"Chemicals Strategy for Sustainability moet een groei- en innovatiestrategie zijn"
Tekst: Igor Znidarsic
De Chemicals Strategy for Sustainability (CSS) heeft als doel om de innovatie van veilige en duurzame chemicaliën te stimuleren en zo de bescherming van mens en milieu tegen gevaarlijke stoffen te vergroten. CSS bevat tientallen maatregelen die het wetgevingskader gaan versterken. De Europese chemiekoepel Cefic laat met een serie onafhankelijke studies door Ricardo Energy & Environment de economische impact hiervan op de Europese chemische industrie onderzoeken. De eerste werd eind vorig jaar gepresenteerd.
Deze Economic Analysis of the Impacts of the Chemicals Strategy for Sustainability on the EU chemical industry richt zich op twee maatregelen uit CSS: toevoeging van gevaren aan de CLP (indeling, etikettering en verpakking van stoffen) en uitbreiding van de op gevaar gebaseerde Generic Risk Approach (GRA). Volgens de studie zullen de wijzigingen in CLP en GRA ‘de productie en het gebruik van producten naar verwachting beperken en/of hun productiekosten verhogen, wat op zijn beurt aanzienlijke en mogelijk negatieve gevolgen zal hebben voor de ontwikkeling van de Europese chemische markt en het concurrentievermogen ervan’. De studie rekent voor dat chemiebedrijven in de EU tussen 2023 en 2040 gemiddeld tussen de 47 en 81 miljard euro aan omzet per jaar zouden verliezen, wat kan leiden tot een omzetverlaging van het productportfolio met zo’n 12 procent. De studie benadrukt hierbij overigens dat dit geen voorspelling is, maar een schatting van mogelijke toekomstige effecten op basis van beschikbare gegevens, een reeks aannames en onzekerheden. Het is vooral bedoeld als input voor het beleidsdebat over CSS.
Grote kans
Omdat de studie zich beperkt tot twee maatregelen, zal de uiteindelijke overall-impact van CSS nog veel groter zijn, zegt Thomas Casparie, voorzitter van de Programme Council Product Stewardship bij Cefic (en in het dagelijks leven senior vice president Chemicals bij Shell). Bovendien vindt het verlies van 12 procent van de omzet plaats na substitutie (zie grafiek). “Zonder substitutie zou het percentage nog veel hoger liggen.”
De cijfers lijken weinig goeds te beloven, maar Casparie ziet er vooral een grote kans in. “De Chemicals Strategy for Sustainability biedt ook de weg naar competitive sustainability, zeker als je ook klimaatneutraliteit, circulariteit en digitalisering erbij betrekt. Wij ondersteunen volledig het doel van CSS, we willen een onderdeel zijn van de oplossing en willen de uitdaging aangaan. Wij kunnen heel veel innoveren en reformuleren en hebben het talent, de mensen en de innovatie. Maar dat moet dan wel gezamenlijk gebeuren en in een orderly transition.”
Naar aanleiding van de studie heeft Cefic een dringende oproep gedaan aan de Europese Commissie om samen te werken aan een gezamenlijke Transition Pathway. Het doel hiervan is om CSS om te zetten in een groei- en innovatiestrategie. “Neem bijvoorbeeld Safe & sustainable by design, dat genoemd wordt in de CSS. Dat kan echt een handelsmerk worden en een concurrentievoordeel opleveren voor Europa. Maar dan moet de Commissie dat wel proactief gaan ondersteunen.”
Data
De studie is een vrijwillig initiatief van Cefic om bij te dragen aan een publieke consultatie van de Europese Commissie en is uitgevoerd door een onafhankelijke partij, Ricardo Energy & Environment, die honderd Europese chemiebedrijven consulteerde. Ricardo gebruikte de standaard methodologie die de Europese Commissie zelf ook toepast bij het toetsen van wetgeving (‘Betere Regelgeving’). De data die hieruit naar voren komen zijn volgens Casparie nodig om de Transition Pathway vorm te geven. “Als we die data niet hadden, zouden er misschien beslissingen over wetgeving worden gemaakt die een nog drastischer impact hebben, waardoor de doelen uiteindelijk misschien niet gehaald zouden worden.”
Met de studie laat Cefic de Commissie zien wat CSS kan betekenen voor de chemische industrie, vult Chantal Smulders aan. Zij is eveneens lid van de Programme Council Product Stewardship (en in het dagelijks leven global lead Product Safety Science and Regulatory Advocacy bij Shell). “Vooral wat er nodig is om hier in de toekomst samen uit te komen, want dat is het allerbelangrijkste: we kunnen dit alleen samen doen.” Daarnaast is de studie ook belangrijk voor de chemiebedrijven zelf. “Niet elk bedrijf heeft de middelen om een uitgebreide impactanalyse te doen. CSS is alles bij elkaar enorm complexe regelgeving, en je moet proberen de leden een beeld te geven van wat er op hen afkomt. En uiteraard gaan we ze hierna met papers en guidelines verder voorbereiden om succesvol door de transitie te komen.”
Eén stem
Inmiddels heeft de Europese Commissie positief gereageerd op de oproep van Cefic. “De Commissie ziet in dat de chemische industrie een specifieke sector is die een eigen Transition Pathway nodig heeft”, zegt Casparie. “Dat was enkele maanden geleden nog niet het geval.” De Commissie zegt bereid te zijn om samen met Cefic te werken aan zo’n sector-routekaart. “Nu ligt de weg open om daar naartoe te werken. Niet met een aantal front runners, maar met de industrie als geheel, van grote tot kleine bedrijven, een sector die met één stem spreekt.”
Belangrijke componenten in de Transition Pathway zouden volgens Casparie het tijdspad en de volgorde moeten zijn. “Wanneer gaat er wat gebeuren.” Ook moet er verschil worden gemaakt tussen typen gebruikers: consumenten, professionele gebruikers en industriële gebruikers. Verder wil Cefic focussen op de wetenschappelijke benadering. “Heel veel dingen vinden nog plaats op basis van overtuigingen en emotie. Wij willen uitgaan van wetenschappelijke feiten.” En als laatste noemt hij nogmaals Safe & sustainable by design. “Dat moet ondersteund worden met financiële incentives, zodat ook de kleinere bedrijven de kans krijgen om de transitie succesvol door te maken.”
Smulders noemt nog als belangrijk gewenst component in de Pathway een versimpeld wettelijk kader. “De Commissie loopt zelf in de uitvoering ook tegen een grote compliance-bureaucratie aan. Versimpeling van de regelgeving zou het voor alle partijen een stuk makkelijker maken, plus je wordt een stuk slagvaardiger.”
Bedrijven hebben uiteindelijk stabiliteit en duidelijkheid nodig, zegt Casparie. “Als de Commissie serieus een competitive sustainable chemische industrie in Europa wil hebben, hebben wij aangegeven wat daarvoor nodig is.” Hij verwacht dat hierin tegen de zomer grote stappen vooruit zijn gemaakt.
Waardeketens
De studie laat ook het ripple effect zien, de impact van CSS op de vele waardeketens die afhankelijk zijn van de chemie. Chemicaliën zijn aanwezig in meer dan negentig procent van de gefabriceerde goederen. Casparie: “We willen de downstream users bewust maken van de impact van CSS. We adviseren bedrijven nu al om goed te kijken naar hun supply chain, naar hun ingrediënten, en om hun kennisniveau van wat er speelt omhoog te brengen. Ga alvast nadenken over wat voor innovaties er nodig zijn, of reformulaties, of diversificatie van je portfolio.”
In de toekomst komen er nog studies naar onder meer de Mixture Assessment Factor, de pfas-restrictie, de polymeren-registratie, de toepassing van een exportverbod en de uitbreiding van de REACH-registratievereisten voor chemicaliën die in lage tonnages worden geproduceerd.
“En dan hebben we naast de CSS natuurlijk ook nog een energie-transitie”, besluit Casparie. “Wij willen als chemische industrie dat er voor al deze zaken een gezamenlijke, coherente Transition Pathway komt. Wij kunnen het allemaal niet in individuele stukjes knippen en daarop navigeren. Het vormt één geheel.”
Volgens Smulders is informatie de andere kant op ook belangrijk. “Het is met name voor een mkb-bedrijf belangrijk als die kan inschatten wat de impact is en wat de mogelijkheden zijn om er proactief wat aan te doen, welke stappen je kan nemen, hoe je naar je eigen producten en naar je supply chain kan kijken. De studies kunnen hierbij helpen. Houd hierbij ook goed de termijn in de gaten. De hoeveelheid regelgeving die op ons afkomt is enorm, maar dat is wel tussen nu en 2040.”
Achterban VNCI
Ook een groot deel van de achterban van de Koninklijke VNCI heeft meegedaan aan deze eerste fase van de Economische Analyse. Bedrijven kunnen zo inschatten wat er op ze afkomt. De VNCI voert gesprekken met de Nederlandse stakeholders, zoals ministeries, instituten als het RIVM, andere sectoren en VNO-NCW, maar ook de Topsector Chemie en maatschappelijke organisaties. Veilige en duurzame chemische bouwstenen zijn immers de basis voor een klimaatneutrale, circulaire, schone en veilige economie. “We willen graag dat de strategie wordt omgezet in een innovatieplan voor de Nederlandse bedrijven en dat we gezamenlijk werken aan een werkbaar en uitvoerbaar transitiepad”, zegt Rosienne Steensma, programme lead Chemicals Strategy for Sustainability bij de VNCI. “Belangrijk is daarbij ook dat kleinere bedrijven en spelers verderop in de keten goed aangehaakt blijven.”
Chemische industrie in Europa
De chemische sector van de 27 EU-landen biedt werk aan meer dan een miljoen mensen en maakte in 2019 producten en/of bracht producten op de EU-markt ter waarde van meer dan € 570 miljard, waarvan € 140 miljard staat voor de bruto toegevoegde waarde van de sector aan de Europese economie (de directe bijdrage aan het bruto binnenlands product).