16.04.2020

Alternatief voor fossiele koolstof

"Gaan we terugveren of fundamenteel veranderen?, zo luidde laatst een krantenkop die mij erg aansprak. Wat mij betreft kiezen we in het post-coronatijd voor ‘veranderen’, en dan doel ik vooral op een nieuwe kijk op biomassa. De chemische industrie bepleit al langer het stimuleren van het gebruik van biomassa voor het vervaardigen van materialen, als alternatief voor fossiele grondstoffen." Een column van Rosienne Steensma.

 

Helaas wil het nog niet erg vlotten, vanwege negatieve beeldvorming en gebrek aan juiste beleidsondersteuning. Debet hieraan is onder meer dat ‘biomassa’ een nogal brede term is. Veel mensen denken bij dit woord aan verhalen over van ver aangevoerde houtpellets die verdwijnen in een energiecentrale. Maar biomassa is ook: reststromen van bosbeheer, groente-, fruit en tuinafval, de resten van land- en tuinbouw en berm- en olifantengrassen. Afhankelijk van de soort biomassa en de toepassing zijn er al duurzaamheidscriteria die bijvoorbeeld biodiversiteit en bodemkwaliteit borgen. Inzet van biomassastromen voor materialen biedt enorme kansen voor het vergroenen van de chemische industrie. Door de waardevolle plantaardige koolstoffen te binden in materialen wordt de koolstof over een lange periode benut en worden de CO2-emissies uitgesteld. Op deze manier kunnen we toewerken naar een klimaatneutrale samenleving in 2050. Biomassa is een uitstekend alternatief voor fossiele koolstof.  

We moeten deze toepassing van biomassa dan wel omarmen, niet alleen door de beeldvorming bij te stellen maar vooral ook door de juiste beleidsondersteuning. En dat gebeurt op dit moment onvoldoende. Het huidige klimaatbeleid is gericht op de korte-termijnuitstoot van CO2 uit de fabrieksschoorsteen en subsidieert de inzet van biomassa voor energie: waardevolle biogene koolstoffen worden rechtstreeks door de schoorsteen gejaagd en de daaraan gekoppelde CO2-emissies zijn vrijgesteld van uitstootrechten. De bijdrage van biomassa voor materialen daarentegen wordt niet beloond, terwijl het klimaatvoordeel langere tijd doorwerkt in de hele circulaire keten van toeleveranciers, verwerkers, producenten en consumenten. Het is daarom de hoogste tijd om de inzet van biomassa voor materialen actief te stimuleren.

Binnenkort komt de SER met een advies over beschikbaarheid, duurzaamheid en optimale inzet van biomassa als onderdeel van de klimaatopgave. Een aantal partijen, waaronder het Planbureau voor de Leefomgeving, heeft de afgelopen maanden studies gedaan om de feiten en heersende opinies rond biomassa op tafel te krijgen. De experts stonden soms lijnrecht tegenover elkaar, maar het heeft uiteindelijk veel punten van overeenstemming opgeleverd, zoals de noodzaak om koolstof zo lang mogelijk vast te leggen en de duurzame herkomst van biomassa te borgen. Een andere interessante discussie vond plaats onder leiding van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Sectoren als biobrandstoffen, afvalverwerking, voedingsmiddelen, energie en chemie bogen zich gezamenlijk over de optimale inzet (’cascadering’) van biomassa. Duidelijk werd dat de betere stimulering, waar de chemie al langer voor pleit, onontbeerlijk is om de huidige situatie om te buigen naar optimale benutting. Bekijk hier de resultaten van het onderzoek. In het beleid moet de inzet van biomassa voor materialen eerst volledig erkend worden, zowel nationaal als internationaal. Pas dan kan de gewenste beweging naar groene materialen echt in gang worden gezet. En kunnen beschikbare en nieuwe instrumenten, zoals subsidies voor het verder ontwikkelen van nieuwe technologieën, het stimuleren van de marktvraag voor biobased materialen  en subsidies voor opschalen van beschikbare technologieën (SDE++) hun werk doen.

Ik pleit er sterk voor om in de post-coronatijd te kiezen voor ‘verandering’ en biomassa uitgebreid te gaan inzetten voor een duurzame chemische industrie. Want 2050 komt steeds dichterbij.