AnQore heeft nieuwe aanvoerroute voor (bio-)propeen gebouwd
Tekst: Igor Znidarsic
Gepubliceerd: 03.04.2024
“Kijk, daar komt de buis weer uit de grond omhoog”, wijst Tom Pijls, COO bij AnQore. We staan bij de AnQore-fabriek op Chemelot voor de enorme bult waaronder in twee grote tanks vloeibare propeen ligt opgeslagen. Even daarvoor heeft hij laten zien waar diezelfde buis de grond in gaat: bij de losplaats van propeen in de haven van Stein vier kilometer verderop. Deze geheel nieuwe aanvoerroute voor propeen is onlangs in gebruik genomen. “Als we dit niet hadden gedaan, hadden we de stekker uit AnQore moeten trekken,” zegt Pijls.
AnQore maakt acrylonitril, grondstof voor nitrilrubber, polyacrylonitril, polyacrylamide en acrylonitril-butadieen-styreen, ofwel ABS. Nitrilrubber is onmisbaar voor de productie van chirurgische handschoenen, en polyacrylonitril voor de koolstofvezel in superlichte en supersterke composieten, toegepast in windmolenbladen en vliegtuigen. Polyacrylamide wordt toegepast in de afvalwaterzuivering, de papier- en pulpproductie en de landbouw. ABS is een lichte maar harde kunststof, onder andere bekend van de Lego-blokjes. “Als iets van kunststof lang goed moet blijven, niet krast en niet breekt, kan je er zeker van zijn dat dat het van ABS is gemaakt”, zegt CEO Pieter Boon in het kantoor van AnQore in Urmond. Directeur Verkoop en Marketing Danny van Ballegoy voegt er nog aan toe: “Veel mensen weten niet dat ski’s en snowboards van verschillende lagen materiaal zijn gemaakt. Die worden verlijmd met een lijm die je alleen op basis van acrylonitril kan maken.”
Losplaats
De grondstoffen voor de productie van acrylonitril zijn propeen en ammoniak. AnQore kreeg de propeen voorheen geleverd via een directe verbinding met de twee krakers van SABIC op de Chemelot-site, Olefins 3 en 4. Toen dit bedrijf aankondigde de levering van propeen te gaan stoppen, ging AnQore op zoek naar een andere bron. “Nieuwe leveranciers vinden was niet het probleem”, zegt Boon, “want er is in Europa veel propeen beschikbaar. Het probleem was: hoe de propeen bij AnQore krijgen, want we liggen niet direct aan een haven.” Er zat maar één ding op: een losplaats bouwen in de haven van Chemelot aan het Julianakanaal, van daar een ondergrondse pijpleiding naar AnQore aanleggen en een opslag voor propeen neerzetten. En ook niet onbelangrijk: schepen contracteren. En dit alles binnen twee jaar, want veel meer tijd was er niet. Pijls, die ruim twee jaar geleden bij AnQore begon, kon er meteen mee aan de slag. “Ik viel met de neus in de boter”, lacht hij.
Het project had nogal wat voeten in de aarde. Het had betrekking op twee gemeentes, Sittard-Geleen en Stein, de Provincie Limburg én Rijkswaterstaat, vanwege de bouw in het Julianakanaal en de doorgang onder rijksweg A2. Een heel scala aan wet- en regelgeving kwam voorbij, waaronder Wabo, Wro, Bevb, Wnb, BRZO en Bevi. Er moest rekening worden gehouden met erfpacht, geluidsnormen, stikstof (vlakbij ligt het Natura2000-gebied Grensmaas), lokale fauna en cultuurhistorische waarden.
Geruststellen
Als het woord ‘vergunningen’ valt, volgt er op het kantoor van AnQore niet zoals vaak in de chemie een tirade over de veel te traag draaiende ambtelijke molens, maar vooral lof. “We konden samen met Chemelot Site Permit (onder andere de houder van de milieu-koepelvergunning van Chemelot en beheerder van de siteregelgeving – red.) snel alle potentiële stakeholders bij elkaar krijgen”, zegt Boon. “Ook de overheden. En het lukte goed om de provincie en de gemeentes het belang van dit project te laten inzien. Zo konden ze op tijd de belangen, de meningen en de creativiteit op tafel krijgen. We konden hen ook geruststellen, dat het voor hen geen negatieve gevolgen zou hebben. Ze hebben het vervolgens heel professioneel opgepakt en met de gepaste urgentie gestuurd.”
In het kader van de vroegtijdige participatie die de Omgevingswet stimuleert, zijn ook de omwonenden op tijd betrokken via een grote bewonersbijeenkomst die onder de vlag van Chemelot is georganiseerd. Veel vragen gingen over veiligheid. Boon: “Dan is het goed als er een expert bij zit op het gebied van transportveiligheid die het een en ander kan uitleggen.” Ook kwamen er vragen over wat men van de werkzaamheden zou merken. “Je hebt daar in de buurt een appartementencomplex. Om geluidsoverlast te voorkomen zijn de heipalen voor de aanlegplaats de kanaalbodem in getrild in plaats van geslagen. En we hebben de tijd waarin dat gebeurde, beperkt.”
Ervaren mensen
Wat AnQore bij de realisatie van het project enorm heeft geholpen, is dat onder de vlag van Chemelot Site Permit een groep specialisten kon worden ingezet voor het ondersteunen van de vergunningsaanvragen. Pijls: “Zij weten exact hoe je zoiets aanpakt, bij welke loketten je moet zijn en welke studies allemaal noodzakelijk zijn.” Boon vult aan: “Zij hebben een aantal ontzettend professionele mensen die heel veel ervaring hebben met vergunningaanvragen. Zij kunnen snel schakelen en weten precies hoe je de juiste dingen moet aanleveren. Als wij het als individueel bedrijf hadden moeten doen, had het allemaal veel langer geduurd.”
Een niet onbelangrijk onderdeel van de aanvoerroute zijn de schepen. “We hebben er drie gecontracteerd”, vertelt directeur Supply Chain en Inkoop Sjoerd Zuidema (die per 1 mei CEO wordt). “Twee daarvan zijn nieuwbouw. Die beschikken over de laatste technologie die het transport schoner maakt. Daarmee krijg je ook korting op de havengelden.”
De schepen voeren de propeen voornamelijk aan uit de regio’s Rotterdam, Antwerpen en het Ruhrgebied. “We hebben een goede mix van producenten en leveranciers die over de vereiste productiecapaciteit en de juiste logistieke capaciteit beschikken.” In verband met de strategie van AnQore om fossiele grondstoffen te vervangen door niet-fossiele grondstoffen, is bij de keuze van leveranciers ook gekeken welke producenten circulaire of hernieuwbare propeen kunnen leveren.
Veilige parkeerplaats
De vloeibare propeen komt dus per schip aan in de haven. Op de kade was wel plek voor een controlegebouw, maar geen ruimte voor een aanlegplaats. Die moest daarom in het water worden gebouwd. “Je creëert eigenlijk een veilige parkeerplaats,” zegt Boon. “Er zit daar een onwaarschijnlijke hoeveelheid staal in het water, om maar te voorkomen dat een schip aangevaren kan worden terwijl hij stilligt.” De schepen zijn 110 meter lang, maar de ligplaats is voorbereid op toekomstige schepen van 135 meter.
AnQore heeft de losplaats niet voortdurend nodig. De bedoeling is dat andere Chemelot-partijen er ook gebruik van kunnen gaan maken. Circle Infra Partners, die de gemeenschappelijke infrastructuur op Chemelot beheert, wordt daarom de eigenaar. “In het kader van de verduurzaming zijn er steeds meer andere grondstoffen nodig, uit afvalstromen, en we willen die niet allemaal over de weg vervoeren”, verduidelijkt Christian Widdershoven, CEO van Circle Infra Partners. “Onze ambitie is om deze haven in dit kader verder te ontwikkelen. Het moet een vliegwiel worden voor de verduurzaming van Chemelot.”
Grasmaaier
Via een hydraulische verlaadarm op een jetty (een platform) wordt de propeen vanuit het schip direct de buisleiding in gepompt. “Dat is een bewuste keuze geweest”, zegt Pijls. “Want zo hoefden we geen pomp neer te zetten, wat de veiligheid verhoogt.” De pijpleiding gaat eerst onder een spoorlijn door en ligt daarna grotendeels in een corridor die eigendom is van Chemelot. Na door een tunnel onder de A2 te zijn geleid, komt de pijplijn bij de fabriek van AnQore weer bovengronds en eindigt in twee onder een berg zand bedolven opslagtanks (‘storage bullets’) van vijftig meter lang en acht meter doorsnede. Om ze op Chemelot te krijgen moest de A2 tijdelijk dicht. Het zijn zogeheten mounded bullet tanks, de meest veilige manier om propeen (en LPG) op te slaan. Het gras erop wordt gemaaid met een ATEX-proof grasmaaier. Vanaf deze opslag, die goed is voor een aantal dagen productie, loopt er een bovengrondse leiding naar de AnQore-fabriek iets verderop.
Alliantie
De totale kosten van het project bedroegen “meer dan vijftig, maar minder dan honderd miljoen”, aldus Boon. “Het is in ieder geval de grootste investering sinds de fabriek is gebouwd.” De feitelijke realisatie was in handen van een aantal door Sitech in een alliantie bij elkaar gebrachte bedrijven: Fluor (voor de engineering), Equans (technische dienstverlening), Van den Biggelaar/BLM/Stevacon (civiel en haven) en MVOI (leidingbouw).
De grote uitdaging was om de hele installatie binnen twee jaar te ontwerpen en te bouwen. Boon: “Wat onmogelijk zou zijn volgens iedereen die wij spraken. Sitech, de hoofdaannemer van het project, heeft toen de vraag gesteld: hoe kunnen we ervoor zorgen dat het toch in twee jaar kan? Toen is bewust voor die alliantie-vorm gekozen, en dat heeft enorm goed uitgepakt. De partners waren zeer gecommitteerd en hebben fantastische dingen verzonnen elke keer als er ergens vertraging dreigde. En omdat we een kleine organisatie zijn, met korte lijnen, konden we steeds snel beslissen, op een manier waarbij ook het budget niet uit het oog werd verloren. We hebben in Nederland de neiging om alles heel duur en heel traag te vinden. Dat klopt ook vaak. Maar het is ook goed als je een keer kunt laten zien dat het ook anders kan.”
CO2-neutraal in 2050
AnQore wil in 2050 CO2-neutraal zijn en wil dat in scope 3 bereiken door fossiele ammoniak en propeen steeds meer te vervangen door ammoniak en propeen met een niet-fossiele oorsprong. Propeen wordt normaal gesproken gemaakt uit nafta. Er is inmiddels ook propeen beschikbaar uit circulaire bronnen of biobased restmateriaal. Die dient nu al als grondstof voor Econitrile, een duurzame massabalans-gecontroleerde en ISCCplus-gecertificeerde acrylonitril. Econitrile is duurder dan de fossiele tegenhanger. “Maar het is wel een uniek product”, zegt Boon, “waarmee je als bedrijf in de keten een lagere CO2-footprint creëert. En dat is voor een aantal A-merken heel belangrijk.”
Ook in scope 1 en 2 is AnQore aan het verduurzamen. Zo wordt een deel van de elektriciteit betrokken van een windpark in West-Friesland en is een aantal andere verduurzamingsprojecten gedefinieerd.
In het kader van de maatwerkafspraken hebben AnQore en de overheid in juli 2023 de Expression of Principles getekend, met als doel de CO2-uitstoot in 2030 ten opzichte van 2020 met 0,4 Mton (tachtig procent ten opzichte van de uitstoot van 0,5 Mton in 2020) te verminderen. De verduurzaming vindt plaats door een nieuw te ontwikkelen verbrandingsketel (Thermal Oxidizer) waarmee de uitstoot van lachgas daalt. Daarmee kan ook het gebruik van aardgas met vijftien procent omlaag en de stikstofuitstoot met vijftig procent (in vergelijking met de huidige verbrandingsketel).
AnQore
AnQore was ooit onderdeel van DSM en heette toen DSM Acrylonitrile. Het bedrijf, opgericht in 1969, heeft meer dan vijftig jaar ervaring in het veilig en betrouwbaar leveren van acrylonitril,
waterstofcyanide, acetonitril, acetoncyaanhydrine en natriumcyanide. In 2015 verwierf CVC Capital Partners 65 procent van de activiteiten (DSM behield een belang van 35 procent). AnQore heeft geen moederbedrijf en bestaat uit één – Nederlandse – vestiging. Op Chemelot staat de fabriek, het kantoor is gevestigd in Urmond. Er werken in totaal tweehonderd mensen. Sjoerd Zuidema wordt per 1 mei 2024 de nieuwe CEO. Hij volgt Pieter Boon op, die Executive Chairman wordt. Naast AnQore staat er in Europa nog één andere acrylonitril-fabriek in Duitsland.