Elektrificatie van de industrie moet versneld worden
Elektrificatie van chemische processen is een belangrijk onderdeel van de transitie van de chemische industrie. Er is echter nog veel innovatie nodig in nieuwe technieken en ondersteuning bij de opschaling van bestaande niet-rendabele technieken. Daarnaast is de huidige elektriciteits-infrastructuur nog niet geschikt en deze moet flink verzwaard worden. De Koninklijke VNCI pleit daarom voor meer ondersteuning voor innovatie en opschaling van lage en hoge temperatuur warmte. Ook zet de VNCI zich in voor het versneld aanleggen van infrastructuur en het wegnemen van obstakels.
De chemische industrie is een energie-intensieve industrie. Veel chemische processen vinden plaats onder hoge temperaturen die op dit moment vooral worden bereikt door verbranding van fossiele brandstoffen. Deze processen zijn technisch complex en grootschalig. Denk bijvoorbeeld aan het elektrificeren van chemische krakers. Het is een techniek met een enorm CO2-reductie-potentieel, niet alleen voor reducties in Nederland, maar wereldwijd. Deze techniek is echter nog lang niet voldoende uitontwikkeld. Met gerichte ondersteuning kan deze ontwikkeling versneld worden. Daar zet de VNCI zich met haar leden voor in.
Andere chemische processen vragen juist een lagere temperatuur, waar wel meerdere technologische alternatieven al beschikbaar zijn. Denk bijvoorbeeld aan industriële warmtepompen, of elektrische boilers als alternatief voor gasgestookte ketels. Deze alternatieven zijn nog relatief duur en kunnen bij de huidige elektriciteit-, gas- en CO2-prijzen economisch niet uit. Voor deze technieken is goede ondersteuning via subsidie-instrumenten (zoals SDE++ of VEKI) noodzakelijk.
Tot slot is de keuze voor het elektrificeren van een proces geen marginale verandering, maar een majeure shift voor het energiesysteem. De elektriciteitsvraag in sommige clusters gaat al vervijfvoudigen tot 2030 en de vraag zal daarna nog verder toenemen. De VNCI pleit dan ook voor een versnelling in de aanleg van infrastructuur. Ook stimuleren wij nieuwe vormen van samenwerking om vraag en aanbod van (groene) elektriciteit op elkaar af te stemmen.