Partij voor de Dieren: “Naar het buitenland vluchten met je vervuiling heeft geen zin”

"De chemische industrie heeft een lange geschiedenis van tegenstribbelen als het aankomt op klimaat- en milieubeleid." Chemie Magazine sprak met Eva van Esch van de Partij voor de Dieren.

Tekst: Igor Znidarsic

Op 17 maart zijn er Tweede Kamerverkiezingen. Welke plannen hebben de verschillende politieke partijen met de chemische industrie? Kamerlid Eva van Esch, woordvoerder namens de Partij voor de Dieren voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, vertelt, met aanvullingen van Lammert van Raan (Klimaat en Economie), aan Chemie Magazine wat de plannen zijn van haar partij.

“Voor de transitie is steun van de overheid zeker nodig, maar niet zonder voorwaarden. De chemische industrie heeft een lange geschiedenis van tegenstribbelen als het aankomt op klimaat- en milieubeleid. Daarmee zijn een aantal onrechtvaardige vrijstellingen verworven, op het gebied van emissies en het betalen van belasting op energie en leidingwater. Recent werd in de NRC ook nog duidelijk hoe de industrie tekortschoot om de afgesproken energiebesparing te realiseren. Maar ook andere publicaties en signalen maken duidelijk dat het veroorzaken van schade aan de leefomgeving en de gezondheid nog op grote schaal voorkomt. Je kan niet van Nederlanders verwachten dat ze daaraan meebetalen.

Wij vinden niet dat extra belasting op CO2-uitstoot een ongelijk speelveld creëert. Beleid richten op de concurrentie op de wereldmarkt leidt altijd tot een race naar de bodem. Volgens die logica zal alle industrie zich verplaatsen naar landen met de laagste waarborgen voor mens en milieu. Nederland moet de import van producten uit dat soort landen beperken of belasten. Verder moet ingezet worden op innovaties die producten duurzaam en daarmee onderscheidend maken op de wereldmarkt. Ook moet de industrie zich realiseren dat er een einde komt aan de eindeloze groei-economie en dat we overgaan naar de circulaire economie. De productie van nieuwe middelen zal drastisch afnemen en opwerken van (rest)producten zoals recyclaat zal enorm toenemen. Bovendien lonkt er met het Parijsakkoord een prachtig gelijk speelveld. Naar het buitenland vluchten met je vervuiling heeft geen zin (en is ethisch onjuist). Alle landen moeten zo snel mogelijk zoveel mogelijk doen om de klimaatcrisis op te lossen. Momenteel is er – door de relatief hoge uitstoot in Nederland – juist sprake van een ongelijk speelveld voor landen met een lagere uitstoot. In Parijs is niet voor niets afgesproken dat rijke geïndustrialiseerde landen de leiding moeten nemen in het aanpakken van de klimaatcrisis.

 

“Wij vinden niet dat extra belasting op CO2-uitstoot een ongelijk speelveld creëert.”

 

Wat betreft het dreigend tekort aan technisch personeel voor de transitie pleiten wij in ons verkiezingsprogramma voor meer aandacht voor het opleiden van het noodzakelijke personeel. En door meer leer/werk-onderwijs moeten leerlingen beter klaargestoomd worden om meteen aan de slag te kunnen. Daarnaast kunnen de tekorten aangevuld worden met werknemers uit niet-toekomstbestendige bedrijven, zoals in de fossiele industrie.

Dat de Europese Commissie alleen nog veilige en duurzame stoffen in de EU wil in 2050, is veel te laat. Stoffen, zoals landbouwgiffen, die een gevaar voor de gezondheid en de leefomgeving vormen, moeten zo snel mogelijk verboden worden. Het is niet acceptabel dat stoffen waarvan met (enige) zekerheid te zeggen is dat ze een gevaar vormen nog altijd gebruikt worden. Dat geldt ook voor technische dossiers die niet op orde zijn of toetsingsinstanties met onvoldoende capaciteit. De industrie zou zich ook rekenschap moeten geven van de transitie naar biobased materials. Meer en meer moeten we af van fossiele chemische producten ten gunste van meer natuurlijke grondstoffen. Kunstmatige (fossiele) isolatieplaten zijn bijvoorbeeld functioneel, maar isolatieplaten van duurzaam hennepvezel ook. De beste methode om de Nederlandse markt te beschermen voor de import van verboden stoffen, is toezicht en handhaving op producten en productieprocessen vergroten, zowel in Nederland als daarbuiten. Daarnaast pleiten wij voor veel strengere wetgeving, waarbij personen ook makkelijker strafrechtelijk vervolgd worden als producten of productieprocessen de leefomgeving grootschalig aantasten.”


VNCI analyseert de programma's

Wat zijn de belangrijkste punten uit de partijprogramma's voor de chemische industrie? Je leest het op onze verkiezingspagina.