BioBTX zet volgende stap met bouw van fabriek
Tekst: Ingeborg Abendanon
Gepubliceerd: 24.09.2024
BioBTX maakte in juni bekend dat het tachtig miljoen euro heeft opgehaald om de eerste chemische plant voor hun zelfontwikkelde ICCP-technologie te gaan bouwen. Nieuwe investeerders Covestro, Invest-NL en Infinity Recycling brachten ruim de helft van het totale bedrag in. Recentelijk gaf de provincie Groningen daarbovenop nog een lening van vier miljoen euro. Dat laatste is vrij uitzonderlijk, maar bewijst eens te meer dat er veel vertrouwen is in de technologie van BioBTX én de commerciële haalbaarheid ervan. Gedeputeerde Henk Emmens: “Dit project laat precies zien waar we met onze nieuwe economische visie naartoe willen. Groningen zet in op hightech industrie die bijdraagt aan een circulaire economie. Dat dit project bovendien door Groninger ondernemers is opgezet, draagt extra bij aan het verdienvermogen van de regio en toont hoe innovatief ons mkb is.” De nieuwe fabriek krijgt een capaciteit van twintigduizend ton plastic afval per jaar. In de tweede fase kan dat opgeschaald worden naar vijftigduizend ton en er is nog ruimte om verder uit te breiden in de toekomst.
Eén fte
Terug naar 2010 toen een eerste haalbaarheidsstudie werd gedaan die twee jaar later resulteerde in de oprichting van BioBTX. De eerste vijf jaar bestond de startup uit één fte die onderzoek deed naar de verduurzaming van aromaten. Het benodigde kapitaal werd verstrekt door een joint venture en hoewel die veel potentie zag, bleven de middelen beperkt. Niels Schenk, director Research & Development: “De zakken met geld waren niet oneindig diep.” In 2017 stapte een investeerder aan boord en kon er opgeschaald worden naar een pilot en konden de eerste medewerkers aangenomen worden. Inmiddels zijn er vijftien mensen in vaste dienst en huurt BioBTX een schil van freelancers in voor specifieke werkzaamheden als engineering, finance en vergunningstrajecten.
Niels Schenk is vanaf het eerste uur betrokken bij BioBTX. Tijmen Vries, verantwoordelijk voor Strategic Development, schreef zijn afstudeerthesis over de vraag waar BioBTX een fabriek zou moeten neerzetten en wat de omvang zou moeten zijn. Hij ging niet meer weg en werkt er inmiddels vier jaar.
ICCP-technologie: twee stappen
Niels: “We zijn begonnen zonder dat we een technologie hadden, maar vanuit de conceptvraag ‘Hoe ziet een duurzame toekomst eruit?’ Aan de energiekant heb je zon en wind om te verduurzamen. Voor materialen heb je koolstof nodig en we weten dat methanol, ethyleen, propyleen en BTX daar de chemische bouwstenen voor zijn. Een simpele conclusie is dan dat je voor een duurzame toekomst duurzame BTX nodig hebt. Met onze ICCP-technologie hebben we het kraken en de synthese van aromaten uit elkaar getrokken. Je hebt in de chemie veel processen waarbij je katalytisch kraakt. FCC (Fluid Catalytic Cracking, -red.) is daar de bekendste vorm van. Ons proces heeft dus twee stappen en het grote voordeel daarvan is dat vervuilingen uit je feedstock niet meegaan naar de katalysator. In de eerste stap van kraken gaan de koolstofhoudende componenten in de dampfase naar de katalysator. De mineralen die de katalysator kunnen vervuilen, blijven achter.” Tijmen: “Bij ons gaat er dus een kilo in en er komt een halve kilo uit. Maar die halve kilo heeft wel een virgin kwaliteit.”
De interesse voor de technologie was er vanaf het begin. Niels: “We hadden al snel gesprekken met de industrie en dat resoneerde enorm. ‘Als het jullie gaat lukken, dan hebben jullie de jackpot’. Duurzame aromaten zijn de holy grail. We geloven in onze technologie en dat moet ook wel, want de weg ernaartoe is lang.”
Groene transitie
De fabriek gaat er nu komen. Tijmen: “We hebben de kosten uitgerekend en dan ga je op zoek naar partijen die interesse hebben. Investeerders, maar we hebben ook subsidie en een lening aangevraagd. Dat financiële traject heeft best lang geduurd, maar we hebben er bewust voor gekozen om het in stappen te doen en al het geld bij elkaar te krijgen. Je hebt ook startups die een eerste ronde doen als ze een investeerder hebben en dan pas doorgaan met de tweede stap. Wij hebben de financiën helemaal rond en kunnen nu ook gewoon echt gaan bouwen. Het kost meer tijd en energie, maar het is een solide basis die ook vertrouwen geeft aan de partijen die in ons investeren. Startups gaan niet failliet omdat hun technologie niet werkt, maar omdat het geld op is. En dat is bij ons dus niet het geval.” De keuze voor Delfzijl als locatie was voor het Groningse bedrijf geen moeilijke keus. Niels: “De wereld is onze scope, maar Groningen is the place to be. Onze fabriek komt naast de nieuwe fabriek van Avantium te staan. Je ziet hier letterlijk de groene transitie vorm krijgen.”
Intens
Geld, kennis, tegenslag, opschalen: elke startup en scale-up krijgt ermee te maken en sommige veelbelovende technieken sneuvelen vlak voor de eindstreep. Ook BioBTX heeft de nodige hobbels moeten overwinnen. Tijmen: “Hoewel die achteraf niet zo groot lijken. Als je terugkijkt, dan valt het uiteindelijk allemaal wel mee. Maar als je er middenin zit, is dat natuurlijk wel anders. Op een gegeven moment gaat het ook niet meer over het bewijzen van je chemische technologie, maar heb je het over vergunningen, waar vind ik de mensen die ik nodig heb, hoe zit het met contracten. En geld, je moet voldoende geld hebben. Je moet wel doorzettingsvermogen hebben om met een klein team zover te komen dat je nu een chemische fabriek kunt bouwen.” Niels beaamt dat laatste: “Tot een jaar of vier geleden moesten we gewoon heel veel doen met heel weinig middelen. Dat is een intense periode geweest. De hobbels waar we nu tegenaan lopen liggen op het organisatorische vlak, vergunningen, de bouw. Daar heb je weer andere mensen voor nodig.” Een hele belangrijke medewerker hebben ze al voor de fabriek: de plant manager. Niels: “Die weet hoe een fabriek moet draaien en wat er allemaal voor nodig is om deze te bouwen.”
De toekomst
De fabriek moet in 2026 draaien en hopelijk kan er vanaf 2028 ook daadwerkelijk geld verdiend worden. Tijmen: “We zijn al tien jaar geld aan het uitgeven en moeten ook de komende periode nog veel investeren. Als de fabriek er staat, hebben we zeker nog 35 mensen extra nodig en die moeten we de komende periode al gaan zoeken.” Beide denken dat het niet moeilijk zal zijn om ze te vinden, want werken aan deze duurzame technologie spreekt aan. Het verdienmodel van BioBTX zit in het uitgeven van licenties. Niels: “Dat is in ons businessmodel belangrijk. Uiteindelijk willen we de wereld domineren met onze technologie. Op de locatie in Delfzijl gaan we eerst twintig kiloton afvalplastic per jaar verwerken, daarna opschalen naar vijftigduizend, maar een fabriek als deze kun je ook bouwen in Duitsland, Frankrijk of België. Maar uiteindelijk willen we gewoon impact hebben in het duurzamer maken van de wereld. Dát is de allerbelangrijkste doelstelling van BioBTX.”