garantie daarvoor?

“Zeker niet. Kijk naar een land als Congo. Er zijn grote investeringen en technologische kennis nodig om zo’n eigen industrie op te bouwen. En voor meer welvaart moeten de opbrengsten terugvloeien in de economie via banen, het opleiden van mensen en het opbouwen van infrastructuur. Goed bestuur en bestrijding van corruptie zijn daarbij erg belangrijk.

Indonesië heeft een groot marktaandeel in nikkel en dat biedt een goede uitganspositie. Maar klanten kunnen de grondstof ook elders gaan halen. Er worden wellicht nieuwe mijnen geopend of wetenschappers gaan op zoek naar mogelijke alternatieven waardoor de vraag afneemt.”

Je hebt een NWO-beurs ontvangen voor onderzoek. Wat ga je bestuderen?

“We gaan volgen wat er in Indonesië gebeurt sinds het land 2014 exportrestricties instelde. Zo willen we inzicht krijgen in welke effecten exportrestricties kunnen hebben. Hoe reageren andere landen en bedrijven? Ook willen we interne politieke discussies volgen om processen te begrijpen.”

China investeert nu fors in de opbouw van de nikkelverwerkende industrie in Indonesië. Heeft Europa de boot gemist?

“Europa heeft te lang geloofd dat de wereldmarkt garandeert dat belangrijke grondstoffen verkrijgbaar blijven. Maar met grote spelers als China of Rusland is er geen echte vrije wereldmarkt. Een geheel eigen productieketen opbouwen is waarschijnlijk de duurste optie voor Europa. Friendshoring, je grondstoffen kopen van bevriende landen via langlopende contracten is een andere optie. China doet het al lang, Europa is er nu pas echt over aan het nadenken.”


Nikkel oogsten met bloementeelt

Wuivende velden vol gele bloemen in plaats van een krater in het landschap waar nikkelerts uit de grond wordt gebikt. Zo kan nikkelproductie er ook uit zien, vertelt Antony van der Ent, onderzoeker bij Wageningen University en adviseur van Botanickel. De bloemen ‘zuigen’ nikkel uit de bodem. Je verbrandt de biomassa en extraheert vervolgens het metaal uit de nikkelrijke as.

Het klinkt als sciencefiction, maar Botanickel is een serieuze joint venture, gesteund door staalproducent Aperam die het duurzame nikkel wil gebruiken voor de productie van roestvrij staal. In Zuid-Europa loopt al een proefproject om de ‘biologische nikkelproductie’ op te schalen.

Van der Ent: “Het gewas dat we gebruiken, Alyssum murale, is een hyperaccumulator. De plant verzamelt twintig tot dertig gram nikkel per kilo droge biomassa wanneer ze groeit op nikkelrijk gesteente, zogeheten ultramafic.” Dat gesteente komt bijvoorbeeld voor op de Balkan, in Griekenland en Albanië. De grond is vanwege het hoge nikkelgehalte niet geschikt voor landbouw. Maar het gele Alyssum tiert er al welig als onkruid. Insecten en grazers laten de bloem met rust juist vanwege het giftige nikkel.

Een hectare volgroeide Alyssum levert zo’n tweehonderd kilo nikkel op. Dat kan nog beter, denkt Van der Ent. “We werken nu met de wilde plant. Veredeling kan de opbrengst verhogen.” In de tropen is het resultaat al beter omdat daar niet jaarlijks maar elke zes maanden kan worden geoogst. Na twintig tot dertig jaar zal alle nikkel uit de bodem zijn ‘gezogen’ en is de grond misschien ook geschikt voor landbouw.